Hoofdstuk 16 - De dood van de koning

218 12 6
                                    

Gilan was druk met de documenten schrijven naar de baronnen van het rijk Araluen over de oorlog. De belangrijkste krijgsheren hadden een verdeling gemaakt van welk leen welk stuk van het rijk moest beschermen. De lenen aan de buitenkant van het rijk moesten hun eigen grens bewaken en ze werden geholpen door minstens een ander leen.

Deze verdeling moest natuurlijk exact worden bepaald. Waar was de kans dat ze een aanval pleegden het grootst. Waar was deze aanval makkelijk tegen te houden en waar niet. Stel als daar een aanval zou zijn hoe lang zou dan de versterking erover doen om daar te komen. Dit waren allemaal vragen die lastig te beantwoorden waren. In de theorie kon je deze vragen wel beantwoorden, maar het antwoord kwam lang niet overeen met wat er in de praktijk gebeurde.

Er werd op de deur geklopt. “KLOP, KLOP, KLOP!”

‘KOM MAAR NAAR BINNEN!’ schreeuwde Gilan. De deur ging zachtjes open en er kwam een bediende binnen. ‘Wat is er?’ Gilan probeerde niet heel geïrriteerd over te komen, maar dat lukte niet echt.

De bediende haalde diep adem, hoe moest ze dit weer verwoorden? ‘Ik heb triest nieuws voor u. Ik moet u mededelen dat de koning zojuist is overleden. De rouwvlaggen en de trompetten worden niet gebruikt, want dat is een bevel van de nieuwe ‘koningin’. (Officieel was Cassandra pas de koningin na haar inwijding tot koningin) Daarom moest ik van de koningin naar u toe komen om u dit zeer trieste bericht over te brengen. Zij en haar echtgenoot verwachten u in de vertrekken van de oude koning.’

Gilan moest zijn best doen om niet te gaan huilen. Hij wilde niet huilen maar toch moest hij het eigenlijk doen. Hij wilde niet zijn zwakke kant laten zien aan een dienstmeid. Later als hij bij Cassandra en Arnaut was zou hij gaan huilen, nam hij zich voor. ‘Dank je wel voor het brengen van dit trieste bericht, ik ga nu meteen naar de koning en koningin.’

Gilan liep richting de Koninklijke vertrekken van het kasteel. Trap op trap af. Door meerdere gangen en dwars door de grote zaal. Normaal gesproken was het al een eindje lopen, maar nu leek de weg van zijn kantoor naar de Koninklijke vertrekken al helemaal lang.

Gilan probeerde nog steeds rechtop te lopen, met de borst naar voren en recht naar voren kijkend. Natuurlijk moest hij ook niet sloffen. Hij was het hoofd van het korps der grijze jagers hij was de op misschien drie na belangrijkste man van heel Araluen, na de koningin, haar vervanger en de krijgsheer van het rijk misschien. Hij kon toch niet gebroken zijn door een dode. Juist als de tijden slecht waren moest hij zorgen dat hij veel gezag had. Heel veel Araluenen keken tegen hem op. Wat zouden die niet moeten denken als ze hem helemaal kapot en verdrietig zagen.

Daar kwam nog bij dat eigenlijk niemand mocht weten dat de koning was overleden, als ze hem vragen kwam er weer vragen. Daarop moest hij weer een goed antwoord bedenken zonder de waarheid te vertellen.

Maar toch lukte het niet. Nou ja hij kon wel een masker opzetten, maar hij was nog steeds heel verdrietig. Als hij bij Cassandra en Arnaut was kon hij zijn zwakte tonen. Hij zou hen en tegelijk zichzelf moeten troosten. Voor hem was de koning een zeer goede vriend, maar voor Cassandra was het haar vader. Natuurlijk zou Arnaut er ook voor haar zijn, maar ook zij moesten niets laten zien aan het volk.

Gilan klopte op de deur. Arnaut deed de deur open en het eerste wat Gilan zag was dat Cassandra huilend de hand van haar vader vasthield. Arnaut ging achter haar staan en sloeg zijn arm om haar heen. Arnaut mompelde lieve en troostende woorden.

Gilan wist niet wat hij moest doen. Bij Cassandra gaan staan en haar troosten, zelf bij de koning kijken en gaan huilen of moest hij zakelijk blijven. Als hij handelde volgens zijn ambt moest hij zakelijk blijven, maar als een goede vriend van het koninklijk paar moest hij Cassandra gaan troosten en dat terwijl zijn gevoel zei dat hij zelf moest gaan huilen. Gilan koos er maar voor om eerst als vriend te handelen, want echte vriendschap was belangrijker dan welke ambt ook en hij moest al helemaal geen zelfmedelijden krijgen.

De grijze jager  - blauw bloedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu