« 16 »

1.5K 49 3
                                    

Carter duwde Ace aan de kant, zodat hij me kon zien. Daar ging mijn schild.

Nou, komt er nog wat van?' Carter keek me ongeduldig en een tikkeltje boos aan. Hoe ging ik me hier nou uit lullen dan? Moest ik de waarheid vertellen of niet? Als ik de waarheid vertelde zou Ace waarschijnlijk in elkaar geslagen worden, ookal kon hij zichzelf goed verdedigen, nog steeds... Ace leek ook nerveus te worden. Ik woog mijn opties af, liegen, waarheid vertellen, of waarheid vertwisten. Ik besloot voor het laatste te gaan.

'Oké, het zit zo,' begon ik onzeker en Ace keek me meteen aan toen ik begon met praten. 'Ik en Ace hebben net gezoend.' Dat luchtte op. Ik keek op naar Carter en zag dat hij bijna rood aanliep van de woede en jaloezie. Hij draaide zich om naar Ace, waarschijnlijk om hem even flink blauw te slaan, maar dat liet ik niet gebeuren.

Ik legde voorzichtig mijn hand op zijn schouder en hij draaide om. 'Ik moet nog iets vertellen.' Hij trok zijn wenkbrauwen vragend op en wachtte op antwoord.

'Ik zoende Ace, niet andersom.' Het leek echt alsof er stoom uit zijn oren kwam en hij dalijk ging ontploffen. Ik zette een paar stapjes achteruit.

'Tess, meekomen!' schreeuwde Carter luid naar me. Bang keek ik hem aan, toen ik niks deed pakte hij ruw mijn bovenarm beet.

'Hey, je gaat haar geen pijn doen, man,' bracht Ace bezorgd uit. Carter negeerde de woorden van zijn broer volledig en liep stug door, mij achter hem aan slepend. Hij liep stampvoetend met mij de trap op, naar "onze" slaapkamer. Ik was bang, heel bang. Wat als hij me pijn deed, of erger nog, verkrachtte? Een brok vormde zich in mijn keel en mijn handen begonnen te zweten.

Hij gooide met veel kracht de slaapkamer deur open. Hij liet mijn bovenarm los en ik ging op het bed zitten. De deur maakte hij dicht.

Daar zat ik dan, op zijn bed. Hij stond een paar meter van me af, maar maakte geen aanstalten om dichterbij te komen. Er hing een ijzige stilte. En toen begon hij opeens te ijsberen door de kamer. Op en neer, op en neer. Ik volgde hem al die tijd met mijn ogen. Ik had gedacht dat hij me gelijk pijn ging doen of gelijk zou gaan schreeuwen, maar die twee dingen zijn allebei nog niet gebeurt.
En nog steeds was hij aan het ijsberen, wat hoopte hij hiermee te bereiken? Hier schoot hij sowieso niets mee op.

Na zeker tien minuten van een ongemakkelijke stilte en het geijsbeer van Carter, kwam hij op me af lopen. Ik ging wat meer op het bed zitten en schoof naar achter.

'Tess,' zei hij kalm. Ik heb hem nog nooit zo kalm gezien. Ziekelijk kalm.

'Hoe kan het,' hij kroop op het bed, 'dat jij de regels,' ik ging meer naar achter, 'nog steeds niet,' hij was dichtbij met zijn gezicht, 'goed kent.' Ik voelde zijn warme adem op mijn huid, er schoot een rilling door me heen. Hij draaide een lok haar om zijn vinger.

'En vertel me Tess,' ging hij verder, 'waarom snap je nog steeds niet dat je van míj bent.' Ik sloeg zijn hand weg en het plukje haar viel weer in mijn gezicht. Er verscheen een grijns op zijn gezicht, maar hij verdween alweer snel. Nog steeds zo kalm. Hij keek me diep in mijn ogen aan, zijn ogen boorden door mijn ziel.

'Wáárom zoen je hem?!' riep hij opeens. 'Je hoort mij te zoenen, lieve lieve Tess.' Hij raakte mijn wang zacht aan en zuchtte toen.

'Maar hoe ga ik je dit duidelijk maken, dat je van mij bent en niet van mijn broer.' Nadenkend tikte hij op zijn kin. Het leek gespeeld, hij dacht niet echt na, hij wist dit allang.

'Oh, ik weet het.'

'Wat,' bracht ik uit. Dit was de eerste keer dat ik iets tegen hem zei sinds we in de slaapkamer zijn. Hij grijnsde breed naar me. Oh nee.

'Wat Carter? Wat ben je van plan?' probeerde ik nogmaals. En alweer, zei hij niets. Opeens stond hij op van het bed en liep de deur uit. Ik hoorde een klik, en ja hoor, de deur was op slot. Wat is hij met me van plan? Is hij nu iets halen of komt hij niet meer terug? Ik hoopte het laatste, wie weet wat hij me ging aandoen. Hij is echt helemaal gestoord, nog steeds zeggen dat ik van hem ben. Ik zeg al vanaf dag een dat ik níét van hem ben. Dat liet me afvroegen hoelang ik hier al ben. Ik had het moeten bijhouden, streepjes zetten op papier. Zo verzonken in mijn eigen gedachten hoorde ik de deur niet eens opengaan. Daar stond Carter. Met iets in zijn hand, ik kneep mijn ogen tot spleetjes om het voorwerp te kunnen zien wat hij vasthad. En toen zag ik het. Een mes.

A/N: wow guys, dit is echt al heel lang geleden. En sorry voor de verwaarlozing van dit boek, wantja de laatste keer dat ik heb geschreven was in juli.. dus sorry, ik zal echt proberen vaker te updaten, maar heb het gewoon druk met school en zo. Maaarrrr was dit een goed hoofdstuk?

KidnappedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu