Elizabeth
Ik heb snel Joy gehaald en we hebben haar het kamertje laten zien. Robyn verandert in een weerwolf en volgt Adry's spoor. Ik zit op Robyns rug terwijl Nathan, Joy en Haiden ons volgen. Haiden heeft zo een rare gave dat hij echt extreem hard kan rennen. Sommige mensen hebben dat gewoon zei mijn vader altijd. Maar ja, ik raak afgeleid. Ik woel mijn gezicht in Robyns vacht, ik hoop dat Adry veilig is.
Opeens staat Robyn stil, dan kijk ik pas weer op uit zijn warme vacht. We staan er recht voor, recht voor de oude loods waar Robyn toen uit het raam was geduwd door "Nee, het kan niet Richard zijn geweest" zeg ik opeens geschrokken. Ik voel gelijk dat iedereen naar me kijkt. Ik stap van Robyn af die dan gelijk terug verandert. Het lijkt wel alsof hij door het gebouw heenstaart, het moet vast niet fijn zijn dat hij hier weer is en ik voel me eigenlijk ook niet bepaald op mijn gemak hier.
"Hij is hier" zegt Robyn opeens "Richard, hij is hier" Er gaat een rilling over mijn rug en ik merk dat ik begin te trillen. "Robyn, Elly, gaat ie wel met jullie?" hoor ik Nathan vragen, maar we geven allebei geen antwoord, als versteend staan we daar gewoon. "Kom, we moeten Adry helpen" zegt Joy voorzichtig. Ik knik en pak Robyns hand. Het lijk wel alsof hij wakkerschrikt uit een dagdroom. Ik kijk hem nog even aan, waarna we allemaal naar binnen gaan.
Het is hier zo groot dat we hebben besloten op te splitsen. Ik vond het een heel slecht idee, maar de anderen kreeg ik niet overtuigd. Ik sla nog een hoek om en ga de zoveelste kamer in. "Adry!" roep ik als ik naar binnen kijk. Ze heeft overal wonden en in haar kleding zitten bloedvlekken. Haar polsen zitten met een ketting vast aan de muur. Ze kijkt zwakjes op. "O mijn god, wat hebben ze met je gedaan" zeg ik terwijl ik bij haar neerhurk. "B-ben jij... j-ij da..at El..." daarna vallen haar ogen dicht. Snel grijp ik naar mijn telefoon en bel Nathan, hem kom ik het snelst tegen.
Als ik nog niet eens heb opgehangen, hoor ik al voetstappen achter me. "Als dat niet Elly is" hoor ik Richards vreselijke stem zeggen. Ik draai me met een ruk om. "Weet je, ik zou dit ook met jou doen, maar je bent al zo teer" zegt hij, die vuile grijns verschijnt weer. Ik heb geen geduld voor zijn onzin en druk hem met een windstoot tegen de muur waarna ik hem in zijn maag trap. "Stop met de bullshit en vertel me nu, waarom doe je dit!?" schreeuw ik in zijn gezicht. "Zal niet gebeuren popje" grijnst hij. Daarna voel ik een steek in mijn rug en wordt alles zwart.
Ik doe kreunend mijn ogen weer open. Ik voel dat mijn polsen vast zitten. Ik kijk op en zie weer die vuile grijns. "Goed nieuws, ik heb de rest ook over het gebouw verspreid. Net als jij zitten ze een beetje vast. De een wat meer toegetakeld dan de ander. Je broertje en het vlindertje zijn er nog goed vanaf gekomen, maar als het goed is zijn ze nu nog bezig met bloedzuigertje en Dolfje Weerwolfje" grijnst hij "Spreek niet over ze alsof je hun namen niet kent" sis ik. Hij zegt daar niets op, waarschijnlijk omdat hij gewoon niet wilt toegeven.
"Weetje wat" zegt hij opeens na een tijdje stilte "Wat nou als we er een spelletje van maken. Ik heb al wat regels. Je krijgt een uur om iedereen te vinden. Hierbij mag je me één vraag stellen over iemands locatie en twee vragen over wat je ook wilt. Alle mensen die je vindt in dat uur laat ik gaan, maar de mensen die je niet vindt..." en daar is die grijns weer "Natuurlijk heb ik Robyn het best verstopt" Ik kijk hem aan, deels woedend en deels hopeloos "Oké, laten we het doen" zeg ik gevoelloos.
"Nou, vraag maar raak" "Hoe ben je ooit zo snel vrijgelaten?" is mijn eerste vraag. "Aangezien Robyn niet dood was, was het poging tot moord en niet meer simpelweg moord. Dat helpt al heel wat. En daarbij, ik heb zo mijn contacten" vertelt hij me opnieuw met die grijns, weet hij in principe hoe hij anders moet kijken!? "Oké, tweede vraag. Waarom doe je dit?" Hij leunt naar me toe, raakt mijn neus nog net niet aan met de zijne. "Als ik heel eerlijk ben, geeft het me een soort kik, het geeft me een heerlijk gevoel om mensen pijn te doen" zegt hij, zijn ogen worden steeds groter en zijn pupillen alsmaar kleiner. Maar ik blijf hem strak aankijken, ik ben niet bang voor hem. En daarbij, mij zal hij nooit veel pijn doen, hij wilt me gewoon bang maken.
JE LEEST
Revolution
FantasiVier verschillende afkomsten, vier verschillende bovennatuurlijke wezens, vier elementen, vier seizoenen en één grote gebeurtenis die hun wegen doet kruizen. Zullen deze vier totaal verschillende tieners vrede sluiten met elkaar en hun lot, of elkaa...