12

60 10 4
                                    

"Oliv, wat was jij een zuurpruim", zeg ik lachend wanneer ik me naast Miluji bij het vuur laat zakken.
"Ik mag hem gewoon niet, oké?" bromt ze. Ze kijkt me boos aan. Ik steek mijn handen op als teken van overgave en ik lach kort.
"Begraaf die strijdbijl", zegt Miluji met een pruillipje.
"Waarom?" snauwt Olivia naar haar.
"Omdat hij lief is en hij en Branny elkaar duidelijk leuk vinden!" roept ze wanhopig.
"Laten we het dan aan Brandon vragen", zegt Olivia, "dus, Brandon. Vinden jullie elkaar leuk?" Ik blijf stil. Als ik nee zeg, gaan Olivia en hij het nooit goedmaken en zie ik hem waarschijnlijk niet snel terug. Maar aan de andere kant, als ik nu ja zeg, zit ik hieraan vast, terwijl ik hem helemaal niet eens goed ken. Ik besluit min of meer de waarheid te vertellen.
"Hij is een hele toffe gozer, maar ik ken hem niet goed genoeg om hem leuk te vinden", zeg ik. Olivia haar gezicht klaar niet op, ze knikt kort en loopt mokkend weg. Ikzelf laat me naast Miluji op de grond ploffen, bij het vuur.
"Ben je echt gay? Of bi?", vraagt Miluji. Ze kijkt me niet aan, maar ze port in het vuur met een stok. "Niet dat ik het erg vind", zegt ze vlug, "maar ik dacht dat je het misschien alleen zei voor mij." Haar wangen kleuren rood.
"Laat ik het zo zeggen", begin ik twijfelachtig, "ik heb nog nooit een jongen leuk gevonden, maar ik label mezelf niet. Wie weet gebeurt het nog, het boeit me niet zo veel." Miluji lijkt tevreden te zijn met m'n antwoord en staart glimlachend het knetterende vuur in. Haar glimlach lijkt iets droevigs te hebben, alsof ze zich opeens een vervelende gebeurtenis herinnerde. Ik schud mijn hoofd, het zal vast komen door het licht van het vuur. Ik meld Miluji dat ik ga slapen en ik loop naar ons geïmproviseerde tentje.

Het is ochtend. Ik open mijn ogen en ik zie Olivia, maar Miluji is er niet. Ik neem aan dat ze bij het vuur zit of dat ze gewoon ergens anders is gaan zitten dan in de benauwde tent. Ik laat Olivia slapen en zelf loop ik het tentje ook uit. Ik kijk rond, maar ik zie Miluji nergens.
"Milu?" roep ik op een gedempte toon. Ik krijg geen antwoord, misschien heeft ze me niet gehoord. Ik begin op ons terrein rond te lopen, van Miluji is echter geen spoor te vinden, letterlijk. Alles ligt nog op ons terrein, behalve een enkele dolk. Er zijn zelfs geen voetstappen in het platgedrukte gras, enkel de mijne. Waarschijnlijk is ze vroeg weggegaan, op zoek naar voedsel of tassen van mensen die niet meer onder ons zijn.
"Waar is Miluji?" vraagt Olivia direct nadat ze het tentje is uitgestapt.
"Geen idee", zeg ik en ik haal m'n schouders op.
"Nee, hè", fluistert Olivia. "Nee, nee, nee, nee!" roept ze snel tegen me. Ze kijkt me met wijd opengesperde ogen aan en ze schudt me door elkaar aan mijn schouders.
"Wat is er?"
"Nee, nee, nee!" Ze laat m'n schouders los en begint wat spullen bij elkaar te graaien, nog steeds nee roepend.
"Wat is er?" vraag ik nogmaals.
"Neeneenee."
"Wat?"
"Niet alweer!" roept ze naar boven. Ze slaakt een gefrustreerde kreet, wanneer ze haar spullen niet kan vinden. "Dan niet!" gilt ze. Ze grijpt haar dolk en rent weg, richting de grote scheur in de rots. Ik jog achter haar aan, ook met een dolk als wapen. Ik wurm mezelf door het ding en kom eindelijk in de buurt van Olivia, die nog steeds druk 'nee' blijft roepen. Ik grijp haar bij haar schouder en draai haar, voor zover het kan, om.
"Wat. Is. Er?" vraag ik rustig.
"Dit is niet de eerste keer dat ze is weggerend." Met die woorden draait ze zich om en rent ze verder.

Het is weer eens een langer stuk hoor;)

HangbrugWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu