Het schip ‘De Reiger’ voer de haven van Hallesholm binnen. Er stond een aantal mensen aan de kade te wachten, waarschijnlijk omdat ze onder de zegel van het koninklijkhuis van Araluen voeren. Dit mochten ze doen omdat Maddie mee was en weer geontonterfd was.
‘Gaan we roeiend de haven in,’ vroeg Ulf (of Wulf). ‘Natuurlijk niet we gaan ze laten zien dat wij ook wel zeilend de haven in kunnen,’ riep Halt zo hard als hij kon. Dus ze voeren de haven binnen en er was nog een krap plekje vrij naast de Wolfswind, het vroegere schip van oberjarl Erak. Dat was balen, want als er iets misging hadden ze meteen een groot probleem. Ze zeilden rechtop de plek af en gingen toen vlak voordat ze er waren overstag. Het schip kwam steeds dichter bij de Wolfswind en het kwam op 10 centimeter ernaast, nog maar 9 centimeter…
BOEM!
De reiger botste relatief langzaam tegen de kade (wat nog steeds hard was), gelukkig had het de Wolfswind niet geraakt. Dan waren ze op twee plekken gebotst, de schade viel op het eerste gezicht heel erg mee, alleen wat strepen op het hout. Dat gaf niet, want op elk schip zaten wel een paar krasjes. Je kon nu eenmaal niet altijd de perfecte aanmeerplaats vinden en dan was de kans op een kras nu eenmaal groot.
De trossen werden om de palen geworpen en goed vast gezet en geknoopt, zodat het schip amper meer kon bewegen. De zeilen werden gestreken, het vaandel werd af de mast gehaald. De loopplank, die speciaal voor Maddie was, werd uitgezet en ze liepen af het schip. Maddie liep voorop, op de voet gevolgd door Will, daarachter de skirl Hall. De rest van de bemanning liepen er achteraan.
Erak stond helemaal vooraan in het midden van de menigte mensen die waren komen kijken, naar de reiger met de Aralueense koninklijk vaandel. ‘Welkom in Hallesholm, mijn Aralueense vrienden. Wees welkom, loop achter mij aan naar het hoofdkwartier van de oberjarl.’ ‘Dank u wel, oberjarl. Wij komen er aan,’ antwoordde prinses/jager Maddie. Will moest zich in houden om niet naar Erak toe te rennen en met hem een lang gesprek voeren over wat zij allebei hadden meegemaakt sinds de laatste keer dat ze elkaar zagen.
Eenmaal bij het hoofdkwartier aangekomen, moesten ze eerst nog wat dingen van het protocol doen. Niemand had hier zin/behoefte in maar het hoorde nu eenmaal. Anders zouden er verschillende roddels uitbarsten en dat was wel het laatste wat ze wilde dat ging gebeuren.
* * * * *
Na het diner hadden ze eindelijk tijd om bij te praten. Ze zaten in Eraks kantoor waar hij werkte als hij door niemand gestoord wilde worden. Zodat niemand hen kon horen.
‘Erak, ik wil net als jij ook liever over koetjes en kalfjes praten, maar dat gaat niet. Want ik en Maddie, die de tweede in de lijn van opvolging is zijn hier niet om de vriendschappelijke banden weer te verlengen of te onderhouden. Wij zijn hier omdat ons land Araluen dringend Skandische troepen nodig hebben tijdens een oorlog tegen Picta en Clomnel.’ ‘Hier had ik nog niets van gehoord,’ zei Erak. Maddie reageerde hierop: ‘Dat klopt ook, want toen wij hierover te horen kregen. Hebben we ons meteen klaargemaakt om te vertrekken naar Skandia.’
Will begon te vertellen: ‘Erak er is een groot probleem, want de Scoti willen Araluen aanvallen samen met Clomnel. Ze willen een aanval van twee kanten aanvallen doen eentje vanuit Noorden en eentje vanuit het zuiden, vanaf de Bergen van Nacht en Ontij. Als dat plan lukt dan wordt Araluen, helemaal in de pan gehakt samen met Celtica. Ze willen de aanval beginnen vlak nadat koning Duncan is gestorven. Daarom zijn wij op het idee gekomen om naar Skandia te gaan om versterking te vragen. Ons idee is dat die troepen de kustlijn van Celtica en Araluen bewaken.’ ‘Mmm, oké, maar hoe wil je dat dan gaan doen, want we kunnen pas aanvallen als we enteren of op land komen,’ bracht Erak goed opgemerkt in.
Will ging verder met zijn verhaal; ‘Ik heb op het schip ‘De reiger’ een grote soort van kruisboog gezien. Daarmee kon je grote pijlen mee afschieten en zo van een afstand aanvallen. De grote kruisboog heet de Morzel. Met Morzels konden ze voorkomen dat de Scoti en de Clomnezen aan land kunnen komen. Hiermee konden ze de schepen veel schade aanbrengen en zo zelfs laten zinken en ze konden hiermee het kamp op de hoogvlakte aanvallen, ze onder dat er veel slachtoffers aan hun kant zouden vallen. Hall, kan meer Morzels maken, voor andere schepen. Als hij wel van andere mensen hulp krijgt, dan moeten we alleen een of twee man per schip met een Morzel ermee konden richten en schieten. Zouden we ze tegen kunnen houden.’ Erak zei: ‘Dat is een goed doordacht plan net als andere plannen van grijze jagers, die ik ooit heb gehoord.
Erak haalde een bediende erbij; ‘Ga Hall Mikkelson voor mij halen.’
* * * * *
‘Hall, klopt het dat je een grote boog op je schip ‘De Reiger’ hebt.’ ‘Ja, dat klopt, oberjarl.’ ‘Functioneert hij een beetje goed?’ ‘Hij functioneert zeer goed. Met twee of drie goed gemikte pijlen kun je een schip al laten zinken. Maar je moet wel weten hoe je ermee moet schieten, hoe je hem exact goed moet afschieten kost wel redelijk veel training. Maar als je met een normale kruisboog kan schieten, dan kan je ook gemakkelijk met de grote kruisboog of te wel de Morzel schieten.’ ‘Mmm, kan je gemakkelijk van die Morzels maken?’ ‘Het is op zich wel snel te maken als je genoeg hout hebt en er genoeg mensen helpen. Ik denk dat je met een beetje mazzel je op een dag wel twee of drie Morzels kunt maken.’
‘Will, kan je snel leren hoe je met een kruisboog kan schieten,’ vroeg Erak. ‘Relatief wel, maar je doet er wel een paar maanden over om het te leren, daar hebben we niet de tijd voor. Een beter idee is om per bemanning een paar Aralueense boogschutters mee te sturen. Die kunnen dan mikken en schieten.’ ‘Will,’ begon Hall voorzichtig. ‘Om de kruisboog af te schieten moet je wel erg sterk zijn, want dat gaat echt niet zo makkelijk als het lijkt. Maar de een kan mikken en een ander kan schieten met de kruisboog, zo doen wij het ook want degene die sterk genoeg is ziet helemaal niets.’
Maddie zei: ‘Dat lijkt me een sterk plan. We moeten alleen nog wat Skandiërs vinden die graag willen vechten op zee. Maar ik heb gehoord dat er daar genoeg van zijn. Dit plan moet en zal lukken.’
Hey Guys,
Hier is hij (eindelijk) dan Hoofdstuk acht. Ik hoop dat jullie het hoofdstuk en het verhaal leuk vinden.
Druk op het sterretje of laat een reactie achter.
Er komt hopelijk snel meer!
Gabriëlle
JE LEEST
De grijze jager - blauw bloed
FanficKoning Duncan ligt op sterven, terwijl het korps van de Grijze jagers niet in vorm is. En dat terwijl de Scoti Araluen willen aanvallen, samen met hun bondgenoot. Het verhaal speelt zich vlak na boek twaalf af, dus Maddie is nog steeds leerlingjager...