Hoofdstuk 11

105 9 0
                                    

Mensen stonden om me heen. Ze hielden dingen vast. Waren dat nou naalden?

Mijn ademhaling ging sneller en ik rukte aan de metalen halsband om mijn nek. Ik gromde naar de onderzoekers en hapte naar hun witte jassen.

Er kwam een jonge man naar voren. Hij hield een grote spuit vast. 'Rustig Milena,' zei hij op kalmerende toon. 'Er gaat niks gebeuren.'

Zijn stem klonk net als een slaaplied en mijn oogleden gleden langzaam dicht, maar schoten snel weer open.

Ik gromde harder en keek gefocust naar de man. Hij had licht bruin haar en hazelnoot-kleurige ogen. Hij zag er aardig uit, maar die spuit in zijn hand niet zo.

'Alles komt goed,' mompelde hij. Hij kwam langzaam naar mij toe lopen.

Ik gilde. Het geluid ging door merg en been.

Ik pakte het kussen onder mijn hoofd vandaan en verstopte mijn gezicht eronder.

'Milena!' Bertram trok me op zijn schoot en verschoof het kussen voor mijn hoofd weg.

Ik begon te huilen. Ik drukte mijn hoofd tegen Bertrams borst en snikte luid.

Hij wreef bemoedigend over mijn rug en plantte een kus op mijn kruin. 'Wat is er, Lena?'

Ik schudde mijn hoofd en jankte verder.

We bleven zo 10 minuten zitten. Mijn tranen waren op en mijn keel was schor.

'Wil je een glas water?' vroeg Bertram lief. 'Wacht maar, ik haal het wel even.'

Ik schudde verwoed mijn hoofd en sloeg mijn benen om zijn middel. 'Niet weggaan, misschien is hij hier wel.'

'Wie?'

'Een man met een reuze spuit.'

Bertram fronste zijn wenkbrauwen. 'Een man met een spuit? Jij droomt wel erg vreemd.'

Ik had geen energie om iets terug te werpen.

Ik keek op de wekker naast het bed van Bertram. Het was 3 uur 's nachts. Ik sliep bij Bertram omdat ik weer eens ruzie had gehad met mijn moeder. Bertrams ouders waren niet thuis en tja, als een echte gentleman mocht ik in zijn bed slapen.

'Rustig maar,' fluisterde Bertram. 'Zolang ik er ben, ben jij veilig.'

Ik haalde mijn benen van zijn middel, maar hij trok ze snel terug. 'Ik heb het koud,' mompelde hij, terwijl het minstens 20 graden was in de slaapkamer.

Ik giechelde even en drukte toen mijn lippen op de zijnen. Het begon rustig, maar uiteindelijk belandde ik boven op hem.

Bertram trok zijn hoofd iets naar achter. 'Wow, ik heb het echt uit de friend-zone geschopt.' Hij grinnikte en drukte zijn mond weer op de mijne.

~

'Mijn vader zat ook in dat project?' vroeg Pascal ongelovig. Hij haalde zijn hand door zijn blonde haar.

Ik knikte. Zijn vader stond duidelijk op die foto.

'En hoe komen jullie eigenlijk aan dat verslag?'

'Uhm, we-we,' stotterde Bertram met een blos op zijn wangen.

Ik legde mijn hand op zijn schouder. 'We hebben hem gestolen. Uit het archief van het wetenschapslab.'

Pascals bruine ogen werden groot. 'Wat?' vroeg hij ongelovig. 'Waren jullie daarom opeens weg?'

'Wat dacht je dan?' vroeg Bertram. Hij sloeg zijn armen over elkaar en grijnsde.

'Wat stellen doen,' mompelde Pascal blozend. 'Je weet wel, dat... Ik kan het toch ook niet weten? Ik heb nog nooit een vriendin gehad!'

Bertram en ik lachten even en keken hem toen hoofdschuddend aan.

'Wat staat er nog meer in dat rapport?' vroeg Bertram om van onderwerp te veranderen.

Ik haalde het kleine boekje uit mijn tas en sloeg hem open. Ik liet de foto aan Pascal zien en hij bevestigde dat het zijn vader was.

'Staat Jordans vader er ook op?'

Ik schudde mijn hoofd.

Pascal knikte en gebaarde dat ik verder moest gaan.

'De rest is een soort van verslag over het onderzoek en de experimenten.'

'Lees voor,' zei Bertram gretig. Hij hield er van om nieuwe informatie te vergaren.

Ik begon te lezen.

"Dag 1 van het onderzoek naar aangepaste genen. We hebben vandaag gezocht naar personen die hun vrije tijd aan ons experiment wouden besteden. Het was interessant om te zien dat een groep vrienden zich opofferden zodat ze meer bij elkaar waren. Zo'n hechte vriendschap heb ik nog nooit gezien."

'Wacht even,' zei Bertram. 'Waren onze ouders vrienden? Maar ze kunnen elkaar niet uitstaan.'

Ik haalde mijn schouders op en las verder.

"Dag 2. Vandaag hebben we gekeken naar eventuele reacties op bepaalde medicijnen. Het bleek echter allemaal goed te gaan, ook al konden de mannen niet tegen 1 medicijn. Het Ac-o-olis--sche medicijn veroorzaakte eczeem."

'Welk medicijn?' De jongens keken me vreemd aan.

'Ik weet het niet. Sommige letters zijn uit de bladzijde gekrast.' Mijn ogen gleden over de bladzijde. Het werd ook nergens herhaald.

De rest van de dagen waren hetzelfde. Het ging over reacties op medicijnen en andere middelen en het onderzoek naar bepaalde genetische afwijkingen.

Mijn ogen werden groot toen ik dit zag.

"Dag 13. Vandaag waren we geschokt. We hadden de mannen gevraagd om in het lab te blijven zodat we meer tijd hadden voor onze experimenten. Ze stemden in. Midden in ons onderzoek gebeurde er iets angstaanjagends. De mannen veranderen in wolven. Door hun hechte vriendschap was het net een roedel. De langste en gespierde man was verandert in een grote licht-bruine wolf met een vreemd teken op zijn kop. Hij nam meteen de leiding over 'de roedel'.

Ze leken misschien echte wolven, maar ze deden ons niks. Ik denk dat we vandaag een nieuw onderzoek hebben gestart."

'Een nieuw onderzoek,' mompelde ik. Dit beviel me voor geen meter.

PentagramWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu