2

78 12 4
                                    

"We hebben dus al verteld dat je maar op twee manieren weg kan komen, toch?" vraagt Miluji.
"Ja, brug en winnen, ga verder", antwoord ik.
"Het winnen is behoorlijk lastig", begint Miluji.
"Je moet namelijk als laatste over blijven", maakt Olivia haar zin af.
"De rest moet dood." Miluji zegt het snel en zacht. Ik kijk ze geschokken aan en Miluji kijkt ongemakkelijk naar de grond. Olivia negeert mijn geschrokken gezicht en praat verder.
"We begonnen dus met twintig mensen, Milu en ik hoorden daar niet bij, ik ben de derde groep en Milu de vierde. Elke twee weken komen er zo veel mensen bij, zodat het aantal mensen weer op 20 komt."
"Hoeveelste groep ben ik?" vraag ik.
"De zesde", antwoordt Miluji. Nog steeds kijkt ze zenuwachtig naar beneden.
"Heeft er ooit iemand gewonnen?"
"Waarschijnlijk wel, de hoeveelheid groepen wordt per keer geteld dat er twintig nieuwelingen komen", vertelt Olivia.
"Als er iemand heeft gewonnen, wordt hij opgehaald door een helikopter en is diegene hier niet lang genoeg meer om het de rest te vertellen", zegt Miluji. Ze is opgehouden met krampachtig wegkijken en praat weer met ons mee.
"Hoeveel mensen hebben jullie al vermoord?"
"Stop eens met al die vragen!" roept Miluji en ze beent weg.
"Vijf..." antwoordt Olivia zacht. Ik staar haar met open mond aan.
"Vijf?" herhaal ik.
"Vijf", bevestigt Olivia. "Puur uit zelfverdediging, Milu en ik zoeken soms nieuwelingen voor ons groepje en verder verstoppen we ons zo veel mogelijk."
"Miluji haar keuze, is het niet?"
"Ja. Ik wil hier weg. Ik wil winnen."
"Maar dat zou betekenen dat een van jullie zou moeten sterven", zeg ik.
"Tja", zegt ze. "Maar ik ga Milu zoeken, kom je mee?"
"Natuurlijk, jullie zijn mijn bodyguards", zeg ik lachend. Hoofdschuddend loopt ze voor me uit en ik volg haar.
"Heb je enig idee waar ze zou kunnen zitten?" vraag ik.
"Waar we altijd zitten", zegt ze.
"Hoe weet je dat zeker? En waar is dat?" Ik stel de vragen terwijl ik achter Olivia aan blijf lopen. Plotseling draait ze zich om en staat ze stil. Ik let niet echt op, dus ik bots tegen haar. Olivia plaatst haar gezicht heel dicht voor het mijne.
"Stop", ze prikt in mijn borst, "met", ze prikt nog eens, "vragen", prik, "stellen." Ze kijkt me boos aan.
"Waarom?" vraag ik met een grijns.
"Aah!" gilt ze. Ze gooit haar handen in de lucht en loopt verder. Tijdens het lopen, kijkt ze omhoog en mompelt dat ik hopeloos ben.
"Zijn we er al bijna?" vraag ik mopperend. We lopen al zeker een half uur naar Miluji te zoeken.
"Brandon, ik zweer het", zucht Olivia.
"Wat?"
"Stop met die oneindige vragen! Ik steek je nog eens neer, dan win ik ook eerder." Ze kijkt serieus, maar de manier waarop ze het zegt, verraadt het feit dat ze het niet meent.

"Beloof je dat je niks zult zeggen? Tegen niemand?" vraagt Olivia. We hebben ondertussen al een uur gelopen over het terrein vol blubber, bomen, kale plekken, gesteenten en meertjes.
"Wie stelt er nu een vraag?" Ik kijk haar grijnzend aan. Ze zucht.
"Beloof het nou maar gewoon."
"Oké, beloofd." Ik steek mijn pink naar haar uit.
"Wat doe je?" vraagt ze.
"Dat doen jullie meiden toch? Pinkiezweer ofzo?"
"Niemand doet dat", zegt Olivia. Ze kijkt me met een opgetrokken wenkbrauw aan en schudt haar hoofd. Ze draait zich weer om en loopt wederom voor me uit. "Als Miluji hem niet erbij wilde..." hoor ik haar fluisteren, terwijl ze een tak van een boom staat met haar dolk. Ik weet niet zeker of het de bedoeling was dat ik het kon horen, maar ik negeer het wel gewoon. Olivia loopt tussen twee enorme rotsen door. Ik blijf er twijfelend voor stilstaan.
"Kom dan", zegt Olivia. Ik hak de knoop door, ik volg haar gewoon. Mijn lichaam past net tussen de rotsen, als ik me er ten minste zijwaarts doorheen wurm. Ik vraag me af hoe Olivia en Miluji dit doen, maar het lijkt me beter als ik dat niet ga vragen. Op sommige plekken wordt de kloof nog smaller en op andere plekken wordt het iets breder. We zijn nu bij een stukje dat we een beetje omhoog moeten klimmen om door te kunnen. Soms heb ik echt het gevoel dat het niet kan lukken, of dat mijn hoofd vast komt te zitten tussen de twee rotsen. Maar Olivia past erdoorheen en vertelt me dat het wel moet lukken.
"Het is nog ongeveer een meter of tien", zegt ze uit zichzelf. Het hele stuk is ongeveer dertig meter, gok ik. Vanaf het begin kan je al het streepje licht aan het einde zien, die gelukkig steeds duidelijker wordt. Ik moet er niet aan denken dat ik hier tussen moet lopen in het donker.
"Milu?" Olivia roept haar naam een paar keer. Haar naam echoot door. We staan op een open plek tussen torenhoge rotsen. De enige manier om hier te komen, is door de kloof tussen de rots of door te springen. Op de open plek staan wat bomen, een kleine waterval en een meertje waar het water van de waterval in terecht komt. "Milu?"
"Livvie?" Miluji komt aangelopen vanachter een paar bomen. Ze kijkt opgelucht naar Olivia en geeft haar een knuffel. Haar ogen vallen op mij. "Brandon?" Ze kijkt me verbaasd aan. "Jij hier?"
"Blijkbaar", zeg ik grijnzend.
"Ik leen Liv even." Miluji kijkt me met een nep lachje aan. "Waarom heb je hem hier naartoe gebracht?" fluistert ze. Het heeft niet veel geholpen dan ze vier meter verder is gelopen, aangezien ik haar nog steeds kan horen. Olivia haalt haar schouders op.
"Ik zocht jou, ik wil niet dood en jij wilde hem bij ons groepje", zegt ze hardop.

A/N

20'11'16

951 woorden

Laat weten wat je ervan vindt!

XxThyrza

HangbrugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu