Hoofdstuk 3

122 11 3
                                    

De lessen gingen langzaam vandaag. Alle leraren bleken het leuk te vinden om onverwachte toetsen af te nemen en op een monotone toon te spreken.

Onze laatste les, eindelijk. Het was aardrijkskunde, het meest saaie vak ooit.

Ik houd van de natuur enzo, maar waarom zou ik willen weten waar de bevolking het grootst is en waar mensen het het slechtst hebben?

Ik zat naast Jordan. Hij speelde met zijn balpen en tikte met zijn voet op de grond.

'Dus,' begon ik, 'blond en een sportwagen?'

Hij knikte. Hij keek me aan en lachte. Er kwamen kuiltjes in zijn wangen en zijn bruine haren omlijsten zijn gezicht. Hij was knap, echt knap. Geen wonder dat zowat elk meisje om hem heen hing.

Ik tuitte mijn lippen. 'Jij hebt het goed voor elkaar.'

Ik keek uit het raam. Ik tokkelde met mijn vingers op de tafel. Arg, stil zitten. Het is zo moeilijk. Ik wil rennen, naar buiten.

Opeens voelde ik een koud iets op mijn arm. Ik keek op en zag dat Jordan iets op mijn arm aan het schrijven was.

Ik schudde mijn hoofd lichtjes. De lolbroek.

Toen hij klaar was, keek jij vol trots naar mijn arm. Er stond:

All guys beware, deze meid is ongesteld!

Ik trok mijn wenkbrauwen op. Ik pakte mijn pen uit mijn etui en begon op zijn arm te schrijven.

Toen liepen we het schoolplein op. Jordan en ik lieten vol trots onze tattoos aan iedereen zien. Bertram en Pascal keken raar op toen ze de tekst op mijn arm lazen en lachten toen ze die op Jordans arm zagen:

Wtf? Where's the food?

Bertram en ik liepen met een omweg naar huis. Een klein stukje door het bos. Ik voelde mijn spieren zicht ontspannen en liet de koele lucht mijn zorgen wegspoelen.

'Ben je er nog?' Bertrams stem liet me opschrikken. Hij schudde zijn hand voor mijn ogen. Ik pakte hem en maakte een pirouette.

Hij lachte. 'Wat doe jij nou?'

Ik sloeg mijn armen om zijn middel en drukte mijn gezicht tegen zijn borst.

'Milena?' Zijn stem klonk bezorgd, alsof ik elk moment kon breken in zijn armen.

'Niks, ik had het gewoon even nodig.'

We liepen de rest van de weg in stilte, en dan geen aangename.

PentagramWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu