~9

8 3 0
                                    

Geschreven: de tiende dag ervoor
Te lezen: de achtste dag erna

Lieve Stéphanie,

Het doet pijn. Mijn huid bestaat uit geschonden littekens en bloed dat niet kan stollen. Mijn gedachten geleiden het zoute verdriet en ik elektrocuteer mezelf.
Het doet pijn om mezelf te laten geloven dat jullie waarschijnlijk helemaal niet treuren. Niet rouwen. Geen lelies op mijn graf, maar slechts bloemblaadjes die verterend bloeien omdat ze niet gevoed door tranen zijn. Onze levens zijn parallel verbonden aan de aarde en dat ik er niet meer ben, wil niet zeggen dat ik jullie harten laat overstromen. Jullie laat doodbloeden met treurig stromend rood.
Zij zegt het ook. Al de hele dag. Ik probeer haar te verjagen, maar de angst staat niet in haar celkern beschreven.
Ze vertelt me wie ik ben. Mijn gebreken die brandende gaten achter laten met een koud vuur. Ik bevries, Steph. Ik ben de winter en de lente is nog zo ver weg. De lente is de zon en het is midden in de nacht.
Ik weet het, zij weet het. Misschien zij nog wat meer dan ik. Ze wil het besef laten diffunderen en ik wil niet- kan niet- mag niet-
Weet je wat ze zegt, Steph? Weet je dat? Kun je het horen als een eeuwige echo die in je nagels blijft steken?
Als je goed luistert, kun je het horen. Als je de stilte toelaat en al zo bevroren bent dat je geen kou meer kunt voelen. Dan kun je het horen.
Ik denk dat ik de enige ben die luistert.
Dat zal het zijn.

Kus, je zusje  

Bloed BrievenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu