No easy way

1.4K 59 2
                                    

Morgen nog een hoofdstuk, deze is wat kort en een dag laat dus ja. Sorry

Nathan

Elly is volledig overstuur en na het lezen van de brief heb ik het ook niet meer. Met trillende handen zit ik nu op bed. Warme tranen lopen over mijn steenkoude huid. "Niet weer" fluister ik steeds weer tegen mezelf "Niet weer" Als ik de voordeur hoor opengaan, schiet ik gelijk op. Ik veeg mijn tranen weg en zet mijn blik weer strak. Ik ren mijn kamer uit en loop de huiskamer in. Het is Adry. Ze gaat op de bank zitten en gunt me niet eens een blik. Ik spring over de bankleuning geen naast haar op de bank.

"Waar was je?" vraag ik haar met weinig gevoel. "Je hoeft het echt niet te verbergen hoor" zegt ze. Ik één ruk kijkt ze me aan, alsof ze me wilt doorboren met haar felblauwe ogen. "Waar heb je het over?" vraag ik onbegrijpend. "Wedden dat je de seconde dat ik binnenkwam even je gezicht strak hebt gezet om je zwakte niet te tonen" zegt ze heel monotoon. "En sinds waneer kan jij gedachte lezen" zeg ik een beetje sarcastisch. "Probeer er nou geen grap van te maken" zegt ze, me nog steeds diep aanstarend. Ik word er nerveus van en kijk weg. "Alsof jij nooit je gevoelens verbergt" kaats ik terug. "Tja" is het enigste wat ze antwoord.

Ik sta op en loop om de bank heen. Ik wil naar mijn kamer gaan, maar sta nog even stil. "Ik weet dat je net achter Robyn aan bent gegaan, maar als je zo blijft doen, hoef ik het allemaal niet eens te weten" zeg ik waarna ik verderloop. Als ik mijn kamerdeur open, hoor ik Adry net aan hoorbaar mijn naam noemen. "Nate.." Ik draai me om "Kan je nu wel antwoord geven op mijn vraag?" zeg ik. "Ik was bij Robyn ja" "Ik haal Elly wel" zeg ik waarna ik richting haar kamer ga.

"...dus beloof me niet naar hem toe te gaan" sluit Adry af. Ik knik. Elly huilt nog steeds, gelukkig wel minder. Maar nadat Adry haar verhaal heeft afgemaakt, begint ze weer hard te snikken. Ik trek haar tegen me aan en leg haar hoofd tegen mijn borst. Zachtjes voel ik haar borst in mijn armen op en neer gaan. Ik sus naar haar om haar wat te kalmeren. Na een tijdje valt ze stil, allen haar zachte adem is nog hoorbaar. Ze slaap. Ik til haar voorzichtig op. Adry lacht zwakjes "Slaapt ze" Ik knik.

Daarna breng ik haar naar haar kamer, waar ik haar instop in haar wollige dekens. Ik vraag me af hoe lang haar kleine lijfje het nog volhoud. Al dat verdriet moet haar vast breken. En dan komt daar ook nog bij dat ze de laatste dagen ook nog weinig heeft gegeten. Ze is al zo tenger. Ze is nog magerder dan ze al was en je kan haar ribben al een beetje zien. Als het zo door blijft gaan... ik wil niet eens weten wat er dan kan gebeuren. Ik sta op en loop de kamer uit, waarna ik weer bij Adry ga zitten.

"Het gaat heel slecht met Elly" zeg ik gelijk. "Ik weet het, ze begint er elke dag slechter uit te zien. Ik maak me zorgen" zegt Adry treurig. "Kunnen we niet iets doen?" vraag ik hoopvol. "Als ik toch iets wist" zegt Adry zuchtend. Nu ben ik degene die niets meer dan "Tja" zegt. Daarna is het even stil. "Ik denk dat ik ga slapen, ik ben doodop" zegt Adry uiteindelijk. "Ik kijk nog wel even bij Elly en dan ga ik ook maar" Ze knikt en gaat haar kamer in.

Ik stap zachtjes Elly's kamer in. Ik schuif een krukje aan en ga naast haar bed zitten. Voorzichtig leg ik haar hand in de mijne. Haar vingers zijn zo dun. Met mijn duim wrijf ik over haar hand heen. Haar adem stokt even, ze word wakker. Met nog half dichte oogjes kijkt ze me aan. "Robyn" fluistert ze. "Nee, ik ben het Nathan" fluister ik terug. Ze slikt even. "Ga maar weer slapen, het is al laat en je zal vast moe zijn" zeg ik zachtjes. Ze knikt en draait zich om.

De volgende ochtend sta ik zoals altijd eieren en bacon te bakken, ik kan er nooit genoeg van krijgen. Als ik zit te eten, wacht ik nog even met het eten van de laatste plakken bacon. Normaal gesproken zou Robyn ze zo van mijn bord af stelen. Wat kan je die gozer snel missen zeg. Hoe je zijn vrolijkheid wel niet kan missen. Ik weet nog wel hoe graag ik hem aan het begin juist het liefst weg wou hebben, hoe heb ik dat ooit kunnen denken.

Het was doodeng om hem boos te zien, woedend. Het hoort gewoon niet bij hem, het lijkt wel een soort tweede persoonlijkheid. Ik herken mezelf ook niet als mijn vampierkant het van me overneemt, maar bij Robyn is het zo extreem. Wat me nog het ergst liet schrikken was de kapot geslagen tekening boven zijn bed. Ik heb het vampier zijn nog wel eens overwogen en heb er nu ook geen groot probleem mee, maar Robyn, die heeft hier nooit om gevraagd. Ik weet wat hij heeft meegemaakt, we hebben elkaar ooit  ons levensverhaal vertelt, en het is voor hem geen makkelijke weg geweest. Voor ons allemaal niet.

RevolutionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu