9) de dag van afscheid en ontmoeting

41 1 0
                                    

Het was gisteren laat geworden, maar Anna had laat in de avond dan toch de laatste bevestiging gekregen van de koerier. Iedereen kwam.

Daarna maakte ze haar haar nat en krulde het op met lapjes doek. Morgen zou haar haar dan krullen. De meid was 's avonds ook terug gekeerd om het vuur aan te houden.

De ochtend erna stonden de zenuwen bij iedereen zwaar gespannen. Benson was met de ouders van Martijn vroeg gearriveerd, omdat ze erop gestaan hadden Anna en de meid te helpen met alles.

Ze dekten de tafel met het mooie kleed, het goede servies en het zilveren bestek. De vele duur versierde kristallen glazen die de kapitein in zijn periode voor Martijn vaak kreeg als beloning voor zijn opdrachten werden ook gezet.

Er werden servetten gerold en op tafel geschikt en er was dure wijn besteld. Op tafel werd een tulpenvaas geplaatst met verschillende kleuren tulpen erin.

Martijn en de kapitein moesten zich daarna al klaar maken voor als de rest kwam. De kapitein had een grondige hekel aan zijn kapiteinskostuum, dat van zo een zware en stijve stof was gemaakt, dat het zijn vorm niet los liet. Het was vooral vreemd dat Wilhelmina hem niet hielp met het kostuum, maar Anna. Ze hielp hem met de fijne knoopjes, de sjaal en de kraag.

Het was niet eens dat de V.O.C. hem met zo veel plezier dat ding gegeven had. Het was gewoon de formaliteit. Was je op een gegeven moment tot kapitein benoemd, dan werd je zo'n pak gemaakt. Ook al was de positie van de kapitein maar iets of wat vaag, hij was kaper en kapitein. Dus bleef dat kostuum aan zijn persoon plakken.

Zijn glorie jaren in de vloot en als kaper voor de prins leverden hem mooie prijzen op. Geldsommen, munten, kristallen en of bewerkte glazen en bekers, medaillons, ridderorde benoemingen en dus de adelstand, wapenschild, privileges, een pensioen, zwaarden en andere. Enkel een schilders portret heeft hij jaren stellig geweigerd. Nutteloos vond de kapitein dat. Van een kristallen beker kon je tenminste nog drinken.  

Martijn moest zijn witte sokken, zijn opgepoetste zwarte schoenen met gouden gesp, zwarte kniebroek en jas met gouden knopen omdoen. Hij droeg een jas waarvan het model niet recht was gezoomd, maar bij de knopen in een punt afliep. Hij moest witte manchetten omdoen en een katoenen kraag. De kraag jeukte, maar dat was dan maar zo.

Anna droeg een lichtblauwe jurk en haar opgepoetste zwarte schoenen met gouden gesp. Haar haar krulde en de kroon van haar haar had ze bijeen gerold in een knot, en met speldjes en een mooie sierspeld vast gezet. Ze droeg haar schort nog voor de laatste taken, maar het meeste was al gedaan.

De kapitein bond zijn goede baldrik om die bij het kapiteinskostuum kwam. Hij knoopte de baldrik over zijn riem -die onder de jas was geknoopt- en bond de baldrik over zijn jas heen.

Martijn bond ook zijn goede zwaard om. Hij had bij zijn outfit een hoed, de kapitein niet. Dat lag hem altijd moeilijk, want hij vertrok nergens heen zonder zijn grote regen hoed.

Martijn's ouders, die hun eigen geld weer verdienden hadden hun zondagse kleding aangedaan, en ook Benson had zijn best gedaan.

"Ken jij de broers van de kapitein?" vroeg Martijn.
"Ik heb ze allemaal samen één keer gezien. Allemaal op dezelfde dag."
"En?"
"De hele dag ruzie."
"Waarover dan?"

"Ze zijn niet blij om de prestaties van een ander. Ze hebben het enkel over wat ze zelf presteren. En dan zijn er twee die voor de prins zijn, en dan twee die voor de staat zijn. Met een kapitein die er het midden in houdt. Dat werkt niet."
"Is het zo erg?"
"Het zal beginnen bij de dienst. Iedereen gaat zijn best doen om zo laat mogelijk te zijn."
"Te laat!?"
"Zodat ze zeker zijn dat iedereen ze gezien heeft."

Martijn ging ervan zitten.
"Dat ontploft hier straks!"
"Dat zal het zeker."

De Parel op Drift | BOEK 4Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu