4

82 10 4
                                    

"Liv, Mimi! Ik heb een tas!" gil ik wanneer ik weer tussen de rotsen sta.
"Wat?" vragen ze tegelijkertijd
"Ik heb een tas", zeg ik, een stuk rustiger deze keer.
"Ik doelde meer op de bijnamen", zegt Miluji lachend.
"Oh, nouja, gewoon leuk", stamel ik. Ik denk dat mijn hoofd rood is, maar het schemert, dus als het goed is, kunnen ze het niet zien.
"Ah, oké. En de tas? Hoe kom je eraan? Lagen ze nog op de Plek?" vraagt Olivia.
"En jij zegt dat ik veel vraag", ik lach kort, "maar ik kwam Jason teg-"
"Jason?" gilt Olivia.
"Ja."
"Dat hij nog leeft..." fluistert Olivia.
"Hij of ik?"
"Beide."
"Oh. Lekker positief. Hoe dan ook, ik kwam hem tegen en hij doorboorde zo'n meid die mij wilde neersteken. Ik rende weg, werd moe, hij ging weg, ik pakte de tas van die meid", leg ik kort uit.
"Laten we dan maar kijken wat er in die rugzak zit", zegt Olivia. Ik doe de rugzak af en kieper de inhoud op de grond. Een flesje water, een zakje noten, een mesje, een EHBO-kit en een stuk touw vallen op de grond. 
"Die heeft het van meerdere rondes verzameld", concludeert Miluji direct. 
"Wij moeten dat vanaf nu ook doen", zeg ik.
"Ben je gekke Henkie, ofzo? Heb je een doodwens, dat je steeds weg wilt hier?" roept Olivia. 
"Oliv, doe eens rustig", fluistert Miluji. "Hij heeft een punt."
"Een punt van een pijl door zijn kop, ja."
"Ha! Die snapte ik!" zeg ik enthousiast. "Met dat meisje die ik vandaag tegenkwam, enzo..." vervolg ik zachtjes.
"Maar serieus, Oliv", Miluji gaat voor haar staan, maar kijkt haar nog steeds niet aan, "onze voorraden raken op en Brandon kan ons helpen."
"Maar, alle m-"
"Nee, Oliv, luister." Miluji kijkt haar eindelijk in de ogen aan nu ze spreekt, ze spreekt ook een stuk duidelijker. "Ik weet dat ik me altijd wilde verschuilen en niemand wilde vermoorden. Wat zijn we daarmee opgeschoten? Brandon kan ons helpen. En dat weet jij ook."
"Gaan we nu wel mensen doden, dan?" vraag ik ertussendoor.
"Alleen als het moet", antwoordt Miluji. "Oliv, wat vind je ervan?" Miluji en ik kijken Olivia hoopvol aan. De stilte duurt ongeveer een minuutje, maar ze antwoordt eindelijk.
"Goed dan. Hij heeft Jason al overleefd en als een soort vriend, hij kan handig zijn." Ze praten beide over me alsof ik het niet kan horen of dat ik er gewoon niet bij sta.
"Yess! Dankje, Oliv!" gilt Miluji en ze knuffelt Olivia. "Nu ga ik slapen, ik ben moe. Truste Oliv, truste Bran." Meteen rent ze weg. De plek waar we slapen, ligt wat meer in het beboste stuk van deze plek. Daar hebben ze twee, ondertussen drie, bedjes gemaakt van zachte bladeren en wat takken. 
"Ik ga bij het vuur zitten, zie maar of je mee komt of niet." Olivia loopt al weg naar het vuur en ik loop mee. 
"Hoe komen jullie eigenlijk aan vuur?" vraag ik.
"We hebben ooit eens in een rugzak een vuurpakket gekregen. Vanaf toen hebben we het zo veel mogelijk aangehouden. Zelfs als we weg gaan."
"Zorgt dat niet voor te veel rook, waardoor ze jullie kunnen vinden?"
"Valt mee, de rotsen zijn te hoog", zegt ze. Ze neemt plaats op een boomstam naast het vuur. Ze prikt met een stokje in het vuur nadat ze er nog een grotere tak op heeft gelegd. We zwijgen voor een tijdje, zeker tien minuten lang staren we gewoon naar het vuur. Zo nu en dan leggen we er wat takjes bij of prikken we wat met een ander takje in het vuur.
