Hoofdstuk 10

109 9 1
                                    

'En dit is onze genenbank,' vertelde Meredith. 'Hier zorgen we dat de genen van uitstervende dieren bewaard blijven en later misschien weer opnieuw gevormd kunnen worden tot hun normale vorm.'

Geen een meisje, behalve Foster, vond het interessant. Alle jongens vonden het daarentegen heel interessant. Iedere jongen probeerde Merediths aandacht te krijgen, behalve Bertram.

We liepen verder. 'En dit is ons archief waar we rapporten van al onze onderzoeken bewaren.'

Ik stopte mijn gesprek met Sarah over de nieuwe OneRepublic cd en luisterde aandachtig.

'Doen jullie ook experimenten met mensen?' vroeg Nick.

Meredith knikte van ja. 'Het gebeurd niet vaak, maar we hebben wel een paar onderzoeken gedaan naar bepaalde genen.'

Het woord "bepaalde" liet me even huiveren. Het klonk niet goed in die zin.

'Zouden zij misschien meer weten over ons?' fluisterde ik in Bertrams oor.

Hij haalde zijn schouders op en pakte mijn hand. 'Laten we in dat geval maar even kijken,' zei hij met een glimlach.

Na een paar minuten liep de groep verder en bleven wij achter.

Ik opende de deur voorzichtig. Het was donker in de ruimte. Ik vond de lichtschakelaar en toen ik hem omzette werd de kamer verlicht door tl-buizen.

Het archief was reusachtig. Misschien waren er wel duizenden rapporten. Hoe waren we dan van plan om ons rapport te vinden?

'Ik links, jij rechts?' stelde ik voor en schudde meteen mijn hoofd. Het slechtste plan wat je kan hebben.

'Ik denk dat we gericht moeten gaan zoeken,' grinnikte Bertram. Hij pakte me bij mijn pols en trok me mee naar een van de archiefkasten.

Ik pakte er een van de rapporten uit en sloeg hem open. Het was een project over planten. Het was een uitgestorven plant die zich weer op de ze aarde had genesteld. Het was een prachtige plant met roze bloemen.

Ik schudde mijn hoofd. 'Plantenafdeling,' mompelde ik en zette het verslag terug.

We vonden nog 3 kasten over planten, 2 over schimmels en 4 over bacteriën. Ik vroeg me af waarom ze 4 kasten over bacteriën hadden. Was het zo'n belangrijk onderwerp?

'Milena,' hoorde ik Bertram roepen vanaf de andere kant van het archief.

Ik snelde naar hem toe en trof hem daar aan met een rapport in zijn handen.

Bertram ga mij het verslag en knikte.

Ik keek naar het rapport. Project W.

Was dit het? Stonden hier de geheimen van ons bestaan in?

We hadden geen tijd om er rustig achter te komen. 'Wat doen jullie hier?'

Bertram en ik draaiden om en keken naar een lange, slanke vrouw met haar zwarte haren in een hoge paardenstaart.

'We zijn onze groep kwijt geraakt,' loog ik vlug. 'We liepen per ongeluk de verkeerde kant op en waren toen verdwaald. We dachten dat ze misschien hierbinnen waren.'

De vrouw keek even verbaasd, maar lachte toen. 'Het is goed. Kom maar, dan breng ik jullie naar jullie klas. Volgens mij zag ik ze net bij een van de onderzoeksruimtes.'

~

'We hebben niks,' mopperde ik. Ik was de rest van de dag chagrijnig gebleven.

Bertram draaide zich naar mij toe.

We lagen op het gras naast het meertje. Het was een vredige plek, vogels floten een vrolijk deuntje en de wind waaide rustig mee op de maat.

'Niks is niet wat ik zou zeggen,' zei Bertram en hij trok zijn shirt wat omhoog. Zijn buik was bruin en je zag de spieren onder zijn huid. Ik moet zeggen dat het een nogal leuk uitzicht was.

'Bevalt het je?' vroeg mijn vriendje arrogant. Hij grijnsde even naar me.

'Nou, ik had eigenlijk op een sixpack gehoopt. Ach, je kan ook niet alles hebben.' Ik stak mijn tong naar hem uit.

'Das waar,' gaf hij toe. 'Maar ik heb dit wel.' Hij haalde het dunne verslag onder zijn shirt vandaan.

Mijn ogen werden groot en ik gilde even. Ik sprong op Bertram en zoende hem. 'Je bent geweldig!'

'Weet ik.' Hij grijnsde weer.

Ik nam het boekje van hem over en opende hem. Op de eerste pagina stond een foto. Er stonden een paar lachende mannen op die elkaar op de rug sloegen. Het waren er 8.

Ik lachte. Ze zagen er zo gelukkig uit, als een grote vriendenclub of misschien wel als broers. Het was geweldig om te zien.

Ik hapte naar adem toen ik de mannen beter bekeek. Het was een jongere versie van Pascals vader. Ik had hem vaak genoeg gezien, ik kwam vaak bij Pascal thuis.

De man links herkende ik niet.

De man die in een sexy pose op de grond lag herkende ik ook. Het was Bertrams vader. Wauw, wat zag hij er goed uit. Geen wonder dat Bertram er nogal goed uitzag.

Ik keek even verder. Ik hapte naar adem. In het midden van de groep, rechts van de vader van Pascal, stond een man met dezelfde vorm ogen als de mijne en hetzelfde gezicht: mijn vader.

PentagramWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu