26: what friend?

52 2 0
                                    

Hoe vaak had ik het haar wel niet willen vertellen, dat ze wist dat ik geen vreselijke vriendin was? Dat het terug goed tussen ons zou gaan? Maar nu ze wist dat ik.. geen mens was, leek het alleen maar vreselijk. 

Alec en Levi grepen haar vast. De aap was nu toch al uit de mouw, dus dan moest het maar. Zelfs zonder aanwezige maan waren we ettelijke malen sterker dan gewone mensen, en de jongens kenden mijn reacties, dus ze waren altijd wel voorbereid op een slag of trap. Dat is ook waarom Amber ze niet kon raken. Ergens was het zielig om te zien. 

'Alessia?' vroeg Alec. Ik was maar al te blij dat alles weer goed was. Dat was één van de vergevende reacties, ik zou ook zo gereageerd hebben. 

'Sorry Am.' zei ik, waarna ik knikte naar de jongens. Ze brachten haar naar een kamer -eigenlijk de logeerkamer, die nooit gebruikt wordt, ook niet toen ik er net was- waar je het raam en de deur van kunt vergrendelen. Ik had het eens getest: zelfs maanlingen raakten er niet uit, dus Amber zou er dus ook blijven zitten. Ze kon er nu wat afkoelen en daarna zouden we het moeten gaan uitleggen. Dat zou nog leuk worden. Vooral omdat Amber -en ik ook- niet aan afkoelen doen, maar juist opgefokter worden, tot we ergens tegen kunnen slaan. 

De jongens sleurden haar naar de kamer en hoewel Amber spartelde zo hard als ze kon had het geen effect. Dat zag ik ook wel aankomen. 

Elias sloeg zijn armen rond mij eens ze om de hoek verdwenen waren. 'Alles goed?' Ik schudde mijn hoofd en in reactie daarop trok hij me wat dichter tegen zich aan. De vermoeiheid sloeg opeens toe en ik moest moeite doen om niet om te vallen. Net had ik gedraaid op adrenaline, maar nu was die weer net zo snel weggeëbt als dat die gekomen was. 

'Voor jij naar Amber gaat, ga jij slapen.' zei hij. Ik protesteerde meteen, ik wou naar Amber. Ik wou op zijn minst een kans om alles uit te leggen, al was het maar voor mijn geweten. Ik wou dit goedmaken, ik wou deze fout goedmaken. Als ik beter had opgelet had Amber mijn teken niet eens gezien en hadden we nu niet in deze situatie gezeten. 

'Alessia, je ziet er doodop uit, leg je even neer, voor je gewoon in slaap valt als je alles probeert uit te leggen. Amber kan best wachten tot wanneer het donker is.' Ik wou weer protesteren, maar hij sleurde me de zetel al op en al snel lag ik te slapen, met dank aan de vermoeidheid. 


Elias maakte me wakker toen het tijd was voor het avondeten. Simpele pannenkoeken die alleen maar de microgolf in moesten, omdat iemand vannacht al de moeite genomen had om te bakken. 

Ik at ongeduldig 2 pannenkoeken met suiker en sprong op. 'Ik ga zien of er met Amber te praten valt.' kondigde ik aan, waarna ik de eetkamer uit rende, recht naar de kamer waar Amber zat. 

Ik opende de deur van Ambers kamer en zag de vuist zo al aankomen. Ik dook snel weg. Slim om achter de deur te gaan staan, maar niet slim genoeg. 

'Zelfs al had ik geen voordelen gehad, dan nog ben ik één van de beste vechters daar. Mijn reflexen zijn er nog wel, Am.' zei ik met een fijn lachje. Leuk geprobeerd, bij een ander had het misschien niet gelukt. Ik daarentegen had daarnet al een goed kwartier voor de deur gestaan, in debat met mezelf.  

'Wat doe je hier? Ga je me niet hier laten verhongeren? Ah nee, waarschijnlijk kom je me bedreigen dat ik niemand iets vertel om me dan hier opgesloten te blijven zitten.'

'Jij denkt wel heel laag over iemand die zelf meer dan een jaar ontvoerd is geweest en ook nog je beste vriendin is.'

'Ik ben geen vrienden met zo een monster.' 

'En wie zegt precies dat wij monsters zijn. We zijn geen mensen, nee, maar monsters, dat is ook wel veel. Je noemt elfjes en meerminnen toch ook geen monsters?' 

'En die bestaan?' ze lachte. 

'Ja.' Ze lachte nog harder, me duidelijk niet gelovend. 'En ik denk dat ik het beter weet dan jij.' 

'Jammer dat ik niet zo goedgelovig ben.' Ik zuchtte en liet zwart/zilveren lijnen rond mijn arm cirkelen. Het was sowieso al makkelijker, omdat ze me pissig aan het maken was. Toch moest ik het niet te lang vol proberen te houden, de afwezigheid van de maan maakte het er niet bepaald makkelijker op. 

'Dus, al minder goedgelovig?' vroeg ik, lichtjes geïrriteerd, waarna ik de lijnen snel liet verdwijnen. Ze knikte met grote ogen. 

'Dus, wat bedoelde je met "het is dus waar", of denk je dat ik dat niet gehoord had?' Ik glimlachte even in haar richting. 'En ik weet dat je het niet zelf bedacht hebt, want jij gelooft niet in dit soort shit.'

'Die vriend van je kwam gisteren naar mij toe en vertelde wat je echt bent. Natuurlijk geloofde ik het niet, dus hij zei dat ik het maar eens moest checken, en dat deed ik.' Vriend? Welke vriend? De jongens zouden nooit ons verlinken, puur omdat mensen niet van deze wereld moesten weten, en dat voor hen ook problemen gaf. Plus, ze zouden mij het niet aandoen om zo mijn beste vriendin echt te verliezen en alle kansen te verkloten. 

'Welke vriend?' zei ik. 

'Die ene.. euh.. Arther.'

'Ik ken geen Arther, Am.' Echt niet, zelfs niet in mijn verste herinneringen. Volgens mij heb ik zelfs nooit een Arther ontmoet. 

'Dat is onmogelijk, hij kende jou wel. Ik zou zelfs zeggen dat het een ex van je is. Hij wist precies hoe je eruit zag, zelfs met al je littekens tot op de centimeter na.' Het briefje viel langzaam. 

'Hoe zag hij eruit, Amber?' vroeg ik. 

'Euh, bruin haar, donkergroene ogen.. ongeveer 1 meter 80.. Oh, en hij had een litteken boven zijn wenkbrauw.' zei ze. Ik ademde geschokt uit en vloekte even. 

'Eliaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaasssssssssssssss!' 

BrokenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu