7

3.7K 157 9
                                    




Zijn blik gaat naar beneden en dan weet ik al genoeg. Hoe kan hij het goed proberen willen maken als hij weet dat onze ouders hier wonen. Nou mijn moeder in ieder geval.

'pleas niet zo doen', roept hij me na. Met dikke tranen die de weg op mijn wangen naar beneden lopen, loop ik terug naar mijn auto. Ondertussen denk ik na over hoe alles zo kan veranderen.

Ik stop mijn auto 3 straten verder dan mijn straat. Huilend gooi ik mijn hoofd naar achteren en veeg mijn tranen weg. 'verman je Sharah je kan dit zonder je familie.' Moedig ik mezelf toe.

Na zeker een dikke twintig minuten in mijn auto hebben gezeten start ik mijn stilstaande auto. Door de lantaren palen die een doffe licht door de straten schijnen zie ik een gedaante oversteken. Doordat het net voor mijn auto gebeurde remde ik vol op.

Ik doe mijn deur open en zie een jongen. Hij kijkt op en zie een bekende gezicht Isaac! Zijn vel lichtbruine kijkers leken licht te geven in het donker. Als ik in zijn ogen gevangen zit kan ik mijn net droge ogen droog houden. Iets in mij vertrouwt hem honderd procent ookal ken ik hem niet.

Met ingehouden tranen stap ik snel in en zucht. Er verlaat een verdwaalde traan naar beneden. De deur van mijn kant word opengedaan. Met rode ogen kijk ik hem aan. het boeit me niet hoe ik eruit zie. In een ruk trekt hij me omhoog en zit ik in zijn armen. Hij aait over mijn rug en stelt me gerust. Mijn tranen nemen het over en een kleine snik verlaat mijn mond.

Hij duwt me een stukje van zich vandaan. 'je verdient om niet te huilen lieverd', zegt hij zachtjes. Zijn woorden waren zo zacht dat ik het bijna mee vloog met de wind. Ookal wil ik niet huilen doet het toch pijn en huil ik toch. 'Je bent prachtig nog mooier zonder deze tranen'

Zo suste hij me en gaf me een kleine kusje op mijn voorhoofd. Nadat ik klaar was veegde hij mijn laatste tranen van mijn wangen weg. Hij heeft een lieve blik op zijn gezicht.

'het is mijn familie.', zeg ik heel zacht. Hij knikt en geeft me een knuffel nu wat korter. 'je hoeft het niet te vertellen' zijn stem leek heel lief en zacht. 'dankjewel', zeg ik recht in zijn ogen. hij lacht kort en neemt mijn gezicht in zijn handen en geeft me een laatste kus op mijn voorhoofd en hij zet me in mijn auto. Hij doet de deur dicht en zwaait naar me.

Ik lach kort en rij dit keer wel naar huis. het is 12 uur. Wat doe ik buiten. Iedereen slaapt. Wajouw. Ik kijk naar de raam en zie licht. Ook zijn er veel auto's voor de deur. Raar. De deur maak ik zachtjes open en zie allemaal schoenen op de grond. Bezoek. Geen zin. Ik loop door naar de keuken waar ik een etende Moesa zie. Hij ziet eruit alsof hij naar een wild feestje is gegaan. Ik geef hem van achteren een knuffel en geef hem een kus in zijn haren.

'waarom zo laat?', zegt hij lachend naar me. 'gewoon moest iets doen', zeg ik zachtjes en slik een brok in mijn keel weg. Waarom kan ik niet stoppen denken over Ayoub hoe hij lief naar me keek.

Hij kijkt me aan en schuift zijn bord in het midden. Het is couscous lekker. Ik neem een lepel en eet samen met Moesa. Er vormt een kleine lachje op mijn gezicht en kijk hem lief aan. we eten onze eten op en lopen naar de huiskamer.

Het zit helemaal vol met mensen. Niet normaal. Ik groet mijn tante en de rest. Het is allemaal familie. So veel familie leden dan. Na zeker een kwartier ben ik helemaal uitgeput. Ik loop naar boven en zie mijn nichtje en nog een paar meiden. Ik groet mijn nichtje en loop verder naar boven. mijn telefoon gaat af en ik zie een welbekende naam staan.

Isaac Lieverd: hey kunnen we bellen?

Ik: ja hoor.

Gelijk krijg ik een inkomende gesprek.

I: hey!

Ik: hoi

I; beetje afgekoeld?

Ik; jaa dankjewel trouwens

I; geen dank lieverd.

Ik; waarom noem je me elke keer lieverd.

I; weet ik niet past bij jou!

Ik; hahaha gekkie

I; zeker weten

I; euhm mag ik iets vragen?

Ik; ja hoor

I; ben je zaterdag vrij?

Ik; deze?

I; nee over 3 jaar ja deze

Ik; sarcastische ben je wel

Ik; euhm ja denk het wel

I; nou dan gaan wij uiteten.

Ik; waarom?

I; omdat hij het verdient.

I; wacht ik bel je zo terug, EY SAHBI DOE NIET DA-

En 'piep, piep' is wat ik hoorde. Zoals ik al een keer eerder heb gezegd. Het is een vage kerel. Snel kleed ik me om in mijn pyjama en stap mijn bed in. Ook heb ik mijn oortjes in en kijk naar mijn whatsapp.

Geen 1 vriendin heeft me geappt. Wacht ik heb sinds deze zomer geen vrienden. Allemaal hebben ze me laten vallen. Ik mis Mia. Een halfbloedje net als mij. Ik ben half Mocro en half Egyptische. Daar ook mijn naam van.

Ze is vorige jaar terug naar Peru gegaan met haar ouders. Sindsdien heeft ze me niet meer geappt. Als ik mijn mail check zie ik een mailtje van een Universiteit waar ik mezelf heb aangemeld. Ik kan volgende week vrijdag al beginnen.

Snel kijk ik naar mijn rooster en zie dat ik vrijdag maar 3 lessen had. Het is gelukkig net begin het schooljaar. Als ik in bed lig krijg ik net een belletje van Isaac.

I; hey sorry

Ik; maakt niet uit hoor

I; ik wil je echt beter leren kennen

Ik; waarom

I; je lijkt interresant

Ik; ben ik niet

I; jawel leugenaar.

Ik; hhahahah je bent echt een sukkeltje

I; ja klopt.

Ik; wat is er interessant aan mij dan

I; jou ogen vertellen een hele andere verhaal wat jij vertelt.

Ik; er is maar 1 verhaal

I; nee er zijn meerdere

Ik; bij jou kan je niet zien of je een verhaal hebt of niet

I; ...

Ik; jaaa nu ben je lekker still

I; hahaha stupid.

Ik; ik spreek je morgen want ik ga slapen met doodmoe

I; begrijp ik lieverd is goed we spreken elkaar morgen

Dode rode rozen! Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu