19

33 9 0
                                    

"Heb je enig idee wat er met Olivia is?" vraagt Miluji aan me. Miluji en ik lopen samen door de bossen, op zoek naar Jace. Ik zucht.
"Was het maar waar. Toen ik het aan Jace wilde hij dat ik erover op zou houden."
"Hij lijkt Oliv ook niet echt te mogen, hè?"
"Ik denk dat dat meer ligt aan de houding van Olivia, dat hij het liever niet zo heeft, om eerlijk te zijn", zeg ik.
"Ik vraag me echt af wat er is, maar zo te horen willen ze er beiden niet over praten..."

"Hey!"
"Hoorde jij dat ook, Branny?" vraagt Miluji.
"Uhuh", mompel ik. Ik zet mijn vinger voor mijn lippen en buk achter de bosjes.
"Hey! Is daar iemand!" Ik ruk Miluji ook achter de bosjes. Iemand komt aangelopen maar het is Jace niet. De jongen staat stil en roept nog een paar keer 'hey'. Ik wacht tot hij zich omdraait en ik trek mijn mes alvast. Miluji heeft geen idee wat ik van plan ben en dat is maar beter ook. Als ze het wist, had ze me tegengehouden en geschreeuwd naar de jongen dat hij moest vluchten.
De jongen draait zich om en ik spring over de bosjes. Hij draait zich net om voor ik het mes in z'n rug kon steken, dus nu zit het recht in zijn keel.
"Godverdomme", vloek ik. "Je had je niet moeten omdraaien, lul." Boos veeg ik het bloed uit mijn gezicht. Ik weet dat ik niet boos moet zijn op hem, ik ben immers degene die hem zojuist heeft neergestoken, maar het was fijner geweest als hij omgedraaid bleef staan. Zo had ik niet onder het bloed gezeten en zijn gezicht niet hoeven zien toen hij stierf.
Miluji gilt de longen uit haar lijf en ik houd mijn hand voor haar mond.
"Shht, Milu", sis ik. "Straks komen er meer."
"Waarom deed ne dat?" vraagt ze wanneer ze gekalmeerd is.
"Nu moeten we er nog maar vijftien. Vroeg of laat moest dit gebeuren", zeg ik.
"Waarom? Waarom kon hij niet blijven leven? Nou!" roept ze.
"Omdat wij willen overleven. Het blijft niet altijd veilig hier." Ze kijkt me boos aan. "Kom, we gaan terug. Het wordt donker en we zijn het volgens mij beiden zat."
"Klopt", mompelt ze.

We zijn bijna door de rotsen, nog een klein stukje. Ik zie de vlammen van het vuur vanaf hier heel duidelijk. Er zit iemand bij het vuur en diegene heeft niet de bouw van Olivia.
"Milu..." zeg ik.
"Ja, Brandon?" reageert ze met een boze ondertoon.
"Er zit iemand bij het vuur... En het is Olivia niet", fluister ik.
"Loop er heen en steek hem lekker neer, dat vind je toch zo leuk?" snauwt ze boos.
"Milu, doe nou niet zo."
"Ik ben gewoon boos, moe en bezorgd om Jace, laat me."
"Oké", zucht ik. Ik wurm me door het laatste stukje van de rots door en Miluji en ik lopen door naar het vuur. We zijn er bijna en we kunnen hem nu zien. Miluji haar gezicht klaart op en ze rent vrolijk op de figuur bij het vuur af. Ze omhelst hem en ze vallen op de grond.
"Hey, Miluji", zegt hij.
"Waar was je? We maakten ons zorgen!" roept ze.
"Ik was tassen halen", zegt Jace rustig.

HangbrugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu