Kevin

198 17 7
                                        

Ik liep door de gangen, op weg naar het scheikundelokaal. Ik was super moe omdat ik zo slim was geweest meneer Van der Wal gisteravond een bezoekje te brengen terwijl ik vandaag gewoon weer naar school moest.

Ik slaakte een diepe zucht. Plotseling werd ik bij mijn arm gegrepen en werd ik het meisjestoilet ingetrokken. Voor ik het wist stond ik tegen de muur gepind en keek ik recht in de ogen van Julian.

Ik keek hem boos aan, 'Wat nou weer?'

Ik verwachtte zijn vervloekte grijns weer te zien maar zijn gezicht stond serieus. 'Hoe kom je aan die littekens?'

Ik deed mijn mond al open om iets te zeggen, maar hij onderbrak me.

'En ga niet zeggen dat het me niets aangaat en probeer niet te liegen. Ik weet dat ze van een zweep komen.'

Ik bleef stil. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Het liefst wilde ik gewoon wegrennen, maar hij hield me stevig tegen de muur gedrukt en ik kon geen kant op.

'Slaan je ouders je?'

Ik hield mijn gezicht ongevoelig toen ik zei wat ik eigenlijk nooit vertelde: 'Mijn ouders zijn dood.'

Zijn greep verslapte en aan zijn gezicht was duidelijk te zien dat hij verbaasd was. Ik wurmde me los wilde het op een lopen zetten. Maar hij ondervatte me weer en al snel stond ik weer tegen de muur gedrukt.

'Mijne ook', hij zei het heel zachtjes, maar ik kon het toch horen.

'Nou ja', ging hij wat luider verder, 'mijn moeder is echt dood. Mijn vader is er zo weinig dat hij net zo goed dood had kunnen zijn.'

Zijn gezicht kwam dichterbij en langzaam drukte hij zijn lippen op die van mij. Ik liet het toe. Al was het maar om hem af te leiden van wat hij eigenlijk wilde. Ik liet zijn zachte lippen over de mijne spelen totdat hij me los liet en me alleen liet in de toiletten.

Opgelucht zakte ik op de grond. Hij had niet verder gevraagd over de littekens.

Ik liep naar buiten naar mijn motor. Ik kon niet wachten om naar huis te gaan. Het viel me op dat er een slot om mijn wiel zat dat niet van mij was.

Ik keek om me heen en zag Julian tegen zijn Porsche aanleunen. Hij keek me strak aan. Ik vloekte binnensmonds. Hij was nog niet klaar met me. Ik wist ook meteen dat het zijn slot was.

Ik liep op hem af. 'Wat wil je?'

Hij zei niets maar deed de deur van zijn auto open en gebaarde naar binnen.

'O nee, dacht het niet. Haal gewoon dat slot weg.'

Hij rolde met zijn ogen. 'Sorry schat. Of je komt met mij mee, of je kan naar huis lopen.'

Ik wierp hem een dodelijke blik toe, maar stapte wel de auto binnen. Hij stapte ook naar binnen en startte de auto.

We reden een heel stuk totdat we bij een wijk aankwamen die ik heel goed kende. Een villawijk. Ik was er al meerdere keren geweest. Rijke mensen maken rijke vijanden en rijke vijanden kunnen mensen als ik inhuren.

We stopten voor een groot huis. Hij opende de deur voor me en gebaarde dat ik uit moest stappen.

Met tegenzin liep ik het huis binnen. Oplucht stelde ik vast dat ik nog nooit in dit huis ben geweest, ik had niet zijn moeder of broer vermoord ofzo.

Hij leidde me door de gang, naar de woonkamer. Hij deed de deur dicht en drukte me er ruw tegenaan. Hij drukte zijn lippen dwingend op de mijne.

Ik rukte me echter van hem los en keek met stomheid geslagen naar de man in de woonkamer. Julian had hem niet gezien, maar ik ben getraind om altijd alles te zien.

De jongen staarde verbaasd naar mij. 'Avalynn?'

Ik keek snel naar Julian. Hij had de jongen nu ook opgemerkt. Hij leek ook verrast door de aanwezigheid van de jongen. Ze kende elkaar dus niet.

Ik trok een mes. Het kon me niet schelen dat Julian het kon zien. Het was te gevaarlijk om ongewapend te blijven.

'Kevin', je kon de minachting duidelijk horen in mijn stem, 'Wat doe jij nou weer hier?'

Hij lachte, 'Dat weet je best, Avalynn. De vraag is: wat doe jij nou weer hier?'

Ik gromde. 'Heb je weer een onschuldige, onwetende jongen om je vingers gewonden?' Ging hij verder, 'Heb je hem wijs gemaakt dat je om hem gaf? Dat je van hem houdt? Avalynn, jij bent niet in staat om ook maar van iets te houden. Je bent koud, gevoelloos en gemeen. Je probeert je lusten te bevredigen, maar die zullen nooit bevredigend worden. Je moord je breekt harten en je maakt vijanden. Je denkt dat je zal overleven, maar dat gaat niet gebeuren, Avalynn. Jij gaat het nooit lang overleven.'

Ik liet hem niet merken dat het me raakte. Maar dat deed het natuurlijk wel. Het raakte me omdat het waar was.

Ik lachte kort, 'Toch langer dan jij, Kevin.'

Hij werd bleek, 'Avalynn, dat kan je niet maken. Ik doe gewoon mijn werk.'

'Aan dat werk zit risico's, Kevin. Jij moet van deze familie afblijven en ik weet dat je dat niet gaat doen totdat je dat echt nooit meer kan.'

Het mes vloog al door de lucht en trof hem in zijn schouder. Hij schreeuwde het uit en probeerde het mes eruit te trekken, maar ik stond al achter hem met een nieuw mes. Ik stak het mes door zijn buik en trok het er weer uit. Ik liet hem op de grond zakken om hem langzaam dood te laten gaan. Ik trok ook het mes in zijn schouder eruit en veegde de messen schoon aan mijn shirt.

Ik kneep mijn ogen dicht en draaide me om naar Julian. Ik hoopte dat wanneer ik mijn ogen opendeed, hij er niet meer zou zijn. Ik hoopte dat hij niets had gezien en dat ik wakker zou worden in mijn eigen kamer.

Helaas zat Julian me bleekjes aan te staren toen ik mijn ogen opendeed. Ik vloekte hartgrondig. Hoe ging ik me hier uit redden?

Julian bleef me aanstaren, 'Wie ben jij?'

Assassin's highschoolWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu