Hoofdstuk 1

148 10 2
                                    

Ik werd zwetend wakker. Ik had de deken van me afgeslagen en lag op de houten vloer naast mijn bed.

Ik drukte mijn wekker uit. Het geluid wat dat ding produceerde was niet normaal. Soms snapte ik niet hoe de buren gewoon konden slapen.

Toen ik gedoucht had, een skinny jeans en een groen topje had aangetrokken, sloop ik de trap af om mijn moeder niet wakker te maken. Niet dat dat makkelijk was, ze zou zelfs door een tsunami heen slapen.

Ik propte mijn brood naar binnen. Ik wist niet meer wat ik er op had gestrooid, maar het smaakte nou niet echt lekker. Ik was de laatste tijd nogal afwezig. En dan bedoel ik echt afwezig. Ik heb een dag alle leraren op school genegeerd omdat ik naar buiten keek en dacht aan rennen.

Ik goot met een vies gezicht de melk in het glas in mijn mond. De geur alleen al liet me kokhalzen.

Mijn moeder kwam naar beneden. Ze droeg haar gele pantoffels en haar roze badjas. Ik vermoedde dat ze daar niks onder droeg.

'Heb je lekker geslapen, schat?' Vroeg ze moe. Ze probeerde me een kus te geven, maar ik dook behendig weg. De geur van drank was overweldigend.

Mijn moeder keek me verdrietig aan. Haar blonde haar zat in een losse knot en er vielen losse slierten voor haar ogen. 'Is deze meid de kussen van haar moeder zat?' vroeg ze zacht.

'Nee,' antwoordde ik. 'Deze meid is de geur van drank zat.'

Ik draaide me om en pakte mijn schooltas van de eettafel.

'Milena, wacht nou even.' De stem van mam stond smekend.

Ik liep de gang in. Ik was dat gesmeek zat, ik had er niks mee te maken.

Ik pakte mijn jasje van de kapstok en deed hem aan.

'Wat is er?' Ik keek op en zag een oudere man met een harige hangbuik. Het enige kledingstuk wat hij droeg was een oude witte onderbroek.

Ik gilde en rende de deur uit. Pas twee straten verder stopte ik.

'Heb je een spook gezien ofzo?' De stem van Bertram liet me opschrikken. Hij keek me nieuwsgierig aan. Zijn blauwe ogen twinkelden van plezier en zijn bruine krullen kwamen onder zijn beanie vandaan.

'Nee, maar wel een witte onderbroek. Telt dat ook?' Ik klonk onschuldig.

Hij maakte even een vies gezicht en moest toen, net als ik, keihard lachen.

PentagramWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu