Something great

2K 81 8
                                    

Zoals jullie zo kunnen zien heb ik wat verandert aan hoe ik schrijf. Kunnen jullie even zeggen wat jullie ervan vinden zodat ik het zo kan houden of gewoon verder moet gaan als ik het eerst deed. Alvast bedankt!

Robyn

Hij zoent haar zo op haar mond en ze doet niet eens wat! De glimlach die ik net nog op mijn gezicht was, wordt verjaagd door tranen die in mijn ogen branden. Als Elizabeth weer naar me kijkt, ren ik zo snel mogelijk de kamer uit, de snelle voetstappen van Nathan volgen me. De tranen vliegen langs mijn gezicht en ik kan amper zien waar ik heenga, ik weet niet eens welke richting ik opren, als ik maar ver genoeg weg kom van Elizabeth.

Ik kom tot stilstand in 1 van de mannentoiletten in het gebouw en kijk mezelf aan in de spiegel. Al snel verschijnt Nathans gezicht achter me, hij zet het toilet op slot zodat niemand meer naar binnen kan. Hij legt zijn hand troostend op mijn schouder. Het is nogal raar tussen ons, de ene keer haten we elkaar en de andere keer kunnen we niet zonder elkaar. Ik ben nu in ieder geval zeker blij dat hij er is. Alles wat er nu gebeurt doet me denken aan mijn verleden.

"Kan er nou niets goedgaan" mompel ik zacht. "Je komt er wel bovenop" zegt Nathan in de poging me op te beuren. "Dit is niet alles als je dat soms denkt, echt niets in mijn leven kan goedgaan, niets." "Zo erg kan het toch niet zijn" zegt hij onzeker of hij iets verkeerds heeft gezegd. "En dat zeg jij, met je makkelijke, perfecte tienerleven. Liefhebbend gezin, mooi huis, scooter voor de deur en een droomvriendinnetje. Wat wil je nog meer. Je weet half niet wat erg is" zeg ik opeens redelijk agressief. Ik schrik van wat ik zeg en Nathan blijkbaar ook, hij stapt zelfs een beetje naar achter.

Ik leun met mijn armen op de wasbak en kijk naar de grond. Onder mijn voeten zijn de tegels gebarsten, Nathan is dus gewoon bang van me. Ik kijk om, gelukkig deinst hij niet weer achteruit ofzo. "Sorry, dat had ik niet moeten zeggen" zeg ik gekalmeerd. "Maakt niet uit, ik had beter ook niet kunnen zeggen wat ik daarnet zei" zegt hij met een schuine glimlach. "Denk je dat ze.." zeg ik wijzend naar de vloer. "Nah, gewoon niet over praten" zegt hij al wat vrolijker.

Samen lachen we nog een beetje, tot we geklop op de deur horen. Ik weet dat het Elizabeth en Adrianna zijn, ik kan ze ruiken. Ook Nathan heeft het gelijk door. Weer verdwijnt de glimlach van mijn gezicht. "Ga weg!" schreeuw ik met mijn blik op de deur. "Ik wou niet..." hoor ik Elizabeth zeggen. Ik verhef mijn stem "Ik wil het niet weten, ga weg, alsjeblieft!!" "Robyn, hij..." "Hoe vaak moet ik het nog vragen, ga nu weg!!!" schreuw ik nog harder.

Ik hoor voetstappen, maar die stoppen alweer snel. "Kom nou, je gaat nu niet terug" hoor ik Adrianna's stem zeggen. "Maar" "Geen gemaar, je gaat het niet pikken dat hij je niet laat uitpraten" "Weet je wat, je hebt gelijk" De voetstappen van Elizabeth komen weer dichterbij en een harde luchtstoot zorgt ervoor dat de scharnieren van de deur openbreken. "Even tussendoor hoor, hoeveel deuren hebben we ondertussen al gesloopt?" zegt Nathan. Ik kijk hem een beetje zuchtend aan, maar ik moet ook wel lachen. Zijn timing is zo slecht en perfect tegelijkertijd.

"Robyn..." zegt Elizabeth, mijn blik richt zich gelijk op haar. "Wat" zeg ik kortaf. "Hij dwong me, naderhand liet hij me niet eens los! Ik heb hem weg moeten duwen en op moeten sluiten in de wapenkamer om hem te weerhouden van me opnieuw te zoenen!!" zegt ze met wilde handgebaren. Misschien is het wat naïef, maar ik geloof haar haast gelijk, op 1 ding na "Waarom werkte je hem niet gelijk tegen?" "Ik wou het wel, ik wou hem zo hard mogelijk wegduwen als ik maar kon, maar... ik.. het lukte gewoon niet"

Weer zat ze te gebaren, maar liet haar armen langs zich hangen toen ze begon te stotteren. Ik loop naar haar toe en trek haar dicht tegen me aan "Het spijt me, ik had niet eens een goede reden om boos te zijn en..." Voordat ik mijn zin af kan maken, legt Elizabeth haar vinger op mijn lippen "Je praat te veel" Daarna haalt ze haar vinger weg, legt haar hand op mijn achterhoofd en drukt mijn lippen op de hare. Ik leg mijn handen op haar heupen en trek haar nog wat dichterbij, er zijn dus toch dingen die goed kunnen gaan.

RevolutionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu