Elias keek me 2 seconden aan, met een geschrokken blik, waarna hij langzaam naar mij toe kwam, zijn handen naar me uitgestoken.
'Rustig aan, Alessia..' Hij kwam dicht genoeg bij me om zijn arm rond mij te slagen en me dichter tegen zich aan te trekken. Zijn hand gleed over de mijne tot hij aan mijn pols was, waar hij voorzichtig het mes uit mijn hand wrong. Het ding viel kletterend op de grond.
Ik merkte pas dat ik aan het trillen -en snikken- was toen hij me nog dichter tegen zich aan trok, zodat ik tegen zijn borst aan stond.
'Shhhtt. Ik laat je niets overkomen.' Hij wreef troostend over mijn haar, maar ik miste de agressieve houding tegenover de anderen niet.
'Elias, laat haar los.' gromde Alec.
'Alec, ze is mijn mate.' gromde Elias terug. 'Waag het eens aan haar te komen.'
'Ze heeft geheim gehouden wat ze is!' riep Levi.
'Dat deden wij ook!' riep Elias terug. Ik fronste. Ik wist dat zij een geheim hadden, maar wat heeft het met mij te maken?
'Ze kan van een vijandige groep zijn. Of weet jij wat ze de laatste week gedaan heeft, wie weet wou ze gewoon bij haar vriendjes zijn en onze locatie doorgeven.' zei Tobias.
'Je ziet haar wonden zelf ook.'
'Die kan ze zelf ook veroorzaakt hebben.' zei Levi. Mijn mond viel open. Zei hij nu net dat ik mijn wonden zelf gemaakt had?
'Ik zou nooit..' zei ik zacht.
'Ze is doodsbang voor jullie. Ze staat te trillen op haar benen.' verdedigde Elias me. 'Dat zou een spion ook echt doen, huh?' Hij draaide zich naar mij. 'Kom op, Alessia.' Hij trok me dicht tegen zich aan en leidde me dichter bij de groep, die uiteen week onder zijn blik.
Uiteindelijk kwamen we op zijn kamer.
Ik ging op het bed zitten, mijn armen rond mijn benen geslagen. Elias sloot zijn ogen en drukte zijn vingers tegen zijn slapen.
'Wat in godsnaam ga ik met jou doen?' fluisterde hij.
'Waar hadden jullie het over?' vroeg ik zacht.
'Je teken.'
'Mijn wat?' vroeg ik onbegrijpend.
'Dit, Alessia.' Hij gebaarde naar het maanvormige ding op zijn heup. 'Heb jij ook.'
'Wat?' fluisterde ik.
'Dat teken zegt ook dat je één van ons bent.'
'Eén van jullie?'
'Een màànling, Alessia. Hoe kan het dat je dat niet weet?'
'Een wat?' vroeg ik.
Hij zuchtte en kwam naast mij zitten.
'Hoe veel weet je precies?' Ik haalde mijn schouders op. Ik weet veel over veel, maar geen idee waar hij het nu over had.
'Alle mythes zijn waar, vampieren, weerwolven, alles.' begon hij. Ik wou mijn mond open trekken, maar hij stopte me met een vinger op mijn lippen te leggen. 'Ook onze soort, maanlingen, of kinderen van de maan, of dienaars van de maan, hoe je het wilt noemen. Hetzelfde met de zon trouwens, maar zij zijn onze omgekeerden, in zekere zin. Onze soorten kunnen tot de dag van vandaag nog op voet van ruzie. Dat is ook zo tussen groepen maanlingen en alles, daarom dat ze zo reageerden toen ze zagen dat je net als ons bent.' Hij zuchtte. 'In ieder geval, wij zijn afstammelingen van kinderen van de god van de maan.. of van kinderen die de zege gekregen hebben, maar goed.'
'Oké..' zei ik langzaam.
'In ieder geval, normaal kunnen we elkaar best goed herkennen, zeker maan- of zonlingen onderling, omdat er een ingebouwde radar voor is. Bij jou had ik dat niet, ik dacht dat je een gewoon mens was. Dan heb je dat tekentje.' Hij gebaarde naar waar dat bij mij zat, aan de achterkant van mijn ribben, en bij hem, op zijn heup. 'Bij maanlingen zijn onze ogen ook heel donker, dat had je al wel gezien, en daar had ik bij jou ook aan moeten denken.' Hij keek even naar mijn donkerblauwe ogen en ik hield een blos tegen. 'En wij hebben wat zilver in ons haar.'
'Jij niet.' ik keek naar zijn bruine haren. Hij begon te blozen.
'We verven het, dat het niet opvalt.' Ik knikte.
'Nu ja, om verder te gaan met mijn verhaal, wij hebben ook krachten. De klassiekers natuurlijk, sterker, sneller, betere zintuigen en zo verder dan de gewone mensen, en normaal genezen we ook sneller, als de maan vol genoeg is. Normaal gezien zou jij dus redelijk snel moeten genezen.. Ik vraag me af waarom dat niet zo is. Verder kunnen we een soort van krachtlijnen ontwikkelen, een krachtveld vormen, stralen maanlicht afvuren, in schaduwen verdwijnen, dat soort dingen.' Hij liet alles eens zien.
'Waarom zou ik daar dan niets van weten?' vroeg ik.
'Ik weet het niet, Less.' zei hij. Hij legde zijn hand op mijn ribben en ik verstijfde.
'Alessia?' vroeg hij bezorgd.
'Ik weet het.' mompelde ik. Hij keek mij verbaasd aan. 'Mijn ontvoerders.. dienden me middelen toe dat ik dingen zou vergeten.. en paar dagen geleden nog maar. De herinneringen moesten alleen getriggerd worden.. zoals nu, met wat jij doet. Als ze me zo alles over wat ik ben hebben doen vergeten..'
'Dan had je er ook nooit alleen achter kunnen komen.' mompelde hij. Ik knikte.
'Dan is er nog één ding.. dat mate-zijn.' zei ik. Hij glimlachte.
'Dàt is niet moeilijk uit te leggen. Het is hetzelfde als liefde op het eerste zicht, maar veel sterker.' zei hij. 'Een instant, voorbestemde connectie.' fluisterde hij in mijn oor, me zo ook kippenvel opleverend.
'Nu, misschien moet jij je maar op de kussens leggen.'
'Ik ben nog niet moe.' protesteerde ik.
'Nee, maar je moet genezen.' zei hij. 'En ik laat je niet meer op de zetel slapen, als ze je terug van mij afnemen..' hij liet zijn zin wegsterven. 'Daarbij, zolang de rest niet overtuigd is van je onschuld laat ik je niet verder weg van mij gaan dan strikt noodzakelijk.'
'Ik kan best voor mezelf zorgen, Elias.' protesteerde ik.
'Daar twijfel ik niet aan, maar zij hebben hun krachten perfect onder controle, jij wist tot 10 minuten geleden er nog niets van af.'
'Je gaat niet opgeven, hè?'
'Nope, nu, leg je onder de lakens, ik zal de tv opzetten.' Ik zuchtte, maar ging toch onder de lakens liggen, om eens Elias terug naast me kwam liggen dicht tegen hem aan te kruipen.
JE LEEST
Broken
FantasyAlessia heeft haar rugzakje wel. Ze heeft veel meegemaakt, en veel veroorzaakt. In een poging om overal van weg te komen is ze alleen maar in meer problemen geraakt. Maar dan wordt ze in huis genomen door een hoop jongens, misschien gaat het eindel...