17

36 10 1
                                    

"Dus hier zaten jullie al die tijd?" vraagt Jason wanneer we tussen de rotsen door lopen.
"Dat klopt", gromt Olivia, "en tot voor kort wist niemand dat en was het er veilig." Ze schenkt Jason een van haar beroemde boze blikken.
"En jullie blijven altijd tussen deze rotrotsen?" vraagt Jace aan mij.
"Ja man, rotsen voor altijd", zeg ik droog. Hij kan me natuurlijk niet serieus nemen en hij vraagt hoe lang het nog duurt.
"Een meter of twintig", is mijn antwoord. Hij knikt en kijkt weer vooruit. Hij heeft moeite met zich door de smalle stukken wurmen, wat erg begrijpelijk is. Miluji, Olivia en ik doen dit al een stuk langer en zijn er geoefend in geworden. Hij doet dit voor het eerst, en eerlijk is eerlijk, hij is een stuk gespierder dan wij zijn en zijn schouders zijn breder. Ik heb gewoon de bouw van een meisje, heb ik het idee. Hoe kan ik me anders even makkelijk tussen deze rotsen manoeuvreren als Miluji en Olivia? Of oefening baart kunst.
"Wat een mooie plek!" roept Jace meteen wanneer hij tussen de rotsen vandaan komt. "Dit is echt mooi."
"Dat willen we graag zo houden", bromt Olivia.
"Snap ik", zegt Jace, die Olivia haar botte gedrag gewoon negeert.
"Ik ga even hout op het vuur gooien en ik leid Jace wel rond, oké?" Miluji knikt vrolijk en Olivia kijkt me aan alsof ik zojuist haar koekje heb opgegeten, dus ik loop weg. Eerst lopen Jace en ik naar het vuur toe om er hout op te gooien voordat het uit gaat. Daarna leid ik hem rond over ons terrein.
"Zeg op." Jace kijkt me aan met een opgetrokken wenkbrauw. "Wat is er tussen Olivia en jou?" vraag ik voor de duidelijkheid.
"Oh, niets", wuift hij het weg.
"Nou, ik zou haar en haar boze hoofd niet niets noemen..."
"Ze kent me geeneens, ze haat nieuwe mensen vast", liegt Jace.
"Lieg niet, kom op. Bij mij deed ze ook niet zo."
"Dingen uit ons verleden op dit gebied."
"Wat voor een dingen?" dring ik aan.
"Wij waren tijdelijk de laatste twee en nog wat dingen. Ik wil het er niet over hebben, oké?" Ik zie zijn ogen glinsteren van tranen en hij loopt bij me weg, naar de rand van het gebied toe. Blijkbaar heb ik een gevoelige snaar geraakt.
Twijfelend loop ik naar hem toe.
"Sorry", mompel ik terwijl ik zenuwachtig voor hem sta. Sorry zeggen en mijn fouten erkennen is niet mijn sterkste punt maar nu weet ik wel degelijk dat ik een fout ben begaan.
"Het is je vergeven. Voortaan heb ik alleen liever dat je er niet meer over begint..."
"Afgesproken", zeg ik. Ik steek mijn hand naar hem uit en hijs hem overeind.

HangbrugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu