hoofdstuk 7 - Op naar Clomnel!

348 17 14
                                    

Halt en Pauline waren op weg naar Clomnel, dat op het eiland Hibernia ligt, gegaan. Na goed een afscheid genomen te hebben van Gilan, Arnaut, Cassandra en vooral koning Duncan. Halt had het er erg moeilijk meegehad, want wie weet zouden ze hem nooit meer levend zien.

De koning was toch een van Halts oudste en beste vrienden, samen met natuurlijk Crowley, die al een jaar geleden was gestorven en natuurlijk baron Arald. Hij had de koning en Arald leren kennen via Crowley, ze waren niet alleen vrienden geweest het waren ook zo’n beetje de belangrijkste mannen van het rijk geweest. De koning, de baron van het belangrijkste leen, het hoofd van het korps van de grijze jagers en de beste grijze jager.

Het was niet ver varen van Araluen naar Clomnel, slechts anderhalve dag op zee. Met hen was een klein handje vol ridders en diplomaten meegegaan. Ze waren nu op zee, op weg naar Clomnel.

Pauline liep rustig een rondje over het bovendek en keek rustig naar de golven. Ze negeerde Halt tactisch omdat hij een beetje groen zag, door zeeziekte. Als Halt in zo’n bui was, moest je hem met rust laten als je geen ruzie wilde. Wij zijn pas een uurtje op zee, na een tijdje wordt hij vanzelf wel weer vrolijker dacht Pauline. Aan de andere kant zag ze nog iemand die blijkbaar last had van zeeziekte, gelukkig niet zo erg als Halt.

In de loop van de dag werd Halts humeur een stuk beter. Op het einde van de dag kon hij zelfs om een onhandig bemanningslid die uitgleed over het natte dek lachen.

                                               *         *         *         *         *

 

Het schip, waarop Halt en Pauline mee zijn gevaren, voer de kleine haven van de kustplaats binnen. In de haven lagen vooral veel kleine boten en maar een paar iets grotere boten. De aller grootste boten konden niet hier aanleggen, omdat de vaargeul te ondiep en te smal was.

Het begon al te schemeren dus toen ze eindelijk aan land stapten, gingen ze meteen op zoek naar een goede herberg. Het was goed dat Halt vloeiend Hiberiaans sprak want de meeste plaatselijke bevolking sprak de internationale handelstaal niet of zeer slecht. De plaatselijke bevolking wantrouwde de mensen die met de schepen kwamen. Als iemand vloeiend Hiberiaans sprak moest het wel iemand uit Hibernia zijn, want Hibernia was in tegenstelling tot het Gallisch een taal die veel edelen spraken. Mensen wantrouwde de mensen van de schepen omdat een aantal woeste en wrede zeelieden *kuche Skandiërs kuche* de stad en het land in de loop van de eeuwen tientallen keren hadden aangevallen.

Na eventjes rond gevraagd en gelopen te hebben kwamen ze aan bij een voor het stadje redelijk grote herberg. Ze liepen de herberg binnen. ‘Goedenavond, kunnen we hier eten en slapen met twintig man,’ vroeg Halt aan de herbergier. ‘Dat moet wel lukken, maar dan moeten er wel meerdere mensen op een kamer slapen, want zo veel kamers heb ik ook weer niet,’ zei de herbergier blij, want hij kon altijd wel wat extra gasten hebben, zeker na een strenge winter toen weinig mensen op zee gingen omdat het ijskoud was. Veruit de meeste gasten kwamen van de boten die hier aanlegde, want de meeste mensen waren maar wat blij als ze aan land waren gezellig in een kroeg te eten.

Iedereen zocht toen een plekje uit vlak, de meeste gingen bij de haard zitten want het was pas vroeg in de lente en daarom werd het s’ avonds en ’s ochtend ijs en ijskoud. Halt en Pauline gingen met zijn tweeën aan een tafeltje zitten zodat ze rustig konden praten, zonder dat ze gestoord zouden worden.

‘Kijk, hier heb ik een zelfgemaakte kaart van Clomnel. Hier zitten wij,’ Halt legde zijn vinger net onder een stipje helemaal ten zuidwesten van Clomnel. ‘Hier is de hoofdstad met het kasteel van de koning er zijn hier tussen redelijke wegen dus dat is wel fijn.’ ‘Mooi,’ zei Pauline. ‘Maar hoe ver is het exact en hoe doen we het verder, wanneer moeten we echt bij het kasteel zijn. Dat zijn dingen die nog wel belangrijker zijn.’

‘Klopt helemaal, schat. Elke tweede dinsdag van de maand is er een vergadering van de belangrijkste edelen en de koning. Mijn idee is om op zaterdag of zondag in de hoofdstad te komen, zodat ik maandag naar mijn neef koning Sean kan gaan en dan kunnen wij dinsdag bij de vergadering zijn. Dat betekend dat we nog 8 of 9 dagen hebben om in de hoofdstad te komen. Met goede paarden kun je er al in 6 dagen zijn, dus het is essentieel dat we snel paarden regelen anders doen we er veel te lang over. Ik heb hier wel al een boer met een aantal paarden gezien, maar dat waren ook niet de beste paarden die ik ooit heb gezien en dat waren ook er lang niet genoeg voor alle mensen die met ons mee zijn gegaan. Daarom lijkt het mij handig dat wij plus twee ridders en een iemand van de diplomatieke dienst vooruit gaan, anders komen we sowieso te laat aan en dan moeten we weer een hele maand wachten. Dat is te veel dus mijn idee is dat we iedereen nu vroeg naar bed laten gaan en dan morgenvroeg vertrekken, met de beste ridders en diplomate op de paarden en dat de rest er dan te voet achteraan gaat.’ ‘Dat klinkt als een strak idee.’

Pauline stond op en riep; ‘Iedereen die met ons is meegekomen, ga nu naar de herbergier voor verdere instructies.’ Er werden veel stoelen naar achteren geschoven en iedereen ging bij de herbergier, Halt en Pauline staan. “Wat is het fijn om met een vrouw getrouwd te zijn die haar eigen zaakjes kan regelen,” dacht Halt bij zichzelf. Pauline verdeelde iedereen in tweetallen, omdat iedereen met zijn tweeën op een kamer sliep. Halt en Pauline waren de laatste die nog beneden stonden en ze liepen naar boven naar de enige kamer die nog leeg was.

Er stonden in die kamer twee bedden, een tafel en twee stoelen. Ze legde hun weinige spullen op de tafel en doken toen meteen het bed in. Ze waren allebei moe en binnen tien minuten waren in slaap.

Hey Guys,

Heeft er iemand tips, ik ben pas een beginnende schrijver ;).

Dus het kan vast nog een stuk beter!

Ik zou graag willen weten wat jullie er van vinden, ik ben erg benieuwd!

Klik op het sterretje of laat een reactie achter!

Gabriëlle (gcz112)

Ik hoop voor maandag weer een nieuw hoofdstuk te posten.

De grijze jager  - blauw bloedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu