3: See you later?

90 3 0
                                    

Een half uur later lag er een immense stapel aan pannenkoeken klaar. Ik zette snel alle vormen van suiker, siroop en confituur die ik kon vinden op tafel. 

'Zullen we ze uit bed gaan zetten, of maken wij van de gelegenheid gebruik om al wat pannenkoeken te kunnen eten?' vroeg Elias. 

Ik keek hem aan, en hij deed hetzelfde. Zo te zien hadden we exact hetzelfde gedacht, want we renden beiden naar een stoel en grepen een pannenkoek van de stapel. 

We lachten beiden toen we zagen dat we exact hetzelfde gedaan hadden, alleen had hij kristalsuiker op zijn pannenkoek gedaan en ik die lichtbruine suiker. 

'Zal ik je straks naar Winchester brengen?' stelde Elias voor. Ik at rustig mijn mond leeg voor antwoord te geven. 

'Als het geen probleem is?' 

'Nee, natuurlijk niet. Anders zou ik het toch niet voorstellen?' Ik knikte. 'Mijn ouders wonen toch in de buurt.' Hij haalde zijn schouders op. 

'Waarom wonen jullie eigenlijk niet bij jullie ouders?' vroeg ik. 

'Lang verhaal.' zei hij. Ik begreep eruit dat hij er niet over wou spreken. Dàt was iets wat ik maar al te goed begreep. 

'Dus, nog altijd niets bovengekomen van voor we je vonden?' 

'Nee, ik weet niet meer hoe ik in het bos gekomen ben.' loog ik. Technisch gezien wist ik het ook niet meer helemaal: het was behoorlijk vaag. Het stuk daarvoor was helaas maar al te helder. 

We aten verder in stilte. 

'Als je wilt douchen, de bovenverdieping, deur naast de trap.' 

'Dank je.' ik stond op en zette mijn bord in de lavabo. 

'Geen dank.' zei hij. Ik liep zo zacht mogelijk de trap open, de badkamer in. Meteen zette ik de douchekraan open, me langzaam weer ontdoenend van mijn kleren. Ik trok een vies gezicht bij de gedachte dat ik mijn ondergoed weer aan zou moeten doen als ik uit de douche kwam, maar daar konden we niet meteen veel aan doen, vreesde ik. 

Ik negeerde mijn spiegelbeeld zo veel als ik kon, en sprong vrijwel meteen onder de douche: het koude water deed me niets. Bijna alsof het normaal was begonnen tranen te stromen, tot ik het verschil tussen mijn tranen en het douchewater niet meer kon zeggen. 

Ik was gebroken, ik wist het. Hoe lang zou het duren voor ik mezelf terug een beetje op orde had? Acteren, god, ja, dat kon ik, maar ik denk niet dat ik op orde ben geweest in de laatste jaren. 

Ik deed mijn best om de snikken weg te muffelen, zodat niemand het zou horen. Het maakte het alleen maar erger. 

Ik weet niet hoe het gelukt is, maar uiteindelijk was ik toch uit de douche geraakt, gewassen en al. Ik wikkelde snel een handdoek rond mijn haar en droogde de laatste tranen weg. Ik ging snel met de handdoek over mijn lichaam tot ik volledig droog was en trok mijn kleren weer aan. Veel keuze had ik niet... en het was beter als de dingen waarin ik hier was gekomen. Mijn blonde krullen bond ik in een hoge staart met een paar rekkertjes dat ik gevonden had. Een klein deel van mijn hersenen vroeg zich af waarom ze een haarborstel in huis hadden, als de maximale haarlengte hier niet boven de 5 centimeter ging, of waarom ze haarrekkertjes, of zelfs vrouwenkleren in huis hadden. Het andere deel maakte het geen bal uit: ik was er maar goed mee. 

Ik liep naar beneden om te zien dat de andere jongens ook beneden geraakt waren. 

'Goedem..' Jack verslikte zich in de hap die hij net genomen had, en ook de andere jongens zaten te staren. Ik keek mezelf snel aan: ik had toch alles op de juiste manier aan? Ik was toch niets vergeten, zoals mijn haar uit te spoelen of iets van die dingen, toch?

'Oké, jongens, jullie zijn aan het staren.' zei ik langzaam. Het was genoeg om ze uit hun trance te halen. 

'Ik zie dat je de douche gevonden hebt.' merkte Alec op, terwijl zijn ogen bewonderend over mij heen gingen. Gast, ik zie er niet anders uit dan gister hoor. 

'Ja inderdaad.' Ik zond "helep!"-blikken naar Elias, die de hint begreep. 

'Zullen we gaan?' vroeg hij. Ik knikte. 

'Gaan waarheen?' vroeg Tobias. 

'Winchester.' zei ik. 'Heel erg bedankt voor de gastvrijheid, maar ik wil echt naar huis.' zei ik. 

'Dat kunnen we best begrijpen, niet?' zei Levi. De andere jongens mompelden iets instemmend en gingen in een rijtje staan: allemaal om me te knuffelen. Gelukkig voor hen begreep ik het, en gaf ik iedere jongen langzaam een knuffel: zo was er tenminste geen gevaar dat ik ze zou neerslaan. 

Elias begeleidde me naar de garage. 

'Mooie auto.' zei ik droogjes. 'Mag ik rijden?' 

Elias lachte. 'Dacht het niet.'

'Komop.' zeurde ik. 

'Dat is een ferrari 360 challenge stradale, met alle respect, Alessia, maar nee. Daar neem ik geen risico's mee.' 

Ik zuchtte en liet mijn hand nog één keer over de gele lak glijden alvorens in te stappen. 

'Waarom niet rood?' vroeg ik toen Elias de garage uit reed. 

'Waarom wel?' Hij haalde zijn schouders op. Ik dacht even aan mijn eigen auto: een zwarte porsche carrera GT. Ik was er behoorlijk fier op, want eigenlijk maakten ze die al een tijdje niet meer. Wat smeergeld -en een beetje heel veel angst- wel niet konden doen. Het zou zo goed voelen om daar terug in te kunnen rijden. Ik moest de weg onthouden, dan zou ik de jongens over een paar maanden nog eens kunnen opzoeken. 

Elias tikte zachtjes mee op het stuur met de radio en ook ik kon het niet laten even mee te zingen.. nu ja.. even. 

Dat was, tot Elias vroeg welk adres het was. 

'Blue ridge Road, 93.' zei ik. Elias draaide de straat in en stopte voor de deur. 

'Wil je dat ik even wacht?' 

Ik schudde mijn hoofd. 'Nee bedankt.' Hij hield zijn armen en ik gaf hem een knuffel. 'Bedankt.' 

'No problemo.' Ik grimaste om het brakkig Italiaans. Nessun problema was misschien iets beter. 

'See you later?' vroeg ik. 

Elias knikte. 'Tot weerziens, Alessia.' Ik stapte uit en wachtte tot de gele sportwagen om de hoek verdween. Toen draaide ik me richting de deur. 

De trapjes waren snel gedaan en ik drukte op de bel, lichtjes ongeduldig wachtend tot de deur open ging. 

'Tante..' ik glimlachte en keek de vrouw die de deur open gedaan had aan. Zij daarentegen keek mij aan alsof ze een spook gezien had. Ik kon het haar niet kwalijk nemen. Ik was meer dan een jaar weg geweest. 

'Wat doe je hier, Alessia.' klonk er ijskoud uit haar mond. 

'Ik ben terug.' zei ik. Dat zag ze toch wel?

'Je bent meer dan een jaar weg geweest, het minste wat je kon doen was iets laten weten. Jij hoort hier niet meer.' Mijn mond viel net niet open. 

'Maar.. ik..' Het was ijdele hoop, ze liet me niet eens meer uitspreken. 

'Ik moet het niet horen.' zei ze. 'Maak dat je hier weg komt.' Ik keek met open mond naar de deur die ze nu in mijn gezicht toesloeg. 

'was ontvoerd.' maakte ik mijn zin zacht af. 

BrokenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu