Hoofdstuk 6

101 10 5
                                    

'Waarom ben ik geblinddoekt? Het is toch geen verrassing meer dat jullie iets voor me georganiseerd hebben? Ik bedoel, jullie hebben me de afgelopen week zo genegeerd, dat moet toch wel iets betekenen.' Ik sjokte chagrijnig naar voren, terwijl Bertram me voorzichtig ergens naartoe bracht.

'We zijn jongens,' zei hij in mijn oor. Hij rook naar citroen en gras. 'De versiering ziet er belabberd uit en we willen je niet laten gillen.'

Ik rolde met mijn ogen. Wat een sukkels zijn het ook. Waarom hebben ze daar dan ook niet een meisje voor gevraagd? Had je verwacht dat ze slim zouden doen?

Ik pakte Bertrams hand steviger vast. Ik was niet van plan te vallen, ik was niet gek.

Mijn begeleider opende iets, ik gokte op de poort die leidde naar de tuin.

'Voordat we er naartoe gaan,' fluisterde Bertram, 'wil ik je iets geven.' Hij schoof mijn haar naar één kant en gaf een klein kusje op mijn nek.

Een kleine glimlach vormde zich om mijn lippen. Hij was zo lief.

Ik voelde zijn handen iets om mijn nek hangen en er hing een extra ketting.

Bertram ging voor me staan en deed mijn blinddoek af. Hij droeg een zwarte jeans en een rood-zwarte houthakkers blouse. Hij droeg ook nog zijn donkerrode Converse en zijn zwarte beanie. Hij zag er echt heel leuk uit.

Ik keek naar het kettinkje om mijn nek. Het was een klokje.

'Maak hem maar open,' moedigde Bertram me aan.

Ik deed wat hij zei en ik zag een foto van ons twee. Het was een foto van 2 weken geleden, toen we naar het meer gingen. Ik zat op zijn rug en kuste hem op zijn wang. Ik had geen idee dat hij een foto had gemaakt.

Zijn ogen hadden een soort enthousiaste glinstering en hij lachte breed.

Er welde tranen op in mijn ooghoeken. Ik veegde ze snel weg. Ik glimlachte naar Bertram.

Hij stond daar, beetje awkward. Ik sloeg mijn armen om zijn nek en knuffelde hem. 'Bedankt,' fluisterde ik in zijn oor.

Hij legde zijn hand om mijn middel. 'Wanneer het ook is, Hoe laat het ook is, ik ben er altijd voor je.'

Ik keek in zijn mooie, blauwe ogen en kwam iets dichterbij met mijn hoofd.

'Hé, jongens.' Pascal stak zijn hoofd boven het tuinhek. 'Als jullie willen zoenen moet je binnen zijn.'

We lieten elkaar snel los en liepen de tuin in.

Ik schrok toen ik de tuin zag. Het was prachtig. Er waren overal lampionnen en lichtgevende ballonnen opgehangen. Er stond een bar met allemaal drank en er was een dansvloer.

Maar het mooiste van allemaal waren de mensen die onder het opgehangen zeil stonden. Het was mijn klas. Het waren niet veel mensen, maar ze waren er in ieder geval allemaal.

De meisjes renden op me af en knuffelden me en feliciteerde me. Ik hoorde nu eindelijk bij de groep zeiden ze.

Ik kreeg veel cadeaus, maar er was geen zo mooi als die van Bertram.

Ik kreeg veel complimenten over mijn uiterlijk. Ik had een donkergroene, strapless jurk aan en hoge, zwarte hakken. Mijn haar lag los op mijn schouders en de krullen waren eindelijk een keer mooi. Mijn ogen werden omlijst door een dun laagje groene oogschaduw en een streepje eyeliner.

Ik praatte met iedereen. De meesten vertelden me over de coole dingen die je kon doen als je 18 was. De voorstelling van op jezelf wonen, sprak me het meeste aan. Eindelijk weg.

~

Naarmate middernacht naderde, werd ik steeds misselijker en duizeliger. Ik viel tegen Bertrams borst.

'Gaat het wel?' vroeg hij bezorgd. 'Je bent een beetje bleek. Kom, dan kan je even liggen in mijn kamer.'

Hij leidde me de trap op en we kregen veel aandacht van de mensen. Sommige jongens staken hun duimen op naar Bertram, maar hij keek ze woedend aan.

Toen we in zijn kamer waren, liet ik me op zijn bed vallen. Het was een tweepersoons.

Bertrams kamer was net zoals die van elke jongen. Hij had zwarte muren en een groot bureau met een laptop. In een van de hoeken stonden 2 akoestische gitaren. Aan een muur hingen een paar foto's en ik zag dezelfde foto van Bertram en mij die ook in mijn ketting zat.

'Wil je misschien wat water?' Bertram kwam naast me zitten en legde een hand op mijn schouder.

Ik knikte en hij liep naar beneden.

Mijn hoofd knalde uit elkaar. En toen werd het opeens licht en werd het donker voor mijn ogen.

PentagramWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu