12

3.2K 149 7
                                    

'Sharah waar was je?', hoor ik mijn tante zeggen vanuit de huiskamer. 'Ik was met mijn broer!', zeg ik vanuit de gang. Ik hoor een kleine oke en loop naar boven. De deur bel gaat af en ik loop terug om de deur te openen.

Als ik de deur open zie ik die hoertje van mijn vader. 'Vieze terung wijf.', roept ze hard. 'Ey hou je bek man mensen slapen.', 'nou ben je stil he' 'beter hou jij je bek dicht!', zeg ik dreigend. Ik hoor voetstappen en zie Moesa,Nordin en Sami. 'Wat is er aan de hand?', vraagt Sami. 'Niks- deze kleine meid hier denkt dat ze alles is eh tering hoer dat je bent.', onderbreekt ze me. 'Eh kanker mongool wil je dat ik je neus breek beter hou jij je kanker bek dicht ja facking kanker hoertje dat je bent.', zeg ik hard en draai me kort om. Iedereen is hier beneden en ik zie dat ze wilt uithalen. Voordat ze iets kon doen heb ik haar al vast. Dit keer ga ik gewoon door. Door al die woede in me voel ik niet dat ze me heeft gekrast en geslagen. Ik pak haar hoofd en schaaf het op de grond heen en weer. Ik sta op en begin haar te trappen. Nadat ze helemaal K.O is pak ik haar vast en sleur haar mee naar alle containers die buiten staan. Ik pak een paar zakkern en scheur ze open. Als ik ze op haar heb gegooit tuf ik nog een paar keer op haar en loop woedend het huis binnen. Iedereen kijkt me aan met een open mond. 'Nog iemand iets te zeggen?', zeg ik woest. Ze zeggen niks en ik loop naar boven. Snel loop ik de douch in en kijk in de spiegel. Tfoe. Ik zie allemaal krassen en open wonden.

Ik maak alles schoon en loop vermoed naar boven. Morgen is het zaterdag. Snel doe ik mijn pyjama aan en stap in bed. Pff ben dood op.

Volgende ochtend.

Nadat ik heb gegeten loop ik naar boven en pak een setje kleren. Een lichtblauwe broek van Qifesh, een Gele polo van PP, mijn zwarte Valentino Runners. Ik pak mijn LV tasje en doe daar alles in. Ik kijk in de spiegel en besluit om mijn haren in een hoge staart te doen. Gelukkig zijn ze nog gestijld.

Mijn gezicht zit onder de krassen en wonden. Tfoe het doet kaulo veel pijn. Gisteren was de agressiefste dag ter wereld. Ik ben geen persoon die geweld gebruikt. Meestal zeg ik ook niks als ik boos ben. Gisteren was is woedend. Als mijn moeder ook nog komt. Klaar ik gooi bom.

Ik loop naar beneden en hoor allemaal gepraat vanuit de huiskamer. Het is ochtend en er is al bezoek. Ik kom de gang in en zie Isaac staan. Mijn ogen gaan naar zijn gezicht en zie dat hij me emotieloos aankijkt.

'Hey schatje wacht heel even ik pak mijn telefoon!', zegt Ibtisam tegen Isaac. Mijn mond valt open en kijk hem gebroken aan. Snel loop ik naar buiten. Naar mijn auto.

Snel rij ik naar de stad en bel Oussi. 'Hey kleine gangster!', 'hey waar ben je?', 'ik ben in Brussel hoezo?', 'gewoon verveelde me', 'ohhh ik ben pas morgen thuis.', 'ohhhhhhh safffi', ' sorry zusje' 'ma3lisch' 'ik spreek jou ja' 'ja'

Ik doe mijn telefoon in mijn tasje en loop winkels in en winkels uit. Als ik langs zara loop zie ik iemand bekend. Het is Ibtisam. Ze lacht gelukkig en zie Isaac naar haar kijken alsof alleen zij bestaat. Ik slik hoorbaar een brok weg en pak mijn oortjes. Doordat ik zo druk ben met zoeken dat ik tegen iemand aan kwam.

Ik kijk op tegen een brede borstkast en kijk langzaam omhoog. Een jongen met mooie ogen houd me vast. Ik maak me los en kijk terug naar beneden. 'Sorry ik zag je niet!', zeg ik zachtjes. Ik hoor een kleine lachje en kijk op. 'Het geeft niet. Het kan gebeuren.', zegt hij terug. Hij draagt een op maat gemaakte pak en zijn zwarte haren zitten in model. Ik heb mijn oortjrs gevonden en loop langs hem heen en zeg nog 1 keer sorry.

Mijn blik gaat nog 1 keer naar achteren en zie hem ook me aankijken. Een kleine lachje siert er rond zijn mond. Hij heeft van die mooie bruine ogen.

Na eindelijk lekker hebben geshopt loop ik naar mijn auto. Snel doe ik alles erin en loop naar terug om een restaurant te zoeken. Snel vind ik een mooie restaurant en bel Moesa en de boys op. Ze komen eraan en ik vraag om een tafel van 5 personen.

Snel krijg ik die en ga zitten. Zo ongeveer 10 minuten zie ik hun naar binnen lopen hun zijn mooi gekleed en groeten me. Hun gaan zitten en we bestellen. Ik kijk naar hun en denk na. Dit zijn mijn broers. Oussi ook, maar dit zijn broers waarmee ik kan lachen en huilen. Mijn benen doe ik over elkaar heen. En al gauw hebben de boys allemaal iets te vertellen. In mijn ooghoeken zie ik een kleine groep mensen naar binnen lopen en zie de jongen vandaarnet. Hun krijgen een tafel toegewezen schuin van ons.

Zijn ogen gaan rond en vallen op die van mij. Een onbewust kleine lachje krijg ik op mijn gezicht en kijk terug naar Moesa die over gisteren had. Ze kijken me aan en lachen hard. 'Ewa kleine Hari had je geen pijn gisteren?', vraagt Nordin lachend. Ik kijk hem aan. 'Ik voelde op de moment niks!', zeg ik zachtjes en moest kapot hard lachen. Ik ging nadenken over gisteren. De boys kijken me aan en ik vertel lachend het verhaal. 'Ze schreeuwde de hele tijd je gaat zien. Nu heeft zij die gezien!', zeg ik lachend en kijk naar die jongen. Hij kijkt me aan met een kleine lachje en kijkt ook weer weg.

'Pff zit vol man. Ik ga even naar het toilet.', zeg ik snel en loop naar het toilet. Daar doe ik mijn ding en loop naar de bali om af te betalen. 'Dat word 150 euro alsjeblieft!' Nadat ik heb gepint draai ik me om en knal tegen een man aan. 'So knapperd rustig aan he als je me wilt moet je niet zo hard tegen me aanbotsen.', zegt een man rond de 40 jaar. Ik wil me losmaken, maar nee hoor.

'Hey schat daar ben je. Wat doe jij meneer kan je mijn vriendin loslaten.', zegt de jongen heel kalm. Dat betekend niks goeds. 'Nee ze is van mij zie je niet hoe mooi ze is. Ik wil haar houden.', zegt de man lustig. De jongen pakt mijn arm vast en sleurt me mee naar buiten. De andere man pakt mijn nek vast.

Wat is hier aan de hand. Ik ben helemaal in de war. De jongen pakt de man vast en geeft hem 1 harde stoot in zijn gezicht. Hij valt gelijk neer.

'Gaat het? Heb je ergens pijn?', vraagt hij me. Ik schud van nee en pak zijn hand. Het ligt open en zie 2 grote ringen rond zijn vingers zitten.

Hij ziet mijn blik. 'Ik ben niet getrouwd. Dit is de ring van mijn moeder. Ik heb die omgevormd naar een mannenring.', zegt hij zachtjes. Ik kijk hem aan en knik rustig. Waarom is hij zo knap? Mashallah! Zo een mooie jongen is het.

'Euhm ik ben Kaan!', 'ik ben Sharah.', 'wauw Mashallah echt een mooie naam!', 'dankjewel!'

Dode rode rozen! Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu