19.

417 25 6
                                    

~Schets gemaakt, ps die afbeelding op de achtergrond is een foto die ik zelf hebt gemaakt toen ik op reis was❤️~

Jocke

Uiteraard weet ik wat mijn moeder van plan is. Ik schop mijn schoenen uit, net als zij doet. We gaan naast elkaar staan, in de juiste positie. 'Klaar?' Vraagt ze. 'Reken maar!' Zo snel als we kunnen schieten we naar voren en sprinten zo hard als we kunnen. 'Sneller Jocke! Sneller!' Roept mijn moeder al hijgend naast me. Ons tempo is gelijk en steeds wanneer ik sneller wil gaan, versneld zij ook. Ze zullen ons als gekken verklaren maar dat zijn we alreeds dus het maakt me niet uit wat ze over ons denken. Mijn moeder leerde me steeds te leven met een vrije geest en ze vertelde me dat de vrijheid het belangrijkste doel is waarnaar je kan streven in een mensenleven. Ik ben blij dat ze zich dit nog kan herinneren. Het rennen in de jonge natuur laat ons zweven, het wekt een gevoel op van vrijheid. Al weet ik dat we nu niet echt vrij zijn, toch voelt het zo realistisch aan. We rennen en rennen en elke vezel in ons lijf helpt ons sneller te kunnen gaan. We gaan sneller en nog sneller en nog sneller. De hitte werkt tegen en het zweet drupt als een waterval van ons lichaam af. De wind die mee zit helpt ons de warme temperatuur te vergeten en geeft ons een duwtje in de rug om nog sneller te gaan. Het frisse jonge lente gras waarmee onze blote voeten in contact komen, geeft bij elke aanraking een kriebelend gevoel dat onze voeten doet versnellen. Het landschap om ons heen, de bergen, de bomen, de fluitende vogels, moedigen ons aan en zij zijn het die ons laten zweven en die ons de vrijheid laten voelen. Mijn moeder schud met haar hoofd, om haar lange blonde haren uit haar gezichtsveld te krijgen. Wanneer ze me aankijkt zie ik een glimlach op haar gezicht en haar lichte blauwe ogen stralen van geluk. Al galopperen we als jonge jaarlingen over het gras en drijven onszelf tot het uiterste, het gevoel van vrijheid overtreft alles. We rennen totdat we het einde van de tuin hebben bereikt.

Sam

Na een lange autorit zijn we er eindelijk. We verplaatsen ons meteen naar de tuin, waar iedereen zich bevind. 'Waar is Jocke?' Vraag ik meteen. Natuurlijk wil ik mijn held zien. Ik wil hem omhelzen en dicht tegen me aandrukken. Hij heeft me gisteren behoorlijk bang gemaakt, maar ook zweverig, zweverig van verliefdheid. Ik ben verliefd. Ik ben stapelzot van hem. Het is als een ziekte die me plotseling besmet heeft, van de ene dag op de ander was die er plots en misschien gaat die ziekte over, maar misschien is het een levenslange ziekte, dat zijn de geheimen van de toekomst.

'Hij is daar, bij zijn moeder. Als twee gekken rennen ze door het gras alsof ze achter na gezeten worden door een stel wilde honden.' Gromt Pieter al wijzend naar Jocke en Evelien. 'Jij begrijpt hen gewoon niet. Niemand van jullie achterlijke wezens begrijpt hen. Het gaat vreemd klinken maar hen vergelijk je best met paarden...' Met z'n allen proesten ze het uit van het lachen, maar ik blijf er serieus onder. Intussen rennen Jocke en Evelien weer terug naar ons. 'Moet je kijken dan hoe ze rennen! Ze rennen als vurige renpaarden door de tuin. Als je luistert kan je zelfs de bodem onder hun voeten horen kraken. Beiden zijn ze koppig en haast niet te temmen, net als wilde mustangs. Ze houden van rennen, maar ze houden vooral van vrijheid.' Luca zet zich al lachend recht. 'Je maakt toch een denkfout Sam, paarden zijn vluchtdieren. Wat Evelien en Jocke gisteren deden was niet vluchten, ze renden naar het gevaar toe!' 'Ze zijn nieuwsgierig, dapper en sterk!' Bijt ik hem toe.

Jocke

Mijn moeder en ik blijven rennen aan hetzelfde tempo, we maken er een race van maar toch lukt het niet om een voorsprong te krijgen.

Maar wanneer Sam in zicht is, gaat het plots sneller. Ik krijg precies een duwtje in mijn rug want ik steek mijn moeder voorbij met twee lengten voorsprong en ik versnel als maar. De aarde onder mijn voeten wordt omgespit. Op het gezicht van Sam is er een glimlach te zien, een glimlach van opluchting dat ik nog leef. In plaats van recht door te blijven rennen, snij ik de weg af en ren naar Sam toe. We omhelzen elkaar. 'Doe me nooit meer zo schrikken...' Fluistert ze in mijn oor. 'Het spijt me Sam-' '-Je hoeft geen spijt te hebben, je bent een held!' Ik laat haar los en kijk haar met waterige ogen aan. 'Nee, dat ben ik niet. Een echte held weet wat hij doet, ik was gewoon zot en deed het zonder plan, zonder na te denken...' 'Wat zeg jij nou allemaal? Je bent een held! Mijn kleine held.' Ik schrik wanneer ze met haar warme hand over mijn wang wrijft. 'Het was toeval dat het goed ging, puur geluk. Maar als ik een plan had gehad, dan had ik hen beiden gered kunnen hebben .' Ze kijkt me verward aan. 'Je hebt hen beiden toch kunnen redden?' Ik schud mijn hoofd. 'De jongste is overleden.' Haar glimlach verdwijnt en nogmaals trekt ze me in een knuffel.

Locked by you 3Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu