Mama

1.3K 79 17
                                    

Dit deel is weer uit het perspectief van Tessa.

Hand in hand liep ik met Derek achter een vrouw van St-Holisto's aan. Het was twee weken geleden dat ik het nieuws van mijn moeder had vernomen. Vandaag was de eerste keer dat we naar haar toe mochten. Ze was krankzinnig geworden en wist niks meer over haar hele leven. Toen we stopten voor een deur, werd ik nerveuzer. Ik had geen idee wat we gingen aantreffen. Derek gaf nog een kneepje in mijn hand en toen trok de verpleegster de deur open.

Mama zat overeind in een bed in de witte kamer. Ze keek ons onmiddellijk vragend aan. 'Mama?' vroeg ik benaderend en ik stapte naar haar toe. 'Wie zijn jullie?' Ik kreeg een krop in mijn keel. Mijn moeder kende me niet meer. Derek nam nu het woord. 'Wij zijn Tessa en Derek, jouw kinderen.' Mam schrok een beetje. 'Ik heb kinderen...' 'Ja, dat hebben we je verteld,' zei de verpleegster. 'Oké, mevrouw Hale, zal ik je alleen met ze laten?' Mama knikte en keek ons onderzoekend aan. De verpleegster verliet de ruimte en sloot de deur achter zich. Ik bewoog me nog meer richting mam. 'Hoe heten jullie?' vroeg ze opnieuw. 'Tessa en Derek, mam.'
Ik ging op de rand van het bed zitten. Mama keek me bedenkelijk aan. Haar lippen vormden de letters van mijn naam, alsof ze hem testte. Ze keek iets terughoudender naar Derek. En toen zweeg ze.

Ze zweeg de nog een hele tijd, ook als we iets vroegen. Nadat we een half uur hadden geprobeerd iets uit haar te krijgen, gaven we op en riepen de verpleegster terug. Derek nam haar even apart om met haar te spreken, ondertussen bleef ik bij mam. Ik pakte haar hand vast. Ze keek me aan maar zweeg nog steeds. 'Het komt wel goed met je, mam,' fluisterde ik. Mam bleef me doordringend aankijken.  Al snel kwam Derek op mijn schouder tikken en gingen we weer naar buiten. 'Wat heb je tegen de verpleegster gezegd?' vroeg ik hem. 'Ik heb gevraagd of het ooit zal verbeteren, maar dat kon ze nu nog niet zeggen. En of ze weten wie haar dit heeft aangedaan, maar dat moesten we aan Perkamentus vragen,' antwoordde hij.

We zaten in Perkamentus' kantoor. Hij had ons eerst en vooral veel sterkte gewenst. Maar toen ik hem vroeg wie dit gedaan had, werd hij nerveuzer. 'Dat weten we niet, juffrouw Hale. Toen Lupos en Dolleman haar vonden, was iedereen al weg. En jullie moeder kan het zelf ook niet meer navertellen, dus het zal een raadsel blijven tot iemand bekent.' Ik knikte. Het maakte me niet uit wie het had gedaan; hij zou ervoor boeten.
'Kunnen we iets voor haar doen?' vroeg Derek triest. Perkamentus schudde zijn hoofd. Derek wreef met zijn handen over zijn gezicht en zuchtte. 'Je kan gaan als je wilt,' zei Perkamentus en Derek aarzelde geen moment om zich uit de voeten te maken. Hij wilde nu het liefst alleen zijn, dat had hij altijd als hij verdrietig was.

Ik was alleen met Perkamentus. 'Kent hij zijn ware identiteit al?' vroeg hij. 'Nee, hij heeft het al zwaar genoeg, hoor. Ik vertel het aan niemand.' Mijn antwoord was een beetje bruut, maar ik wilde ook weg. Ik had vandaag voor het eerst ik maanden eens een vrije avond, geen nablijven bij Omber. Perkamentus knikte. 'Je mag gaan, juffrouw Hale.' Ik stond onmiddellijk op en verliet de kamer.

Ik zocht Draco. Ik had geen zin om heel het kasteel te doorzoeken, dus ik pakte een briefje en schreef daarop: 'Kom naar de Astronomietoren. T' en betoverde dat zodat het naar Draco vloog. Ondertussen wandelde ik zelf naar de toren. Mijn gedachten waren bij mama. Ze was krankzinnig nu, ze weet niks meer. Wie kon er nu zoiets doen? Ik veegde een verdwaalde traan van mijn wang en probeerde mijn gedachten te verzetten, iets dat niet lukte. Ik kwam aan in de Astronomietoren, maar Draco was er nog niet. Het was al laat en ik had een uitzicht op het terrein van Zweinstein in het donker. Ik ging op de koude vloer zitten wachten. Het leek wel jaren te duren tot hij er was.

Tegenwoordig was ik niet meer graag alleen. Dan voelde ik me zo kwetsbaar en machteloos. Maar gelukkig was Draco er snel. Hij zette zich naast me neer en sloeg een arm om mijn schouders. 'Hoe was het bij je moeder?' vroeg hij voorzichtig. Ik draaide m'n gezicht naar hem toe. De tranen kwamen weer in mijn ogen. 'Vreselijk. Ze is gek en ze weet niks meer. We zijn vreemden voor haar. Wie kan nu zoiets doen, Draco?' Hij zei niks en trok me in een omhelzing. Dat had ik nodig, zijn armen om me heen. Hij hield me lang genoeg vast en liet me dan zachtjes los. Terwijl hij met zijn duimen mijn tranen wegveegde, vroeg hij: 'Wil je bij mij blijven vannacht?' Ik knikte.

Toen we in Draco's slaapkamer waren, ging onmiddellijk op zijn bed liggen. Ik was heel moe van vandaag. Draco trok een van zijn lades open en haalde er een zwart t-shirt uit. 'Hier trek dit maar aan om te slapen. Ik ga wel in de badkamer,' zei hij terwijl hij het t-shirt naar me toeworp. Hij verdween in de badkamer en ik begon me om te kleden. Ik trok mijn kleren uit en deed het t-shirt aan. Het was een beetje te groot, het kwam tot net onder mijn kont. Ik had mijn kleren netjes opgevouwd en op een kastje gelegd. Toen kroop ik in bed en al snel kwam Draco bij me liggen. Hij sloeg een arm om mij heen. 'Slaapzacht, liefste,' fluisterde hij in mijn oor waarna, hij een kus op mijn wang drukte. 'Slaapwel,' antwoordde ik nog voor ik in slaap viel.

Wrong ~ Draco MalfoyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu