Deel 7

464 11 1
                                    

Eva pov. ~ De volgende dag

Wolfs en ik lopen het bureau binnen. Romeo komt meteen naar ons toe. "Een pakketje voor Eva." Zegt hij en hij overhandigt het me. Wolfs kijkt me nieuwsgierig aan. "Verwacht je iets?" Vraagt hij. "Nee niks." Zeg ik en ik ga aan mijn bureau zitten. Ik pak een schaar uit de bureaulade en snij het pakje open. Voorzichtig maak ik het open en kijk wat erin zit. Verbaasd kijk ik op. "Er zit een telefoon in." Zeg ik tegen Wolfs. "Laat eens zien." Zegt hij. Ik geef hem het pakketje en hij trekt snel handschoenen aan. Hij haalt de telefoon er voorzichtig uit en kijkt of er vingerafdrukken op zitten. Ondertussen heb ik ook mijn handschoenen aangetrokken en haal een briefje uit het doosje. 'Voor Eva, als je het nummer dat in deze telefoon staat belt, kom je erachter wie ik ben.' Lees ik hardop voor. "Geef die telefoon eens Wolfs." Zeg ik en ik hou mijn hand open. "Weet je het zeker Eef?" Zegt hij nog, maar ik heb de telefoon al gepakt. "Ik ben gewoon nieuwsgierig." Zeg ik, terwijl ik naar de contactenlijst ga. Ik druk op bellen en de telefoon gaat over. "Ik ben degene die jullie zoeken. Als jullie willen weten wie ik ben moet Eva, ik herhaal alleen Eva, overmorgen om 12 uur klaarzitten in haar auto. Ik SMS je nog de precieze locatie Eva. Maar ik herhaal het nog een keer. Alleen Eva!" Horen we door de telefoon en meteen wordt er weer opgehangen. "Daar gaan we dus niet intrappen." Zegt Wolfs meteen. "Waarom zou hij ons willen vertellen wie hij is?" "Misschien heeft hij spijt, Wolfs." Zeg ik. "Nee, Eef! Jij stopt nu met deze zaak. Ben je helemaal gek geworden? Weet jij veel wat hij met jou van plan is." Ik denk na. Misschien is hij wel iets van plan, maar kom op zeg! Ik ben een goed opgeleide politieagente. Als Wolfs deze keer wel goed op me let kan er toch niks mis gaan? Ik bedoel maar. Dan weet ik of ik hem kan vertrouwen. Ik schud verbeten mijn hoofd. "Nee Wolfs! Ik kap er niet mee! Ik hoef toch niet bang te zijn voor zo'n hufter?! Ik ga het doen." zeg ik en ik loop weg. "Eva alsjeblieft, je denkt niet na! Ik weet dat het moeilijk voor je is wat er is gebeurd, maar er zijn ook andere manieren om het verwerken! Je kunt niet alles opkroppen en de gevaarlijkste stunts uithalen om te zorgen dat je ergens anders aan denkt!" Zegt hij. Ik draai me woest om en kijk hem aan. "HOU JE KOP WOLFS! Je snapt niet hoe dat voelt, hè?! Hoe kun je?!" Met moeite hou ik mijn tranen binnen. Snel loop ik naar buiten en stap in de auto en rij naar huis. Als ik thuis ben trek ik meteen mijn hardloopkleren aan. Ik loop de Ponti weer uit en begin meteen te rennen. Als ik me na drie kwartier helemaal kapot heb gerend, blijf ik staan om even uit te hijgen. Eigenlijk heeft Wolfs wel gelijk. Denk ik. Misschien is het ook veel te gevaarlijk. Ik haal mijn telefoon uit mijn zak en bel Wolfs. Voicemail. "Wolfs...., met Eva. Het spijt me ik had niet zo tegen je tekeer moeten gaan, maar....." Ik wil iets zeggen, maar ik slik het toch weer in. "Ik ben van gedachten veranderd, ik doe het niet. Ik ben even hardlopen, tot straks." Spreek ik in. Dan ren ik verder.

LiegenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu