Proloog

1.5K 38 4
                                    

Plotseling en zo stil dat het leek alsof hij uit de grond opgerezen was, verscheen er een man op de hoek van de Ligusterlaan die de kat, die op het muurtje van nummer 4 zat, zo nauwlettend in de gaten had gehouden. De kat sloeg met haar staart en kneep haar ogen half dicht.

Zo iemand had er nog nooit door de Ligusterlaan gelopen. De man was lang, mager en stokoud, te oordelen naar zijn zilveren grijze baard en haar die zo lang waren dat hij ze beiden gemakkelijk in zijn broek kon stoppen. Hij droeg een lang gewaad, een paarse mantel die over de grond streek en laarzen met gespen en hoge hakken. Zijn helderen blauwe ogen twinkelde achter zijn halfrond brilletje en zijn neus was lang en krom, alsof hij minstens twee keer gebroken was. Hij heette Albus Perkamentus.

Hij zocht ik de zakken van zijn mantel, maar besefte toen blijkbaar dat hij werd bekeken en wierp een plotselinge blik op de kat, die hem nog steeds vanaf het muurtje aanstaarde. "Ik had het kunnen weten" mompelde hij grinnikend.

In zijn binnenzak leek hij te vinden wat hij zocht: iets wat leek op een zilveren aansteker. Hij knipte het open, hield hem omhoog en klikte ermee. De dichtstbijzijnde lantarenpaal ging uit. Hij klikte er twaalf keer mee en nu was het enigste waar nog licht scheen de ogen van de kat die hem aanstaarde.

Perkamentus stopte de aansteker in zijn zak, liep naar nummer 4 en ging naast de kat op het stenen muurtje zitten. Hij keek niet naar het dier maar enkele minuten later begon hij te praten. "Wat een toeval dat we elkaar hier treffen professor Anderling"
Hij keek de cyperse kat glimlachend aan, maar de kat was verdwenenen en hij glimlachte tegen een streng uitziende vrouw met een vierkante bril die precies dezelfde vorm had als de donkere strepen rond de ogen van de kat. Zij droeg ook een mantel, een smaragdgroene. Haar zwarte haren zaten strak achterover in een knot gekamd en ze keek een beetje gepikeerd.

"Hoe wist u dat ik het was?" vroeg ze. "M'n beste professor ik heb nog nooit een kat zo stijfjes zien zitten." "U zou ook stijf zijn als uw de hele dag op een koude bakstenen muur had gezeten." zegt professor Anderling.

"De hele dag? Terwijl u ook feest had kunnen vieren? Op weg hier heen ben ik ministens tien feestjes gepasseerd." Minerva snoof nijdig, "Ja iedereen zet de boemeltjes buiten," zei ze ongeduldig. "Je zou denken dat ze wat voorzichtiger zouden zijn maar nee hoor- zelfs de Dreuzels merken dat er iets aan de hand is, het was op hun journaal." Ze gebaarde ongeduldig met haar hand naar de woonkamer van de Duffelingen. "Ik heb ze zelfs gehoord, zwermen uilen,.... vallende sterren,..... Ze zijn niet helemaal achterlijk, weet uw. Zo iets moest opvallen. Vallende stèren in Kent, ik wil weden dat Dedalus Diggel dat heeft gedaan, die heeft nooit veel hersenen gehad." 

"Je kunt het ze niet kwalijk nemen" zei Perkamentus vergoelijkend. "Tenslotte hebben we de afgelopen jaren bitter weinig te vieren gehad." "Dat weet ik"
zei professor Anderling, "maar dat is nog geen reden om alle remmen los te gooien? Onze mensen zijn onverantwoordelijk bezig. Ze komen op klaar lichte dag, dragen niet eens dreuzel kleren en rodelen en rustig op los." Ze keek Perkamentus vanuit haar ooghoeken aan alsof ze hoopte dat hij iets te vertellen had, maar dat deed hij niet. "Het zou een mooie boel zijn dat op de dag dat JeWeetWel eindelijk verdwenen schijnt te zijn, de Dreuzels van ons bestaan horen. Hij is toch echt verdwenen, Albus?"

"Daar ziet het er wel naar uit" zegt Perkamentus. "We hebben veel om dankbaar voor te zijn, wilt u een zuurtje?"
"Een wat?"
"Eem zuurtje, een soort dreuzel snoepje, ik vind ze heerlijk."

"Nee bedankt," zei professor Anderling alsof  het nu geen tijd was voor zuurtjes. "Zoals ik al zei, zelfs als JeWeetWel verdwenen is-" "M'n beste professor, noem hem gewoon bij zijn naam, altijd dat onzinnige 'JeWeetWel' ik probeer al jaren de mensen zover te krijgen hem Voldemort te noemen." Professor Anderling grimaste maar professor Perkamentus die bezig was met twee zuurtjes van elkaar los te maken merkte het niet. "Het is zo verwarrend als iedereen hem maar JeWeetWel noemt, ik heb nooit begrepen waarom het zo beangstigend is om Voldemort's naam uit te spreken."

Am I Harry's Potter twin? Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu