Geschreven: zes dagen ervoor
Te lezen: de twaalfde dag ernaLieve Stéphanie,
Het spijt me.
De wind snijdt littekens van koude in mijn gezicht en de lucht in scherven door de atmosfeer. De regen bloedt vanuit de gescheurde wolken. De dag die vandaag de hare mag noemen, huilt winterse lentebuien. Snikt zomerse herfstdruppels. Elke regendruppel is een toekomstige traan, maar het zout is nog in de hemel. Misschien zijn de wolken daarom ook wel wit.
Ik zit op de brug. Mijn gedachten zoemen in mijn hoofd als de eerste bijen die in elke bloemkleur de lente vinden. Ik denk na. Over teveel dingen. Oneindig veel filmzinnen die duizenden scripten overleefd hebben en in alle wereldtalen ondertiteld zijn, herhalen zich.
Schiet maar.
Schiet maar.
Doe het maar. Het maakt me niet uit.
Maar de kogels zijn niet geladen met pijn. En niemand durft het.
Het verdriet kruipt onder mijn huid en beschimmelt mijn uiterlijk al langzaamaan, maar volgens mij willen papa en mama het niet zien. Ze besteden geen aandacht aan me. Zeggen niets tegen elkaar of tegen mij en zwijgen in een taal die de stilte niet kan begrijpen. Ik zou willen dat je weer even naar huis kwam, Steph. De zuurstof hier is bevroren en ik kan niet ademen. De eenzaamheid kietelt mijn longen met dode vingers.
Eigenlijk moet ik het helemaal niet van je vragen - je hebt het al druk genoeg. Ik ben je al genoeg tot last geweest. De mensen hebben me te lang gedragen en ik had het geluid van krakende botten niet moeten negeren. Ik had eerder moeten leren lopen.
Leren zwemmen.
Mijn benen bungelen en bungelen en bungelen zich in de kwetsbaarste weerspiegelingen. Het type dat al verandert bij de lichtste watersprong. Ik zie mezelf in het water en baad denkbeeldig in de verdrinking.
De vloeibare dood, hier onder mijn voeten.
Nu blijf ik nog zitten. Nu nog wel.Kus, je zusje
JE LEEST
Bloed Brieven
PoetryHet zijn de laatste brieven, geschreven met de inkt van de dood. Geschreven met tranen van bloed. De laatste brieven. Bloedbrieven.