Dode rode rozen!

14

'Aminnn stop HAHAHAHAHA', roep ik lachend naar hem. We eten onze eten op en betalen daarna. Samen lopen we naar mijn auto en zie een bekend gezicht uit een hele mooie Mercedes uitstappen. Kaan! Ik had hem vanochtend had ik hem niet gezien. Ik moest naar zijn werk komen en moest mijn kaart halen bij de bali. Hij is aan het bellen en doet zijn opmaatgemaakte pak dicht. Hij heeft een klein koffertje vast in zijn handen en kijkt op zijn horloge. Amin stapt in mijn auto terwijl ik de parkeerkaartje betaal. Ondertussen valt mijn telefoon op de grond en word het opgerapen.

'Sorry euhm dankjewel!', zeg ik tegen de persoon die mijn telefoon heeft opgeraapt. 'Geen dank!' Zegt een bekende stem. Shit Kaan. Ik kijk op in de mooiste bruine ogen. Goud bruine ogen. Zijn haren heeft hij weer strak in model en draagt weer een op maatgemaakte pak. Hij kijkt me langzaam aan en grijnsd kort. Zijn lippen likt hij snel en staat op.

'Hier je telefoon!' Mijn telefoon pak ik snel aan en doe het in mijn tasje. 'Sorry voor toen straks ik moest zonodig weg dat ik het niet personnelijk kon afgeven!', zegt hij snel. 'Og maakt niet uit.' Wuif ik het weg. Amin stopt voor me neus en doet de deur open zodat ik in kan stappen. Ik geef hem nog een korte blik en stap snel in. Mijn hart gaat tekeer nadat ik zijn grijns zie. Een kleine glimlach siert mijn mond. Ik bijt kort op mijn lippen en kijk mijn broer aan. Ik zeg nu broer.

Ik heb goed gesproken vandaag met hem. Maar ook echt zo goed dat ik mezelf zie in hem. We zijn uiteindelijk bij zijn huis aangekomen. Na een leuke gesprekje vertrok ik naar huis.

Met volle handen loop ik rustig de trap op naar boven. Er is heel dit weekend bezoek. Pfff.

Ik neem een korte douche en loop terug naar boven. Aangezien de trap naast Moesa's deur zit zie ik een paar jongens op de bed van Moesa zitten. Gelukkig zien ze me niet.

Snel ren ik naar boven. Doe mijn haren snel en make up. Ik pak een donkerblauwe jeans van Calvin Klein, een zwart rood Gucci polo, mijn donkerblauwe hoge Loubous met diamantjes. Klaar.

Ik loop de trap af en loop even de kamer in van Moesa om te vragen of hij mijn Balanciaga trui heeft gezien. Hij zit op de stoel met mijn trui aan. Ik lach binnenmonds en loop zo door naar beneden.

Daar zie ik een hele boel familie leden die ik niet ken. Ik lach kort en ga naast een meisje zitten. Ze kijkt me bitchie aan en ik laat haar gewoon.

'Sharah hoe kom je aan die krassen op je gezicht?', vraagt een oudere vrouw aan mij. Ik lach kort 'euhm ben van gekrast geweest door een kat van de buren!', zeg ik zachtjes en kijk mijn tante aan die opgelucht kijkt. Ik ga toch niet de echt reden geven dat ik de vriendin van mijn vader in elkaar heb geslagen. So.

Ik krijg een appje binnen en zie Amin staan. Ik schud mijn hoofd en begin met hem te appen.

Amintje: ewa boizan waar ben je dan
Ik: thuis hz
Amintje: oussi is back en zit tranquilo hier
Ik: wat is er aan de hand?
Amintje: euhm niks
Ik: jawel wat is er?
Amintje: je moeder is hier samen met die man van haar en een jongen
Ik: ben onderweg
Amintje: nee jonge
Ik: jawel ben NU onderweg
Amintje: ze zijn bij mijn osso. Ze wilt je graag spreken drm apptje ik je
Ik: is goed broer
Amintje: jallah tranquilo aan doen zusje inou

Woeder giert erdoor mijn lijf. Mijn handen hebben zware jeuk en ik sta op. Ik zeg dat ik bij mijn broer ben en loop snel naar boven om alles te pakken. Ik pak mijn zwarte Gucci tasje en stop alles erin. Ik doe mijn haren in een strakke straart en loop snel naar beneden. 'Waar ga je naartoe?', hoor ik een stem achter me. Moesa. Er staan wat jongens achter hem en ik kijk hem terug aan. 'Heb nog wat te doen!', zeg afwezig. Hij knikt en ik loop snel naar beneden. Ik loop naar mijn auto en rij door naar mijn broer.

Daar aangekomen stap ik uit en loop naar zijn deur. Die staat open en ik loop gehaast naar binnen. Daar zie ik mijn moeder met haar man en een jongen. Oussi staat boos tegenover hun en ik ga naast hem staan.

'Wat doe jij hier?', 'gewoon kwam langs. Wat doen hun hier!' 'Hun komen voor om het duidelijk te maken dat hun ze3ma spijt' 'hallo teh kowed van hier.', zeg ik hard in Rachida aka mijn hoerenmoeder. Ze kijkt me aan met haar lelijke ogen. Ik heb dikke schijt aan haar.

Mijn ogen blijven haken op die jongen. Hij komt me ergens bekend voor. Als er nog iemand binnenkomt kan ik het niet geloven.

'Papa, waarom moest ik komen naar hier?'