one bite can change it all

4K 103 25
                                    

heey dit is mijn eerste verhaal ik hoop dat jullie het leuk vinden laat het me alsjeblieft weten in de reacties het spijt me als de spelling niet helemaal goed is maar ik probeer het zo goed mogelijk te doen. ik heb erg veeI ideeën voor dit verhaal dus ik hoop dat ik die met jullie kan delen. hier is het eerste hoofdstuk . Mijn tweede boek Blood Circle is nu ook uit. https://www.wattpad.com/story/44274031-blood-circle

 Het was al laat maar ik wilde toch nog  kijken of het goed ging met de paarden. De laatste paar dagen zijn er steeds meer vermiste dieren opgegeven door verschillende boeren in onze buurt .Ik hou heel erg van onze paarden, ook al zijn ze technisch gezien niet van mij.  Ik weet dat het eigenlijk niet hoeft, de paarden zijn van mijn pleeggezin de Luters. Ze hebben mij nog nooit wat gevraagd als het gaat om de boerderij, maar waar praten ze eigenlijk wel met mij over. Ze vinden me maar een last aan hun been. De enige reden waarom ze me bij hun hebben laten intrekken is omdat ze er geld voor krijgen. Maar je hoort mij niet klagen sinds de dood van  mijn ouders ben ik al blij met een dak boven mijn hoofd. Een groot deel van mijn leven heb ik bij andere gezinnen gewoond, maar nergens voelde ik me echt thuis. Dit kwam grotendeels ook doordat ik me zelf nogal misdroeg, maar dit gedrag werd vooral gestimuleerd doordat ik overal het liefst zo snel mogelijk weg wilde. Omdat ik in zo een korte tijd veel gezinnen had versleten, werd het telkens moeilijker om een nieuwe familie voor me te vinden. Uiteindelijk kreeg ik een bericht van de kinderbescherming dat er toch nog een gezin was die me wilde hebben.  Ze woonden op een boerderij iets buiten een dorp genaamd Linvil. Omdat ik geen andere opties meer had en ik graag een nieuwe start wilde maken, heb ik ja gezegd. Dit was misschien één van de slechtste keuzen die ik ooit heb gemaakt. De familie waar ik bij terecht kwam genaamd de Luters bestaat uit Clarice en John. Zover ik weet vangen ze alleen kinderen op om het geld en niet omdat ze het iets kan schelen hoe het met de kinderen zelf gaat. De eerste keer dat ik hun zag wist ik dat ik een foute keuze had gemaakt. Hun gezichten spraken boekdelen. Hun uitdrukking had ik ook zo vaak op de gezichten van de andere pleeggezinnen gezien. De teleurstelling en minacht, omdat ze je eigenlijk niet wilde of omdat dat je niet bij hun verwachtingen paste. Het verbaasde me dan ook niks dat ze me een schuur ver van hun eigen huis, op hun erf aanwezen. Zodra ze me erheen brachten voelde ik een kilte in me omhoog kruipen, waarom mocht ik niet gewoon in huis slapen. Op een of andere reden wilde ik toch aansluiting met deze mensen ook wist ik dat dat nooit zou gebeuren. Niet vanaf hun kant maar ook niet van die van mij. Sinds mijn ouders zijn overleden vind ik het moeilijk om mijn gevoelens te uiten bang dat als ik me open stel ik gebroken word achtergelaten. Uiteindelijk ben ik blij dat ik in mijn schuur woon.  Als je binnenkomt sta je als eerst in een kleine gang met aan je linkerhand een deur die naar de badkamer leidt. Deze bestaat uit een wc en en douche en meer heb ik ook niet nodig. Als je rechtdoor loopt in de hal kom je in mijn woonkamer. Ondanks dat de schuur nogal klein is paste er in de woonkamer gemakkelijk een keuken met gasfornuis  In de linkerhoek van mijn kamer staat mijn bed en de rechterhoek wordt in beslag genomen door een kleine eettafel met twee stoelen.

    Zodra ik naar buiten loop wordt ik begroet door een koude bries. In dit deel van Amerika is het nog aardig koud ondanks dat het al lente is  dit komt omdat ik dicht bij de Rocky Mountains leef. Het hek dat richting de weilanden leidt is op vijf minuten loop afstand van mijn huisje. De Luters hebben een groot stuk land tot hun beschikking in vergelijking met veel andere boeren in de buurt. De paarden staan dan ook helemaal aan de rand van het bos. Ik moet dan  ook een aardig stukje lopen om ze te bereiken maar dit vind ik niet erg. Op school zit ik ook al de hele dag binnen omdat het eigenlijk te koud is om naar buiten te gaan, maar met een dikke trui en jas is het prima uit te houden. Ik klim over het hek heen begin in de richting van het bos te lopen. Na tien minuten lopen ben ik al bijna aan de rand van het bos 

Op school zit ik ook al de hele dag binnen omdat het eigenlijk te koud is om naar buiten te gaan, maar met een dikke trui en jas is het prima uit te houden. Ik klim over het hek heen begin in de richting van het bos te lopen. Na tien minuten lopen komt de bomenmassa steeds dichterbij. Uit het niets strijkt er een koude windvlaag over het weiland heen, waardoor ik mijn pas versnel. Vanaf hier kan ik de grote brede lichamen al zien. Zo als gewoonlijk staan ze te grazen wat me een opgelucht gevoel geeft. Terwijl ik dichter bij kom scan ik voor de zekerheid de rest van mijn omgeving. Voordat mijn ogen zich weer kunnen richten op de paarden blijven ze hangen op het bos. Vanuit de donkere bomenmassa lijken ze op te lichten als een volle maan in de donkere avond lucht. Met geen mogelijkheid kan ik wegkijken het lijkt of de twee goudgele ogen zich in die van mij lijken te boren. Ik kan de gedaante niet meteen plaatsen maar één ding dat ik zeker weet is dat het niet menselijk is. Langzamerhand beweegt de schaduw zich dichter naar de rand van het bos toe. Zodra het eerste gedeelte van de gedaante zich begeeft in het maanlicht daalt er een koude rilling over me heen. Het hoofd is pikzwart waardoor de ogen nog meer opvallen en daarna volgt zijn lichaam. Ik weet niet wat ik had verwacht maar het was zeker niet dit. Voor mij staat de grootste wolf die ik ooit heb gezien. Zijn vacht lijkt net als zijn ogen licht te geven, alsof het maanlicht erin wordt gereflecteerd. Ik heb tijdens biologie lessen nooit zo goed opgelet maar ik weet dat zijn lichaam niet zo groot hoort te zijn en vooral zijn hoofd niet. Vanaf deze afstand lijkt zijn hoofd dezelfde afmetingen te hebben als dat van ons grootste paard. Het moment dat de wolf in het maanlicht stapt slaat één van de paarden aan. Je zou denken dat ze hem wel eerder zouden hebben geroken, maar misschien werd zijn geur geblokkeerd door de takkenmassa. Zodra ze zijn geur hebben opgepakt galopperen ze zo ver van de wolf vandaan als ze kunnen. Ik weet niet wat ik had verwacht dat er zou gebeuren zodra hij uit de schaduw zou stappen, maar het was zeker niet dit. Ergens in mijn hoofd had ik verwacht dat hij achter de paarden aan zou gaan maar zodra ze weg galopperen zet hij geen achtervolging in. In plaats daarvan blijft hij stilstaan terwijl zijn ogen die van mij voor geen seconde verlaten. Iemand heeft me ooit verteld dat wanneer je een wilddier tegen komt je stil moet blijven staan. Als je begint met rennen zou je hem alleen maar uitlokken. Ooit had ik dit advies als logisch omschreven maar nu ik me zelf in deze situatie bevind, bevat deze uitspraak geen enkele logica meer. Voorzichtig zet ik een stap naar achteren, zo onopvallend mogelijk zodat hij het niet zal zien. Na twee stappen naar achteren te hebben gedaan kan ik me niet meer inhouden en zet ik het op het rennen. Een stem in mijn hoofd verteld me dat dit een slecht idee is, dat een wolf vele malen sneller is dan een normaal mens, maar op dit moment kan het me niks schelen. Ik kan daar toch niet blijven staan, wachtend totdat hij me aanvalt. Mijn beste ontsnappingspoging is een groepje bomen aan mijn linkerhand die wat verder uit het bos staan. Als ik deze weet te halen kan ik er misschien in één klimmen. Zover ik weet kunnen wolven niet in bomen klimmen en ben ik dus veilig. Het enige nadeel is dat ik waarschijnlijk de hele avond in een boom moeten zitten als hij besluit om me de hele avond gezelschap te houden. Gelukkig doen de Luters elke morgen een ronde langs de weilanden, dus misschien kunnen zij me helpen. Tijdens het rennen durf ik niet achter me te kijken maar aan de trillende grond en het gehijg wat steeds dichter bij lijkt te komen weet ik dat hij me op de hielen zit. Ik versnel me pas en het gehijg lijkt ietsjes zachter te worden, maar voordat ik denk dat ik het ga halen blijft mijn voet vast zitten in een kuil. Voordat ik het weet vlieg ik naar voren, ik probeer mezelf nog op te vangen maar de gebeurtenis was te onverwachts en ik kom met een doffe klap in het gras terecht. Zo snel als ik kan probeer ik mezelf overeind te hijsen, maar het is al te laat. Hij heeft me ingehaald. In een oogopslag springt hij met zijn kolossale lichaam op me waardoor ik weer met een harde klap terugval in het gras. Zijn gewicht perst alle lucht uit mijn longen. Vanuit mijn ooghoek zie ik zijn hoofd naderen. De stank die uit zijn bek komt doet mijn avondeten weer omhoog komen. Voordat ik kan proberen om uit zijn grip te ontsnappen zet hij zijn tanden in mijn schouder. Een pijn die ik nog nooit gevoeld heb vult mijn lichaam. Hij had net zo goed mijn arm eraf gerukt kunnen hebben want ik voel geen verschil qua pijn. Maar dit is blijkbaar niet genoeg voor hem want zodra hij een hap uit mijn schouder heeft genomen, richt hij zich op mijn middel. De tweede beet is nog erger dan de eerste. Mijn lichaam lijkt wel te exploderen, elke zenuw en elk oppervlakte van mijn lichaam is gevuld met helse pijn. Had ik eerst het gevoel dat mijn hele arm er werd afgetrokken dan lijkt het nu of al mijn organen uit mijn lichaam worden verwijdert. Een kleverige substantie begint zich over mijn gehele bovenlichaam te verspreiden en ik hoef niet te kijken om te weten wat het is. De pijn overheerst, maar ik opeens voel ik nog wat anders bij mijn middel. Het voelt alsof iemand het een goed idee vond om schuurpapier over mijn mond heen te bewegen. Ik wil gillen maar het geluid lijkt niet te komen, in plaats daarvan lijkt mijn mond zich te vullen met bloed. Er beginnen zich zwarte vlekken voor mijn ogen te voeren en ik voel dat ik wegval. Met al mijn macht probeer ik er tegen te vechten. Als ik wegval is het zo goed als over, niemand die mij hier nog uit kan redden. Als de wolf eenmaal klaar is met het oplikken van mijn bloed zal hij wel een ander deel van mijn lichaam vinden, mijn benen bijvoorbeeld. Hoe hard ik me er tegen probeer te verzetten de pijn en de duisternis overheersen en alles wordt zwart.

Door de helse pijn in mijn schouder en middel weet ik meteen dat ik weer bij bewustzijn ben. Mijn ogen laat ik gesloten ten eerste omdat ik bang ben waar ik mij bevind en ten tweede ik krijg ze met geen enkele mogelijkheid open. Mijn oogleden voelen zwaar aan en het enige wat ik nu kan zien is een zwarte leegte. De pijn is nog steeds verschrikkelijk maar op één of andere reden is het wel iets geminderd. Ik kan me al iets meer concerteren op andere dingen dan alleen de pijn. Eerst drong het niet tot me door maar ik heb het idee dat ik me niet meer op het gras bevind. Het gevoel van de koude grond is verruilt voor een warm gevoel. Niet het gevoel van warm bloed maar meer als dat van een lichaam. En dan voel ik ze, twee stevige armen die zich om mijn lichaam hebben geslagen. Mijn gezicht is tegen een warm hard oppervlak gedrukt, het voelt als een gespierde borstkas van een man. Het doet me denken aan een zomerse dag toen mijn ouders nog leefde. Mijn vader zat in onze tuin zonder T-shirt omdat het gewoon te warm was om er wel één te dragen. Ik weet nog hoe ik bij hem op schoot klom en mijn gezicht tegen zijn warme torso aan duwde. Zou er iemand zijn geweest die het gelukt is om mij te bevrijden van dat monster. Voorzichtig probeer ik weer om mijn ogen open te krijgen. Dit keer slaag ik er wel in. Doordat de maan mijn enige lichtbron is kan ik vaag de contouren van een man herkennen. Om een beter zicht te krijgen beweeg ik mijn hoofd ietsjes maar voordat ik een beter beeld kan krijgen van de man gooit hij me over zijn schouder. Doordat ik met een klap tegen zijn rug aan kom schiet er een pijnscheut door mijn schouder heen. Ik kan de gil niet tegenhouden maar mijn redder lijkt zich er niks van aan te trekken. Mijn armen bungelen naar beneden en dan pas realiseer ik me iets. Waar zich een stof van broek zou moeten bevinden, bevind zich alleen maar meer warme huid. Mijn paniek neemt het van me over. Ik wil zo snel mogelijk weg bij deze waarschijnlijk naakte man. Met alle kracht die ik nog in me heb probeer ik me tegen hem te verzetten, maar het heeft geen zin. De grip op mijn benen wordt erger en door al het worstelen krijgt de pijn weer zijn volle grip op mij. En voordat ik het weet bevind ik me weer in een eindeloze duisternis waar ik voorlopig niet meer uit zal komen.

Heey allemaal, ik heb mijn hoofdstukken nagelezen en ik was eigenlijk helemaal niet tevreden met wat ik had geschreven. Daarom ga ik veel van mijn hoofdstukken qua schrijfstijl aanpassen. Dit is het vernieuwde hoofdstuk hopelijk vinden jullie deze ook beter dan de eerste. Laat me alsjeblieft vinden wat jullie van mijn eerste hoofdstuk vinden in de comments and please like.

xx

one bite can change it allWhere stories live. Discover now