15. Ruby

2 0 0
                                    


De dievegge werd wakker door het geratel van een kar. Ze opende haar ogen. Ze kon enkele sterren onderscheiden tussen het gebladerte. Haar 'plan' had dus gewerkt. Iemand had haar opgepikt en te oordelen naar de lading in de kar was het een handelaar, een pottenhandelaar eigenlijk. Zijn kostbare vracht hing vastgesnoerd met riemen en zo te zien lag Ruby samen let de potten in een laadbak. Ze hoorde een stapvoets hoefgetrappel van een paard en het gerinkel teugels en een hoofdstel. Wat deed een handelaar in vredesnaam in het Weideland van Edan? Met wie kon je hier handel voeren? En nee lezer, met trollen handelen om je leven telt niet. Rubies oog viel op haar riem. E gouden beker hing er nog steeds aan. Deze man was of heel vriendelijk of heel dom. Zijn zielsdier moest wel een zachtaardig beest zijn. Alleszins geen ekster of wasbeer, want die eerste was hebberig en die tweede agressief. Nee, zo gokte op een konijn of een egel. Ze wreef in haar ogen en ging rechtop zitten. Het duizelde haar. Ze verging van de honger en ze voelde zich licht in het hoofde. De man moest het geschuifel in de laadbak hebben opgemerkt want hij stopte de kar en draaide zich om. Hij was oud, had een gerimpeld maar vriendelijk gezicht, wit haar en lange puntoren. Rubie knipperde een paar keer met haar ogen. Wreef er in. Sloot ze, telde tot tien en opende ze opnieuw. Na dit een paar keer herhaald te hebben kwam ze tot de conclusie dat ze niet hallucineerde. Maar het was onmogelijk! Het elfenras was al decennia lang uitgestorven! Tenminste dat had ze gedacht... De mutatie van mens tot elf was bijna zo zeldzaam als die van mens tot heks. Het grote verschil was echter dat heksen – voor zover die bestonden – voortkwamen uit natuurlijke mutaties van het mensenras. Elfen daarentegen, waren gecreëerd in laboratoria tijdens de Oorlog, net als magiërs. Wetenschappers wouden een nieuw soort mens ontwikkelen. De supermens. Elfen waren de uitkomst geweest, maar Rubie had gedacht dat ze allemaal gestorven waren in die laatste grote strijd. Zowat alle onderzoekslabo's waren vernietigd, de research en experimenten incluis. Het meisje besefte datze de man met open mond zat aan te staren. Ze riep zichzelf tot de orde en sloot haar mond. Dat was meteen ook het enige wat ze kon doen. Haar brein draaide nog steeds oeveruren. Hij moest minstens 300 jaar oud zijn om als elf zoveel rimpels te hebben. Dat witte haar was kenmerkend voor zijn ras, maar die kraaienpootjes kreeg je niet voor je tweehonderd. Als hij 300 jaar of ouder was wou dat zeggen dat hij de Oorlog had meegemaakt. Het betekende dat hij in de Oude Wereld had geleefd. 'Hoe?', was het enige dat ze kon uitbrengen. Niet 'hallo' of 'bedankt', nee 'hoe?'. De elf scheen er geen erg in te hebben. 'IK neem aan dat je nog nooit een elf hebt gezien?' Rubie schudde wezenloos haar hoofd. 'Dat is de doorsnee reactie die ik van de wezens hier krijg, maak je daar maar geen zorgen om. Er is niets mis met je ogen.' Zijn gemoedelijke lach en vrolijke gezichtsuitdrukking deden haar aan een lieve oude opa denken. 'Je moet vergaan van de honger. In die zak zit wat brood.' Hij gebaarde met zijn knoestige hand naar een jutten zak. Rubie verroerde geen vin. 'Hoe weet ik of ik je kan vertrouwen? Je kan dat brood net zo goed vergiftigd hebben.' Als ze iets geleerd had van de sekte was het wel om achterdochtig te zijn en niemand te vertrouwen. De elf keek haar lang aan, alsof hij haar gedachten wilde lezen. Er speelde nog steeds een flauw glimlach om zijn lippen. Ten langen leste zei hij, zonder zijn twinkelende ogen af te wenden: 'Dat kan je niet.' Rubie was zo uit het veld geslagen door dat antwoord dat haar hand haast automatisch naar de zak rijkte en een homp brood nam. Ze viel erop aan. De trance was verbroken en pure honger nam het over. 'Vind je het erg als ik ondertussen verder rij?' De elf had zich weer omgedraaid en ze staarde naar zijn rug. Ze mompelde 'nee', wat haar enorme moeite kostte met haar mond vol brood. De oude lef grijsde naar haar en gaf het paard een slag met de teugels. Vervolgens klakte hij met zijn tong en het dier versnelde zijn pas. 'Als je klaar bent met eten mag je altijd naast mij op de bok komen zitten.' Rubie verstijfde midden in een hap. Waarom was hij zo vriendelijk? Hoe kon ze hem vertrouwen? Haar argwanen van een paar minuten eerder kwam terug. Hij was een elf nota bene! Een elf in het Weideland van Eden. En had hij niet zelf gezegd dat Rubie hem niet kon vertrouwen? Waar. Was. Ze. Mee. Bezig?! Ze slikte de restanten van het brood door dat plotseling smaakte als karton. 'Ik vraag het nogmaals,' zei de dievegge streng, 'Hoe kan ik u vertrouwen? Ik weet niet eens uw naam.' Ze wist dat ze ondankbaar was, maar ze kon niet voorzichtig genoeg zijn. Haar leven ging boven goede manieren. De elf draaide zich half om op de bok. Hij glimlachte ondeugend en de pretlichtjes in zijn ogen leken Rubie uit te dagen. 'Goed dan, omdat je niet opgeeft meisje. Ik ben Nicolas. Tot uw dienst.' Hij salueerde zoals ze vroeger in het leger deden. Nicolas, zijn naam. Daar moest ze het mee doen? Nicolas hield de teugels met een hand vast en stak zijn andere hand uit om haar op de bok te helpen. Schoorvoetend pakte ze hem aan. Per slot van rekening, nu ze er eens goed over nadacht, had ze zich zelf op die viersprong gelegd. Was dit niet wat ze wou? Een nieuw avontuur voordat ze zou sterven aan de straling. Over straling gesproken... 'Waarom ben ik nog niet dood?' de elf keek haar vreemd aan. 'Ik ben hier al meer dan 24 uur en ik kom uit de Nieuwe Wereld. Waarom heeft de straling mij nog niet gedood?' Ze voelde zich stom, maar aan wie kon ze het beter vragen dan aan iemand die de radioactiviteit aan de lijven had ondervonden? Nicolas staarde haar aan. 'Maar kind, je weet toch wel wat je bent?' Nu begreep Rubie er helemaal niets meer van. Nicolas bleef haar aanstaren. Zolang zelfs dat ze bang werd dat ze ergens tegenaan gingen knallen. Ze voelde zich ongemakkelijk. Waarom was ze er ook over begonnen? Tegen een volslagen vreemde dan nog wel! 'Je weet het echt niet', mompelde de oude elf met zijn krasserige stem. 'Wat weet ik nier?' Ze was het zat.

'Dat je mijn uitvinding bent.'

Other World - Are you ready for it...?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu