Proloog

230 8 0
                                    

Het licht schijnt door het bladerdek. De geur van de bladeren prikkelen mijn neus. Het is een scherpe geur, maar vertrouwd.

Mijn spieren worden losser en ik begin te rennen. Ik denk aan niks anders. Ik moet rennen, ik kan niet anders.

Het lijkt alsof het rennen mijn zintuigen scherper maakten. Mijn ogen zien zelfs het kleinste miertje op de grond zitten met een groot blad naast zich.

Mijn gehoor wordt beter, de vogels van 100 meter verderop maken een prachtig geluid.

Ik weet niet wat rennen met me doet, maar het laat me vrij voelen.

PentagramWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu