Dode rode rozen!

3

           

Met een klein lachje kijk ik naar Damin die eten voor me op bed heeft gebracht. 'Ik wist wel dat er iets was', zegt hij lachend. Ik heb hem kort het echte verhaal vertelt. Hij is in een paar dagen mijn broer geworden. Ik loop samen met hem naar beneden en gaap heel kort. Als ik de keuken inloop zie ik 2 van mijn neven staan. 'heb je lekker geslapen?', vraagt de jongen met licht bruine kijkers aan me. Ik knik kort. 'ik ben Nordin en dit is Moesa.', zegt Nordin tegen me. 'ik ben Sharah.', zeg ik zachtjes terug. We beginnen te praten en lopen met zijn drieen naar de huiskamer en zie dat iedereen op de bank zit. Ik groet mijn tante en oom.

Met een plof kom ik naast Damin te zitten. Ibtisam komt naast me zitten en we praten over meiden dingen. 'ik ben nu wel blij dat je hier bent!', zegt ze dankbaar tegen me. 'hoezo lieverd?', vraag ik verwarrend naar haar. 'nou ik ben niet meer de enige meisje die hier woont!', zegt ze lachend. Ondertussen zat Damin mee te luisteren. 'hoezo enige meisje Damin is ook een meisje!', opeen voel ik een klap tegen mijn achterhoofd aan. we beginnen hem uit te lachen en hij kijkt ons droog aan en lachen nog harder.

Hij kijkt ons aan met een blik ik pak jullie nog terug. Na een 20 minuutjes is iedereen vertrokken naar werk of school. Zelfs mijn tante is weg. ik besluit om heel het huis te verschonen. Ik begin van boven naar beneden.

Na 2 uurtjes heb ik alle kamers gedaan schoongemaakt en stof gezogen. Ook heb ik super veel was. Ik maak de keuken en heel de onder verdieping schoon. Ook doe ik snel de tuin even netjes maken. Na zeker een hele ochtend hebben schoon maken begin ik aan de was. Het is zo veel. Pff. Alleen maar wasjes aan het draaien en ophangen. Ik loop naar mijn kamer en pak wat schone kleren. Ik heb een zwarte PP broek met allemaal rode witten vlekjes. Een rode Stone Island trui, een zwarte Stone Island jasje. Ook pak ik mijn zwarte Loubous uit de kast. Mijn kleren heb ik heel lang voor gewerkt. Ik stap de douche snel in en loop dan terug naar mijn kamer met een badjas. Ik had gisteren ook een kaptafel gehaald. Lekker. Kan ik me verzorgen. Ik heb ook nog een extra lamp gehaald en zet die aan voor beter zicht.

Mijn haren kam ik uit. ik kijk in de spiegel en zie een lichtbruine meisje met volle roze lippen. Licht bruin groene ogen. krullend haar en volle wenkbrauwen.

Ik stijl mijn haren en doe mijn wenkbrauwen. Die moesten echt gedaan worden. Ik doe lichtjes make up op en loop naar beneden. Met alles loop ik naar beneden. Het is ondertussen 4 uur en wacht op Ibtisam of ze mee kan naar de stad.

Ik hoor de deur open en dicht gaan en zie Moesa en Damin. Ze groeten me en ik zet voor hun eten op tafel die ik ook had gemaakt. Ze kijken me aan en zijn er blij mee. lasagne heb ik gemaakt. Heerlijk met spinazie en zalm. 'wanneer komt Ibtisam?', vraag ik aan hun. Ze kijken me aan damin begint te praten: 'vandaag heeft ze bokstraining dus komt ze vandaag altijd laat thuis' Ik knik en kijk de jongens aan. 'dussssss hebben jullie iets te doen?', vraag ik sneaky. Moesa pakt zijn bord en rent weg. ik kijk hem lachend aan. Damin kijkt boos naar Moesa en schud van niet. 'YESSS kan je met mee naar de stad!', zegt ik lachend. 'NEEEEEEEEEEE WAJOUWWW', zegt hij dramatische.

Ik hoor Moesa super hard lachen vanuit de keuken. Damin loopt met me mee naar mijn auto. Hij laat de weg zien en we komen daar aan. ik kijk hem aan en zie dat hij overal zit te kijken. Rare jongen.

Mijn gedachtes gaan naar mijn broer. ik kon met hem altijd praten en we deden leuken dingen. Al ik merk dat ik er niet echt op de wereld ben knipper ik en kijk Damin aan die me iets vroeg. 'wat zei je?', vroeg ik zachtjes. 'of je iets wilt drinken?', vraagt hij. Ik schud van nee en loop met hem door de stad. Ik heb een zwart Kenzo trui gezien. Gelijk ging ik hem halen. Dit doet me denken aan mijn broer. hij was gek van Kenzo.

Oggg Sharah niet meer denken aan je broer en je familie. Ik schud mijn gedachtes weg als ik een bekende stem achter me hoor. Ik draai me om en zie Sabri samen met een onbekende jongen. Ik kijk Sabri aan en hij kijkt me ook aan.

Zijn ogen worden groter en knuffelt me hard. Dit was de aller beste vriend van mijn broer Oussama. Zijn blik gaat over me heen en dan terug in bij mijn ogen. 'lang geleden kleine snotaap', zegt hij lachend. Damin komt bij me staan en groet Sabri netjes met de hand. 'dit is de beste vriend van mijn broer Sabri!', zeg ik lachend en denk weer aan mijn broer. 'Sabri niet tegen mij liegen. Waar is Ouss?', vraag ik hem. Hij kijkt me aan. zijn blik gaat naar beneden. Oh nee ze zijn weg of ze zijn dood- 'ik mag het niet zeggen!', zegt Sabri spijtig.

Ik blijf doorvragen en hij zegt niks meer alleen maar sorry. Ik geef het op en zeg tegen Damin dat ik geen zin meer heb in de stad en terug ga naar huis. we rijden terug naar huis. ik ben zo ver in mijn gedachtes dat ik binnen no time thuis ben.

Met een verdrietige blik loop ik naar binnen en loop langzaam naar boven en hoor mijn tante in haar kamer. Ze hoort me op de trap. 'Sharah nu komen!', zegt ze bevelend. Ik zucht en loop naar haar toe. 'wat heb je gedaan!', zegt ze liefjes tegen me. 'ik heb schoongemaakt heel het huis!', zeg ik zachtjes. 'oggg lieverd chokran ik wouw het morgen doen. Je hebt het echt goed schoongemaakt. Chokran lieverd.', zegt ze gemeend. Ik lach en loop uiteindelijk naar boven.

Ik ga achteruit liggen en kijk omhoog. Als ik mijn telefoon hoor af gaan neem ik zonder te kijken op.