15. should i go?

493 31 1
                                    

Als ik bij het park aankom, spring ik van mijn fiets en laat ik mijn stuur gelijk los. Hij ploft in de bosjes en knalt daar op de grond. Ik grijns een beetje en ren dan naar de fontein. In de fontein gooien oude bejaarden altijd muntjes. Ik zucht, Eigenlijk is het heel zielig wat ik nu ga doen. Die oude mensjes denken dat het allemaal geluk brengt. I don't have a choise. 

Ik pak een muntje uit de fontein. Mijn halve mouw is kleddernat maar het kan me niets schelen. Ik loop naar de telefooncel toe. Ik doe het deurtje open en draai hem dicht. Ik knik. I have to do this. Ik stop een muntje erin.

Ik pak de hoorn en toets het nummer in. Dan hou ik de hoorn bij mijn oor. Het is stil en hij piept langzaam. Ik tik met mijn voet op de vloer '' kom op...nem nou p'' mompel ik.

Dan gaat hij over '' hi! ho's this?'' 

Ik bijt op mijn lip. Het is Luke '' L...I....D....'' ik kan geen woord uit mijn strot krijgen. '' hallo?'' vraagt Luke. Ik zucht '' met Charlie'' zeg ik met een trillende stem. '' CHARLIE!''  hij klinkt ontzettend opgewonden '' Hoe gaat het? goed? ik mis je echt ontzettend!'' ik begin te lachen '' ik jullie ook'' ik hoor Luke aan de andere kant van de lijn lachen.

'' de jongens vragen elke dag hoe het met je zou zijn enzo, je hebt geen idee hoe erg ze je missen'' ik ben even stil. '' hoe....um'' ik stotter een beetje '' hoe gaat het met Ashton?'' Luke zucht '' we mogen al 3 dagen niet naar binnen. Ze zeggen steeds dat ze bezig zijn met Ashton's gezondheid, maar we hebben geen idee wat ze nou eigenlijk echt aan het doen zijn'' er rolt een traan over mijn wang '' zou hij...'' Ik zie Ashton's gezicht voor me '' nee, nee vast niet'' antwoord hij vlug.

'' gaat het verder wel goed?'' ik knik '' ja, maar ik kan me niet goed concentreren. Ik denk steeds aan jullie'' ik hoor Luke weer lachen. Dan is hij even stil. Hij zet een sarcastisch moeder stemmetje op'' moet Mevrouwtje niet naar school?'' zegt hij deftig. ik begin te lachen '' eigenlijk wel, maar ik deed net alsof mijn zusje was overreden en ik zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moest fietsen'' Luke lacht nog harder '' alleen om ons te bellen?'' ik haal mijn schouders op '' kennelijk'' 

Dan klinkt er geruis. Alsof we door een walkie-talkie praten '' hallo? Charlie?''       '' CALUM!'' hij begint te lachen '' hey! whattup?'' Er rollen meer tranen over mijn wangen. '' ja wel goed, met jou?'' ik hoor Calum ook snikken '' niet huilen'' zeg ik troostend. '' thanks'' zegt hij dan. Ik schud mijn hoofd '' no, thank YOU'' hij lacht.  '' ik moet ophangen'' zegt hij dan. Ik hoor hem nog snikken. Ik knik '' oke, spreek ik je snel weer? laat me weten als er wat is met Ashton!''       ''zal ik doen!'' dan hangt hij op.

Ik laat de hoorn uit mijn hand glijden. Ik zucht. Ik leg de hoorn weer op het kastje. Ik bijt op mijn lip. '' you have no idea how much i miss you'' mompel ik. Ik loop de telefooncel uit. Ik ga op de rand van een fonteintje zitten.

Dan begint mijn telefoon te trillen. Joe belt. Ik druk op ophangen. Niet nu.

Ik haal mijn handen door mijn haar, net zoals Ashton altijd deed. Dan leg ik mijn ellebogen op mijn kniën en verberg ik mijn gezicht in mijn handen. Dan staar ik voor uit. Ik heb het idee dat ik ze nooit meer ga zien. Dat ik ze voor altijd kwijt ben en ze niet weer kan zien.

Om het het beste uit te leggen:

Stel dat wat ik heb meegemaakt een flat is. Elke verdieping is een herinnering met Ashton en de jongens. Het is net alsof elke verdieping langzaam instort en ik af en toe nog een verdieping kan vast grijpen. Dat Ashton en de jongens aan de bovenkant van de flat bungelen. Zo voelt het.

Ik zucht. Dit heeft geen zin. Alle dagen piekeren om 4 jongens. Maar wel de liefste, aardigste, grappigste.....nee, nee! Als de jongens niet naar mij komen? kom ik wel naar hun toe!

Ik sta op en trk mijn fiets uit de bosjes. Ik schud de brandnetels eraf. Dan spring ik op mijn fiets. Ik fiets zo hard ik kan, naar de lokale bibliotheek. In die bibliotheek? is alles te vinden. Serieus. ALLES.

Van: hoe moet ik een papiertje vouwen? tot: ik ben 16 en zwanger.

Ik fiets flink hard, door alle rode stoplichten en niet oplettend. Dan kom ik bij de bibliotheek aan en slip ik flink over de straat. Mijn fiets scheurt een meter of 4 vooruit. Als mijn fiets tot stand is gekomen, zet ik hem tegen een boom aan. Ik zet hem op slot en ren naar binnen. 

Als ik de bibliotheek binnen ren, komt er gelijk een oud vrouwtje op me af '' ben je wel helemaal gek geworden?'' zegt ze met een akelig stemmetje '' in de bibliotheek ben je stil, heb je dat begrepen meisie?'' ik zucht. Ik loop het oude dametje voorbij en loop richting het vak met de letter R.

Als ik voor de grote boekenplanken sta van de R, zoek ik 'reizen' op. Even later kom ik uit bij een boek: Reizen , alles over de leeftijden, tijden, prije, vliegvelden en nog veel meer! ik knik. Prima boek!

Ik pak het boek eruit en ga aan een tafeltje zitten. Ik kijk gelijk in het register, bij de titel: leeftijden

leeftijden, kinderen, korting......leeftijdslimiet alleen vliegen! bladzijde 143.

Ik blader snel naar bladzijde 143. Daar staat het: Wilt uw kind ook wel eens wat? alleen vliegen bijvoorbeeld? 

De limiet dat je alleen mag vliegen is 18 jaar. Onder de 18? raden we aan om een volwassene van 18 jaar of ouder mee te nemen.

 Ik weet genoeg. Ik moet ouder zijn. Ik gooi het boek met een klap dicht. Het oude dametje komt gelijk weer aan trippelen. Ze kijkt me nijdig aan. Ik slik even '' sorry'' fluister ik. Ze schud haar hoofd, zet haar brilletje recht, en schuifelt chagereinig weer verder.

Ik kijk nog eens naar het boek. Wat een onzin! waarom moet je achtien zijn? Ik ben nu toch al volwassen genoeg? De conclusie is dat ik niet mee mag. Ik vind het echt onzin.

Dan bedenk ik me. Tenzij.......

EighteenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu