Hoofdstuk 8

98 11 0
                                    

'Je bent wat?' Pascal en Jordan keken me vreemd aan. We zaten buiten op het grasveld, afgezonderd van alle andere mensen.

Ik had het ze verteld. Ik kon niet langer liegen, dat gebeurde al 2 weken en ik was het zat.

'Een wolf,' antwoordde ik. Bertram sloeg een arm om mijn middel. De afgelopen weken was hij een rots in de branding geweest voor mij. Zonder hem had ik het waarschijnlijk niet zolang voor me kunnen houden. Ik vraag me af hoe hij het zolang voor zich kon houden.

'Ik ook,' zei Bertram. 'Op mijn 18e verjaardag werd ik ook een wolf. Ik had het geluk dat we het pas de dag daarna vierden.'

'Ho, wacht even.' Pascal stak zijn hand op en sloot zijn ogen. 'Jullie hadden allebei van die vreemde dromen, toch? Maar die had ik ook. Zou ik dan ook?'

'Misschien Pascal.' Ik legde een hand op zijn schouder. 'Het kan ook zijn dat het gewoon toeval is.'

Ik keek naar de uitdrukking op Pascals gezicht. Het was angst en enthousiasme, maar volgens mij won angst het.

'Wacht,' kwam Jordan tussenbeide. 'Jullie zijn allemaal wolven? Wat ben ik dan? Een vampier of zo?'

Pascal, Bertram en ik lachten even, maar Jordan leek het serieus te menen.

'Sorry gast, maar ik heb geen idee.' Bertram legde een hand op Jordans schouder. 'Maar het is echt niet zo cool als je denkt. Het doet niet normaal veel pijn.'

Ik huiverde bij de gedachte aan de transformatie. De pijn die door je lichaam schoot, dat kan je zelfs met de allersterkste pijnstiller niet verminderen. Je voelde de pijn zelfs al, terwijl je er alleen maar aan dacht.

De bel ging en we strompelden allemaal de school weer in.

~

'Het is weer tijd voor een uitje, jongens.' Mevrouw Foster stond voor het digitale bord waar een groot schema opstond.

Ik rolde met mijn ogen. Elke jaar weer.

'Dit keer gaan we naar het wetenschapslab aan de rand van de stad.' Mevrouw Foster klapte een keer in haar handen. 'Dit gaat zo leuk worden.'

'Als je het leuk vindt om naar oude mensen te kijken die dieren aan het ontleden zijn, is dit een geweldig uitje,' grapte Jordan.

De klas lachte hard, maar mevrouw Foster kon er iets minder goed tegen. Ze was biologiedocente, dus dit was het paradijs voor haar.

'We gaan er volgende week dinsdag heen,' zei onze docente en ze glimlachte bij het idee. 'Zorg dat jullie er allemaal zijn en dat jullie wat te eten meenemen.'

'Ik weet wel wat ik meeneem,' fluisterde Jordan en er lag een grijns om zijn lippen.

Ik sloeg hem op zijn achterhoofd en schudde mijn hoofd.

Hij keek me even zielig aan en lachte toen. 'Je klappen worden echt harder zeg,' zei hij lachend. 'Komt dat misschien omdat je...'

'Hou je bek,' siste ik. Ik keek hem boos aan. 'Als je er ook maar iets over zegt tegen anderen, dan ben je dood Sharp. Ik meen het.'

De rest van de dag zeiden we niks meer tegen elkaar. Mijn uitbarsting was misschien iets te veel geweest.

PentagramWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu