hoofdstuk 2 - Jenny's café

446 18 14
                                    

De volgende morgen vertrekken ze vroeg vanuit Wills en Madies huis naar het restaurant van Jenny. Jenny was een van de oudste vrienden van Will, ze kenden elkaar van het weeshuis in kasteel Redmond, waar ze saman in hadden gezeten. Na tien minuutjes rijden zijn ze daar al. Jenny is net bezig om haar restaurant te openen.

‘Goedemorgen Jenny, roept Gilan opgewekt. ‘Hé Gilan, lang niet gezien’, roept Jenny minstens even blij terug. ‘Kom binnen.’ Gilan, Will en Maddy stappen af hun paarden en binden ze aan de achterkant van het restaurantje vast. Daarna lopen ze het nog lege restaurant binnen.

‘Zo en wat willen jullie als ontbijt, toast of een pannenkoek? ‘Voor mij graag een pannenkoek’, zegt Maddie. ‘Ik wil graag toast’, zegt Will. ‘Mij maakt het echt niet uit’, zegt Gilan ‘en vergeet vooral niet om ook zelf lekker met ons te ontbijten.’

Vijf minuten komt Jenny aan lopen met 4 koppen koffie en een grote pot honing. ‘De rest komt er ook zo aan hoor.’ ‘Je bent een schat’, zegt Gilan. Jenny begint te blozen en geeft dan Gilan snel een kusje op zijn wang. Dan moeten ze allen hard lachen.

‘Ik ga even naar de keuken zorgen dat ons ontbijtje niet aanbrand’, zegt Jenny lachend. Ze komt terug met 4 borden, waarvan 3 met toast en een met een grote appelpannenkoek. Ze zet het bord met de grote appelpannenkoek voor Maddies neus en die met toast bij Wills, Gilans en haar plek aan de ronde tafel neer.

Even later zitten ze allemaal van het lekkere eten te genieten. ‘Ik wil dat ik net zo goed kan koken als jij’, zegt Maddie jaloers. ‘Ik kan je wel wat leren hoor’, zegt Jenny gevlijd. ‘Ik zou dat ook een goed idee vinden, want dan Maddie straks de heerlijkste gerechten voor mij maken’, zegt Will. ‘Egoïst’, roept Maddie. Dan barsten ze allen in lachen uit.

Ze praten nog een tijdje over koetjes en kalfjes, totdat er iemand het restaurantje binnenkomt. ‘Kan ik hier wat eten?, vraagt de onbekende gast. ‘Natuurlijk kan dat’, zegt Jenny vriendelijk. ‘Zoek maar een plekje uit.’  Toen wendde Jenny zich tot Gilan en Will: ‘Sorry jongens, maar gasten gaan nu eenmaal voor.’  ‘We begrijpen het wel’, zegt Gilan  toch enigszins teleurgesteld.

‘Zullen we nu maar gaan, dan zijn we op tijd in Araluen. Dat is wel handig, denk ik, zegt Maddie. Leerlingen horen nog niet te denken, daar zijn ze nog te dom voor, zeggen Gilan en Will exact tegelijk. En dan barstten ze allen in lachen uit.

Maar ze gaan wel alvast naar de paarden, zadelen deze op en vertrekken richting Araluen.

HEYY MENSJES,

sorry voor het langzame begin, later wordt het spannender

Enjoy, comment and vote

De grijze jager  - blauw bloedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu