De kapitein liet zich in zijn tuin stoel achteruit zakken met zijn gezicht in de zon en zijn ogen toe.
Anna had net enkele brieven nagelezen en liep ermee naar buiten.
"Kapitein" zei ze en overhandigde de brieven aan hem. Johannes opende zijn ogen en gebruikte zijn hand om zijn ogen tegen de zon beschermen."Uw brieven" en de kapitein nam ze aan met dezelfde hand die hij gebruikte om zijn ogen af te schermen.
Anna was officieel voorgesteld aan Wilhelmina en Martijn aan haar vader Frits.
De twee families hadden samen gegeten en een officiële verloving was er nog niet, maar was feitelijk wel afgesproken. En in de tijd daartussen had ze de financiën van de kapitein flink doorzocht en geordend.
En ze had samen met de kapitein het zo ver gekregen dat ze alles eerst las voor hij iets mocht versturen. Vooral Martijn had daarop gestaan want hij was het spuugzat om de frustratie van de V.O.C. te delen. De kapitein had er een zootje van gemaakt en zolang Martijn iets te zeggen had, ging dat niet meer gebeuren.
Martijn sloeg de bijl weer in het kapblok en liep bezweet naar Johannes en Anna toe.
"Problemen?" vroeg hij?
"Helemaal niet" zei Anna. Ze trok haar schoonmaak doek uit haar schort en wierp het naar Martijn, die zijn hoofd ermee kon af deppen."Ongewoon warm voor de herfst" zei Anna. Iedereen knikte.
"Ik ga mevrouw helpen" zei ze daarna, en ze liep naar binnen.Martijn plooide de doek weer op.
"Ik heb u zelden zo lui gezien" grapte Martijn.
"Ik heb vakantie!" riep de kapitein lachend, "ik neem het ervan!"Anna en de meid hielpen Mina naar buiten.
"Moe. Ik heb het al honderd keer gevraagd maar toch. Moet ik geen dokter bellen?"
"Niks van" zei ze, "ik ben in orde. Het is herfst, niets te klagen."
Anna en de meid lieten Wilhelmina zitten in de andere stoel.
"Met dat geld van de prins dat ik je gegeven heb voor dat huis van Martijn z'n ouders kun je heus wel een dokter betalen."
Mina's blik deed de kapitein zwijgen.
Martijn moest ervan grinniken. Mina gaf hem daarvoor een stomp. Hij had het in geen tijden zo naar zijn zin gehad. Ze waren niet aan land om niets te doen. Ze hadden gezelschap. Goed gezelschap. En veel plezier.Martijn ging verder met het hout kappen. Het is niet omdat het nu een warme nazomerdag is, dat het morgen geen herfst zal zijn.
JE LEEST
De Parel op Drift | BOEK 4
Historical FictionWanneer het leven van Martijn en Johannes eindelijk weer even in de plooi gevallen leek te zijn, krijgen ze verschrikkelijk nieuws. De kapitein moet een deel van zijn zware jeugd herleven en Martijn draagt daar de zware gevolgen van. Niet enkel de...