"Hoe heb je Jason nou echt overleefd?" vraagt ze.
"Zoals ik zei, ik rende, werd moe, hij mocht me wel en liet me gaan."
"Geloof je het zelf?"
"Ja, ik was erbij", zeg ik verward.
"Het kan zijn reden niet zijn geweest", mompelt Olivia. Ze praat meer tegen zichzelf dan tegen mij.
"Waarom niet? Ik ben best een leuk persoon", zeg ik quasi-verontwaardigd. 
"Had je gedroomd", ze lacht kort, "maar serieus. Het kan zijn reden niet zijn geweest."
"Ik zal het hem vragen wanneer ik hem weer zie", zeg ik sarcastisch.
"Zou je denken dat hij het zelf zat is? Dat hij dood zou willen?" vraagt ze.
"Nee, dan zou hij Roodkapje niet vermoorden en dan zou hij dat tegen me zeggen."
"Misschien doet hij zijn best niet meer, maar hij wilt wel sterven met zijn eer intact."
"Of hij vindt me echt aardig", suggereer ik.
"Het heeft sowieso een dieper liggende gedachte", mompelt Olivia weer. "Misschien zoekt hij bondgenoten.
"Kan ook. Maar dan mag hij me dus wel, anders 'koos' hij mij niet."
"Daar heb je ook een punt." Ze zwijgt weer en ik doe hetzelfde. 
"Heb je eigenlijk ooit geprobeerd te ontsnappen?" vraag ik na zeker vijf minuten stilte.
"Ja..." Ze klinkt heel twijfelachtig.
"Wil je het vertellen?" vraag ik.
"Oké dan. Dit weet Miluji geeneens, ik zou het ook bijzonder fijn vinden als je het niet tegen haar zegt."
"Ik zeg niks."
"Het was nog voordat ik Miluji kende. Ik was samen met een andere vriendin", ze slikt, "ze heette Rianne. Ze was echt een leuk en vrolijk meisje, tot de dag waarop ze het zat was. Het was één dag voordat het nieuwe groepje zou komen. Meteen toen ik wakker werd, zag ik dat ze was verdwenen. Ik rende weg van de rotsen en ging haar zoeken. Ik trof haar later aan bij de hangbrug." Ze is weer eventjes stil. "Ze keek me aan met een grijns, ze was gek geworden. Ze kwam uit groepje één, moet je weten. Ze wilde meteen weg van deze plek. Ze keek me aan, ik zag de waanzin gewoon in haar ogen en haar enge lachje. Ze zei tegen me dat ik mee moest met haar, over de hangbrug. Ik weigerde. Ze zette zelf een stap op de brug. 'Kijk, er gebeurt niks! Het is veilig! Kom toch, lief Olijfje!' riep ze. Ze zette nog drie stappen en de plank brak. Ik zie het nog precies voor me hoe ze de diepte in viel. Ik rende nog naar de brug toe, hopend dat ik haar kon redden. Maar het was te laat." 
"Het spijt me voor je", fluister ik. Ik ben nogal ontzet door dit verhaal, het is erg dat wij, mensen van een jaar of vijftien, dit soort dingen moeten meemaken. En al helemaal wanneer je mensen voor je ogen ziet sterven, je vrienden, nota bene. 
"Ik hoor nog elke dag haar stem nagalmen in mijn gedachten, haar laatste woord. Het klonk hartverscheurend." Ze kijkt me aan. "Ze schreeuwde mijn naam", zegt ze heel zacht. Een traan blinkt in haar ooghoek. Ik zeg niets en knuffel haar. Ik voel aan haar ademhaling dat ze tegen mijn schouder aan huilt."
"Het komt goed", mompel ik tegen haar voorhoofd. Maar ik weet net zo goed als zij dat het niet goed gaat komen.

04'12'16

1115 woorden

Plaats in de reacties wat je ervan vindt en wat beter kan, alsjeblieft:)

XxThyrza

HangbrugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu