10) de familie Corneliszoon Mulder

39 1 0
                                    

Omdat niet de hele familie lid was van één protestantse kerk, was de dienst in een apart gebouw voorzien.

Mina's kist was zo lang mogelijk in een gekoelde ruimte blijven liggen, maar de doodgraver kwam toch even vragen waar de rest bleef en of de dienst wel kon doorgaan.

"Het spijt me zo" zei de kapitein, "maar iedereen komt zo."
De doodgraver knikte en haalde zijn schouders op voor de derde keer nu. Ze waren al over tijd.

Frits maakte nog wat verder kennis met Martijns vader* en Benson stond en verveeld bij. Martijns vader had als tolk voor de Engelsen gewerkt dus kon hij Benson goed bij het gesprek betrekken.

Wanneer eindelijk de eerste koets aankwam keek iedereen op. De persoon die uitstapte, zag er inderdaad uit alsof hij de prins verwachte. Kleurrijk kostuum, dat uit rechte verticale stroken was samengesteld en met goud kleurige stof waren verbonden, rode broek, medaille op de borst, wandelstok (!) met gouden knop. Hij had de zelfde blonde krullen als de kapitein, maar duur opgeknipt met baardje en snor. En hoed.

Hij was best gezet, maar dat kon ook door de heel dikke stof en lagen kleding komen.

"Cornelis" zei de kapitein.
"Ben ik de eerste?"
"Van de broers? Ja."
"Hm" en hij liep naar de hoop toe. Hij gaf heel snel een hand, maar niet echt. Hij nam niemands hand echt vast.

"Aardig" zei hij toen hij in het rond keek, "niet Den Haag maar goed."
Martijn dacht in zichzelf, 'wacht tot je het Damrak ziet'. Maar hij zweeg wijselijk.

Zodra Cornelis er was ging het snel. Willem en Maarten kwamen zowat tegelijk aan, en het was heel duidelijk dat Willem alles oranje schreeuwde.

Blijkt dat hij met een nicht van een half zus van iemand van Oranje getrouwd was. Dat verklaarde z'n ego natuurlijk. Hij droeg geen sjerp meer, maar bijna een toga. En medailles. En grote hoed en wandelstok. Maarten was dan weer wat meer gekleed zoals Martijn. Hij droeg slechts een medaillon, maar toen Martijn beter keek zag hij dat in de zwarte stof fijne patronen aangebracht waren die zichzelf subtiel toonden. Ja. Die man was duidelijk voor de staat.

Nu Pieter nog. En die liet echt op zich wachten. Maar toen die aankwam was ie de grootste oranje snob die Martijn ooit zou zien.

Eindelijk kon de dienst aanvangen. Zelfs Frits, Anna's vader, die zichzelf graag toonde, was een zwerver in vergelijking met de andere aanwezigen.

Martijn kon alleen maar subtiel zuchtten.

*vrouwen waren normaal niet aanwezig bij begrafenissen in die tijd

De Parel op Drift | BOEK 4Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu