~15

7 3 0
                                    

Geschreven: vijf dagen ervoor                                                                                      Te lezen: de dertiende dag erna

Lieve Stéphanie,

Het spijt me.
Op school keken ze me allemaal aan vandaag. Nog geen maand geleden sloegen ze me en lagen hun vingerafdrukken als gestold vuur op mijn huid. Waren de smeulende kolen samengeperst tot het zwart van hun pupillen, riepen ze vloeken die als de doofheid zelve klonken. En nu leken de sterren in hun donkere blik geplaatst te zijn.
Het was bijna als medelijden.
Zouden ze het weten? Dat mijn tranen versteenden tot de aders onder mijn huid? Dat mijn bloed niet langer meer was dan verkleurd zeewater?
Zouden ze echt medelijden met me hebben?
Natuurlijk niet. Ze minachten je. Zien hun spiegelbeeld in jouw littekens en zijn trots op wat ze bereikt hebben. En waarom niet? Waarom zouden ze daar niet trots op zijn?
Zelf gaf ze geen antwoord.
Mijn huid is wit als de slaap die ik niet benut heb. Ik ben moe van alle leugens die ik uit mijn hoofd moet leren. Moe van haar stem en de stilte die haar gedachten voorstelt. Ik kan niet meer.
Vandaag heb ik mijn zintuigen laten vergroeien met de omgeving. Ik ga niet meer naar school morgen. Of overmorgen. Of de dagen daarna. De toekomst is opgeloste waterverf en ik geef me eraan over. Ik los mezelf op in onbekende tranen.
En toch, Steph...
Zouden ze echt medelijden met me hebben?

Kus, je zusje  

Bloed BrievenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu