~2

20 6 0
                                    

Geschreven; zestien dagen ervoor           Te lezen: de tweede dag erna

Lieve Stéphanie,

Het spijt me.

Vandaag ben ik naar de begraafplaats geweest. Het was er mistig, alsof de skeletten onder de grond verdampten in een gas van botten. De namen op de grafstenen klonken als een kille vloek die met het graniet versmolten was. Elk graf was een herinnering die zichzelf vergat. De bloemen lieten hun kleuren vervliegen met de wind en de stemming was grijs. De kou was grijs, de stilte was grijs en de lucht absorbeerde de stemming alsof ze al dagen niet meer gedronken had. Onze tranen waren haar water en onze emoties waren haar zuurstof. Misschien is dat ook wel waarom ik naar de hemel wil.

Ik heb een mooi plekje gevonden. Het ligt naast een klein meertje en als je je ogen sluit, lijkt het alsof je de zee hoort verzouten. Ik voelde haast hoe de zon mijn wimpers verkleurde totdat het van mijn haarkleur afweek, Steph. De zandkorrels zaten weer tussen mijn afstervende huidcellen.

Zoals vroeger.

We hielden zo van de zee. En als ik er nu aan denk, voel ik de zuurstof uit mijn longblaasjes verdwijnen en de druk van het water op mijn strottenhoofd. Verlang ik naar verdrinking.

Leg lelies op mijn graf. Mijn favorieten, weet je nog. Met de roze kleur die de bloem zelf laat verwelken maar die tot in het diepste van de stengel trekt. En huil niet teveel. We weten allebei dat jij me geen liefde meer gaf de laatste tijd, alsof jouw hart onderkoeld was en niets meer kon diffunderen. Maar weet wel dat ik van je houd.

Totdat het laatste stukje van mijn lichaam is weggerot.

Kus, je zusje

~~~
Voor jullie een extra hoofdstuk kon het niet laten hij is kort maar ik hoop dat hij wel leuk is. Van af dit hoofdstuk ga ik vast updaten op Zaterdag

Bloed BrievenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu