Hoofdstuk 17

177 14 0
                                    

Arena

Pijlsnel klim ik naar beneden en ik maak mijn vishaak los van mijn broek. Als ik zachtjes met twee benen op de grond land sluip ik om de boom heen en zie het persoon vijf meter verderop staan. Ik maak oogcontact met de donkerbruine ogen van de jongen en sluip dichterbij. De jongen schudt zijn halflange haar uit zijn gezicht en zet ook een paar stappen naar voren.

Voordat ik het weet is hij naar voren geschoten en ik kan nog net op tijd op zij springen. Met volle vaart struikelt de jongen over een wortel en hij smakt op de grond. Ik hoor een kreun van pijn, maar ik voel zelf een steek door mijn linkerbeen gaan. Ik trek mijn been snel weg bij het persoon en zie dat zijn mes bijna door mijn been was gegaan. Het voelt als een oppervlakkig wondje en ik hoop dat het ook een oppervlakkige wond is.

Ik gooi mijn vishaak naar het persoon en hoor bijna direct een kanonschot. Ik wil het lijk niet zien en mijn met ogen dicht haal ik op de tast mijn vishaak uit de borst. Ik beveel mezelf om met mijn ogen dicht de spullen te pakken, maar als ik weer rechtop sta kijk ik toch. Ik schrik bij het zien van zijn gehavende gezicht, dat niet door de vishaak komt, maar eerder lijkt te komen door een mulitant.

Ik bedenk me nu pas dat ik geen idee heb hoe ik in de boom moet komen, maar dan valt mijn oog op wat kuiltjes in de appelboom. Gister konden we die niet zien in het donker, maar nu het ochtend is kan ik ze wel zien. Ik klim naar boven en tref Melissa daar gechoqueerd aan.

'Sky!IkschrokmewildjewasineenswegenikmoestdenkenaanMick!' ratelt ze en ze heeft tranen in haar ogen. Ik geef haar een knuffel en doe een poging om haar te kalmeren.

'Rustig Melissa. Iemand wilde in de boom klimmen en ik zag dat. Ik heb dat persoon...' Ik slik en tranen zoeken hun weg uit mijn ooghoeken. Een vlaag van verdriet gaat door me heen. Mijn poging om Melissa te kalmeren is mislukt en we zitten dicht tegen mekaar aangekropen.

'Ik heb die jongen... v... v... vermoord. Ik weet n... n... iet eens wie het was! Ik wist gewoon niet wie het was!' En plots komt er een enorme golf van woede die alles eruit gooit wat ik denk. 'VRESELIJK CAPITOOL! ONMENSELIJK GEMENE HONGERSPELEN! IK HAAT DIT, IK HAAT DIT ZO ERG! IK WIL NIET MEER DODEN, IK WIL HET NIET, IK WIL HET NIET, IK WIL HET NIET! NIEMAND, NIEMAND EN NIETS!'

Snikkend zak ik tegen de boomstronk aan en ik duik in elkaar, huil in mijn eigen wereldje. Ik tril nog steeds van de woede-uitbarsting, maar hij lucht enorm op. Ongetwijfeld hebben ze de camera's ver weg gedraaid, buiten het bereik van mijn geluid. Dit soort uitspraken kunnen een opstand veroorzaken, of erger. En dat is juist wat het Capitool voorkomen wil, dat is juist waarom ik in deze Arena zit.

Als ik enigszins gekalmeerd ben, gaat er weer een nieuwe golf door me heen. Dit keer zit hij vol met paniek en angstig ga ik rechtop zitten en kijk ik Melissa aan.

'Oh nee, oh nee, oh nee, oh nee! Ik ben veel te luidruchtig geweest! Nu zijn we zeker gedoemd, iedereen kan ons vinden. Melissa we moeten weg, we moeten heel snel weg. Melissadadelijkkrijgenzeonstepakkenohneewathebikgedaan!' Paniekerig verberg ik mijn hoofd in mijn handen en tranen lopen over mijn wangen. Mijn rode haar plakt aan mijn natte wangen. Ik zucht diep en bedenk hoe we nu verder moeten. Iedereen binnen een straal van twee kilometer kan me gehoord hebben!

Melissa pakt mijn hand vast en ik kijk haar aan. Ze aait over mijn rug en trekt me in een knuffel. Ze streelt door mijn haar en fluistert kalmerend. Ik adem zes tellen in en vier telen uit en dat herhaal ik tot mijn ademhaling rustig geworden is. Als Melissa ook beseft heeft dat ik kalm genoeg ben begint ze met haar spullen inpakken.

'Sorry Melissa,' fluister ik schor van het huilen. Ze schudt haar hoofd en gebaart dat het niet uitmaakt. Als Melissa's spullen ingepakt zijn vertrekken we. We hebben ondertussen overlegt en we besloten naar District elf te gaan.

We klimmen uit de boom en sluipen door de bosjes door. Uiteindelijk komen we bij het riviertje aan en we springen over de keien heen die er liggen. Na vijf of zes beekjes, slootjes of riviertjes komen we aan bij het grasveld voor de hoorn en we sprinten erheen. Dan sluipen we om de hoorn heen en we sprinten het tweede grasveld door. We komen uit bij District negen, waar we een pauze houden. Omdat het pas negen uur is en we op een lege maag gevlucht zijn gaan we nu eten, aan zijkant van het graanveld.

We eten een aantal bessen en een van de appels. We hebben een berg appels geplukt in de boom en samengebonden in het waterdichte doek van Melissa. We eten brood met konijn en wat kruiden. En als laatste nog wat wortels die we gevonden hebben.

Ik had mijn spullen nog eens geïnspecteerd en kwam tot de conclusie dat ik heel veel spullen heb. Daarnaast kan mijn rugzak scheuren als er teveel inzit. Ik bekijk de inhoud en heb ook die van Melissa erbij gelegd. Dit zijn mijn spullen: twee waterdichte zeilen, één pak crackers dat ik helemaal vergeten was, anderhalve literfles, verbandtrommel, touw, twee luciferdoosjes waarvan ik er een aan Melissa geef, een klein voedselpakketje, ik heb twee échte vishaken en zes zelfgemaakte, visdraad, kruiden, waterplanten, zes vissen en één rivierkreeft, anderhalf konijn, een vogel, bramen, frambozen, bessen en andere eetbare planten, een blaaspijp en pijltjes, een slaapzak en vier appels. We pakken alle spullen weer in en maken aanstalten om te vertrekken.

We zijn een tijdje onderweg als we twee kanonschoten horen, weer twee doden. Voor vandaag zijn er drie doden gevallen en het is pas ochtend. Ik hoop dat de twee doden een 'spectaculaire' dood hebben gehad, oftewel misselijkmakend vermaak voor het publiek. De tocht naar District elf verloopt rustig en we lopen zwetend en hijgend naar het einde. Het is bloedheet, nog warmer als de dagen ervoor, maar ik vermoed dat de Spelmakers de temperatuur vanavond weer flink laten zakken.

Melissa stopt ineens vanuit het niets en gaat zitten. Bezorgd hurk ik bij haar neer en ik zie dat ze haar broek opstroopt. Ik bedenk me dat ze natuurlijk last heeft van haar been en besef me dat ik daar nog helemaal niet aan gedacht heb.

Razendsnel ga ik aan de slag. Ik geef mezelf een kwart liter water om haar been schoon te maken en als die is schoongemaakt met water maak ik het schoon met jodium. Ik zie dat de wond al wat dichter is, maar ik doe er nog steeds verband omheen. Ik heb geen idee of zo'n wond gehecht moet worden, maar ik doe wat ik kan. Als Melissa's wond verbonden is gaan we weer verder, door District tien. Er staan overal koeien, varkens, schapen en kippen. Ik vertrouw ze niet helemaal en zie dat Melissa er ook wantrouwig naar kijkt. We beginnen steeds sneller te lopen en dan draait Melissa haar hoofd om.

'Sky,' begint ze heel rustig en beheerst, maar ik weet gewoon dat er iets aan de hand is.

'Ze zitten ons achterna hè? Het zijn mulitanten,' concludeer ik en ik zie Melissa knikken.

'Wat moeten we doen?' vraagt ze mij zenuwachtig en ik voel zelf ook dat ik gespannen ben.

'Kweenie...voor afleiding zorgen? Hopen dat ze een grens hebben en sprinten naar Distri... Oh nee je been. Oh daar zie ik een boom! Hopen dat ze niet kunnen klimmen?' opper ik. Er verschijnt een fronsrimpel boven Melissa's wenkbrauwen.

'Ik kan best sprinten! Volgens mij is daar het einde al,' protesteert ze en ze wijst naar de zandvlakte ietsjes verderop. Ze heeft gelijk, daar is District elf al.

'Oké. Op drie,' zeg ik en ik kijk haar aan. Zenuwen gieren door mijn buik.

'Wacht.' Melissa trekt een mes uit haar riem en werpt hem naar rechts.

'Eén.' begin ik en ik zet me klaar. 'Twee.' Het mes is in de borst van een koe geboord. 'Drie.'

The Hungergames -  SkyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu