2: a good night of sleep wouldn't hurt

110 3 0
                                    

De jongens keken mij even aan. Ze wisten niet echt wat te zeggen, ik wist niet of dat kwam doordat mijn reputatie héél ver vooruitgereisd was, of doordat ik opeens een pak zelfverzekerder was.

'Dus, waar kom je vandaan, Alessia?' vroeg Alec.

'Winchester.' zei ik. 'Daarover gesproken, ik denk dat ik echt naar huis moet.'

'Dat is iets voor morgen.' zei Tobias. 'Ik denk dat het het beste is als je toch minstens voor vannacht nog hier blijft. Het is al behoorlijk laat.'

Ik keek naar de klok. Ze hadden gelijk: als we nu zouden vertrekken zouden we vlak voor 10'en aankomen. Mijn tante zou een hartaanval krijgen.

Binnen de 10 minuten die daarop volgden verdwenen Jack, Levi en Tobias.

'Euhm.. waar moet ik slapen?' Ik haalde mijn hand even door mijn haren.

'2 seconden.' zei Elias. Zowel hij als Alec liepen naar boven en kwamen terug met een kussen en een deken. Ik keek nieuwsgierig naar wat ze aan het doen waren, om tot de conclusie te komen dat ze de zetel aan het klaarmaken waren.

'Klaar.' concludeerde Alec iets van een 2 minuten later. Ik staarde verbaasd naar de zwartleren zetel en haalde dan mijn schouders op. Goed genoeg.

'Euhm.. als er iets is, gewoon boven op een deur aankloppen. Normaal gezien ligt er wel iemand achter.. of je zit in de badkamer.' Elias glimlachte zwakjes, waardoor ik ook moest lachen.

'Tot morgen, mooie dame.' knipoogde Alec. Ik grinnikte.

'Welterusten, jongens.' Beide jongens verdwenen nu ook naar boven.

Ik besloot nog even gewoon te kijken of ik iets kon vinden om te lezen, meteen slapen na eten was geen goed idee, zelfs al trok het beetje dat in mijn maag zat mijn oogleden al toe.

'Komop, werk mee..' Ik keek de man voor me aan met ogen die smeulden van woede en spuwde in zijn gezicht. Wie dacht hij wel dat hij was?

Nu werden ook zijn blik boos, en nog voor ik goed en wel kon reageren zat zijn hand als een bankschroef rond mijn nek geklemd, en hing ik een goede 40 centimeter boven de grond te bengelen.

'Lu..lucht..' bracht ik uit. Ik zette mijn handen rond de zijne, in de hoop ze van mijn nek af te krijgen, maar het werkte niet. Ik spartelde, ook met de bedoeling me te bevrijden, maar weer geen succes. De man grijnsde, en ik probeerde in een laatste wanhoopsdaad hem een knietje te geven. Hij stopte me makkelijk, maar werd zo te zien nog bozer: ik merkte het aan mijn keel die nog harder toegeknepen werd.

'Niet zo indrukwekkend nu, huh?' grijnsde hij. 'Dat ze bang zijn voor jou.' Hij lachte. 'Je bent zwak, en ik ben er redelijk zeker van dat niemand je terug zou willen.. mocht je hier ooit wegraken.' Ik werd langzaam licht in mijn hoofd terwijl de verwijten bleven komen.

Uiteindelijk liet hij me los, en ik viel naar adem happend op de grond, zwarte vlekken dansten voor mijn ogen.

'Dus werk je nu mee?' vroeg hij liefjes. Ik keek hem vuil aan, en duwde me langzaam terug recht, de vlekken voor mijn ogen negerend.

Hij zuchtte. 'Je leert het ook nooit, hè..'

Ik schoot recht toen zijn voet in contact had moeten komen met mijn ribben. Tranen liepen over mijn wangen en ik hield een gil maar net tegen. Mijn hand ging voorzichtig naar mijn zij. Niets te voelen. Kalm aan maar, Alessia. Het was een nachtmerrie. Gewoon een nachtmerrie.

Ik wist dat ik mezelf voor de gek hield toen ik terug ging liggen. Het was geen nachtmerrie, maar een herinnering. Mijn hersenen hadden gedaan wat ik gehoopt had dat ze nooit zouden doen. Hoe kon ik het achter me laten als ik 's nachts alleen maar flashbacks kreeg van alles wat er in mijn leven misgegaan was, met dit als laatste toevoeging?

Ik wist dat de kans dat ik kon slapen heel klein was, maar probeerde het toch.. . Uiteindelijk gaf ik het op om half 6.

Ik liep zo stil als ik kon naar de keuken. Ik wou de jongens bedanken voor hun gastvrijheid: en hoe doe je dat beter door pannenkoeken te maken?

Welke dag was het eigenlijk? Ik draaide me om om op de kalender te kijken, alleen om het zakje met bloem dat ik vast had te laten vallen.

Een hand was net op tijd om hem te pakken, en het was niet de mijne.

'Alessia, alles goed?' klonk de stem van de persoon waar de hand ook aan toebehoorde. Ik bleef als versteend naar de kalender kijken.

'Alessia?' Ik hoorde hoe het pak bloem op de keukentafel gezet werd en iemand nam me voorzichtig bij mijn middel vast. Ik hield mezelf tegen om hem een elleboogje te geven. Hem 2 keer proberen te slagen zou misschien net iets te veel zijn. 'Wat is er?'

'Meer dan een jaar.' mompelde ik. Ik was meer dan een jaar van mijn leven verloren.

'Alessia.. Wat is er?' Ik kreeg mezelf eindelijk zo ver om me uit zijn grip te krijgen.

'Niets, laat maar.' zei ik. 'Je bent vroeg op.'

'Jij ook.' zei hij.

'Kon niet slapen... Ik heb gisteren ook al heel de dag geslapen.' voegde ik er snel aan toe. 'Dat verklaart nog altijd niet waarom jij al op bent.' Snel de aandacht van mij af halen.

'Ik kon evenmin niet slapen. Wat deed je met de bloem?' vroeg Elias.

'Ik wou pannenkoeken maken, als bedankje voor jullie gastvrijheid.' bekende ik.

'Jij kan nooit genoeg bakken voor een huis met hongerige jongens.' zei hij. Ik trok mijn wenkbrauwen op.

'Ik zal het beslag maken, doe jij ondertussen iets aan.. de jongens zouden wel eens al hun aandacht voor het gebak kunnen verliezen als ze je zo zien.'

'Ik heb gewoon mijn short uitgedaan omdat dat makkelijker slaapt.' zei ik. Elias keek me aan en ik zuchtte.

'Al goed, maar niet beginnen bakken zonder mij.' zei ik.

'Ik zou niet durven.' knipoogde hij. Ik zuchtte en liep terug naar de bank, waar ik in recordtempo mijn short en schoenen aandeed.

'Beter zo?'

'Beter zou ik het niet noemen, maar ja.'

Ik zuchtte.. jongens.. .

BrokenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu