Flashback:
Het is aardedonker in het huisje. Onzeker wrijf ik over mijn klam aanvoelende armen. De zwoele warmte van vanmiddag heeft plaatsgemaakt voor een frisse nacht. Nu ik geen steek zie, staan mijn andere zintuigen op scherp. In mijn neus prikkelt een rare geur. Een beetje zoet, maar het ruikt ook naar een regengeur. Een lokje haar kleeft aan mijn gezicht en ik veeg het los. Tegelijkertijd probeer ik me te oriënteren. Waar moet ik naartoe? Traag zet ik een stap en voel dat ik beef. Is het omdat ik moe ben? Of is het een waarschuwing van mijn lichaam? Een waarschuwing voor de vijand, die klaar is om me uit de weg te ruimen. Nee, niet aan denken! Ik zet nog een stap. Mijn nek voelt nog steeds pijnlijk van die aanval bij de straat. Maar daar mag ik nu niet aan denken. Ik moet doorgaan om een uitgang te vinden. Komaan Sarah je kan het, je bent niet bang, lieg ik tegen mezelf. Als ik uit het huisje ga, hoor ik in mijn gedachten weer een waarschuwing: ' Je begeeft je op gevaarlijk terrein.' Op de tast met mijn voeten schuifel ik onhandig een paar passen naar voor.
Ik stap bijna tegen een boom, maar kan hem nog net ontwijken. Als ik in de verte een donker vierkant zie, stap ik er klungelig en onhandig op af. Wanneer ik er eindelijk ben, zie ik dat het een oude schuur is. Ik open de deur en stap naar binnen. Hopelijk vinden ze me hier niet. Ik voel de ruimte een beetje af om te weten wat er zich allemaal in bevind. Ik raak iets hards wat op een tafel staat. Voorzichtig glijden mijn vinger eroverheen. Het voelt koel en een tikje ruw, plakkerig aan.
Mijn vingers trillen vreselijk. Niet bang zijn... niet bang zijn. Mijn hand glijdt verder omhoog, mee met de ronding van het voorwerp. De bovenkant is zo rond als een bal. Langzaam glijden mijn vingers omlaag. Ik voel weer een ronding, maar dan kleiner. Het lijkt op...
Ik schrik. Snel trek ik mijn hand terug. Is het wat ik denk dat het is? Ik beweeg met een vinger over mijn oor, van de bovenkant tot aan mijn oorlel. Met mijn andere hand pak ik het voorwerp weer vast om het te vergelijken. Dezelfde vorm. En ik ruik iets typisch. Aan de palm van mijn hand, aan mijn vingers. Ik heb die geur eerder bij iemand geroken. Zeker weten. Maar bij wie? Denkend buig ik me voorover en breng mijn neus dichter bij het ding. Ik snuif de geur nog eens op.
Denk na!
Bij wie heb ik deze geur al eerder geroken? Waar? Wanneer? Ik weet het zeker. Ergens diep in mijn geheugen ligt het antwoord.

JE LEEST
Het zelfmoordbos
Mystery / ThrillerSarah wordt ontvoerd wanneer ze naar huis fiets. Maar ze krampt echter met een probleem. Haar ontvoerder brengt haar namenlijk naar een zelfmoordbos waar ontsnappen onmogelijk is.