Proloog

1.3K 55 1
                                    

Het is een speciale dag. Een dag die de geschiedenisboeken van Zárácin in zal gaan. Vandaag, op een zomerse dag, 4 uur in de middag, is er een tweeling geboren. Niet zomaar een tweeling, maar een engelentweeling. De koning en koningin van Zárácin zijn ouders geworden. Waarom dit zo een impact heeft op ze? Omdat ze voelen dat een nieuwe generatie het begin is van een nieuw tijdperk. Maar wat er die dag gebeurde, had geen van hen zien aankomen.

Fiona ligt stilletjes in bed, en zingt zachtjes het lied van hun volk. In haar armen houdt ze twee kleine baby's. ''O Heran, ze zijn zo mooi.''

Heran loopt naar zijn vrouw toe, en bekijkt de twee engelkinderen. De ogen zijn gesloten.

Met haar vlakke hand streelt Fiona het ene kind. Hij spreidt gelijk zijn oogjes open. Heldere, maar toch donkere kijkers zien voor het eerst de buitenwereld. Na 9 maanden veilig en vertrouwd in de buik te hebben gezeten, waar alle tijd zo goed voor hem werd gezorgd, is dit zijn eerste blik op de koude, strenge wereld, die hij later in vrede zal gaan moeten houden.

Fiona kust het kindje op zijn voorhoofd. ''Ciaran,'' fluistert ze in zijn oor. Heran knikt tevreden. ''Ciaran betekent 'de zwarte','' zegt Fióna zacht. Ze kijkt in Ciarans donkere ogen. De pupillen zijn erg groot. Om deze pupillen cirkelt een dunne, groen gele laag die lijkt op een opkomende zon. Van de goden en godinnen krijgt de moeder een naam ingegeven, en zo zal het kind dan komen te heten.

''Hij wordt een krachtige jongen. Met hem erbij zal Zárácin niets te vrezen hebben,'' zegt Heran tevreden. Hij buigt zich voorover en pakt de kleine Ciaran voorzichtig met beide handen vast. Kleine donkere veren pluimen charmant vanuit zijn rug, later zullen dat enorme vleugels worden die hem de wereld rond zullen brengen.

Hij loopt terug naar Fiona, die met het tweede kindje in haar armen ligt en het maar al te bekende liedje zingt. Dan opent het kleine jongetje zijn ogen. De mond van Heran valt open. Ook Fiona ziet de ogen van het kindje. Waar Ciaran meteen de omgeving ging verkennen met zijn blik, blijft het andere kindje recht vooruit kijken. Een rustige, stalen blik in twee ogen  die zo lichtblauw zijn, dat het grijs lijkt. 

Grijze ogen komen niet vaak voor bij engelen. Hoewel de meeste verhalen grijze ogen geprezen worden, is dat bij engelen anders. De keren dat er een engel met grijze ogen ter wereld kwam, was het een kind dat ongeluk bracht volgens de historie. Een kind dat een eigen leventje leidde en zich meer bezig hield met zaken als de ego en het "ik", dan met opgroeien als een sterke strijder, die zou moeten vechten voor Zárácin en de wezens die hier leven.

''Een kind van ons kan toch niet vervloekt zijn, niet alweer..'' zucht Heran teleurgesteld.

Fiona lijkt zich er niets van aan te trekken. Ze kust het jongetje op zijn voorhoofd. ''Jij gaat Dadin heten.''

Herans gezicht verstrakt. ''Dadin? De naam Dadin heeft geen betekenis. Dit moet een fout zijn van Gaia''

Fiona glimlacht. "Lieverd, het zal zo zijn als hoe de godin van het leven ons zegt. Dadin betekend dan wel niks, maar zo zal zijn toekomst alle kleuren kunnen zijn, als een onbeschreven blad."

Fiona kijkt hem afkeurend aan. ''Het is je zoon. Hij is prachtig, en hij zal nét zoveel voor Zárácin gaan betekenen als Ciaran, met of zonder geschrevening.'' Engelen hebben deze 'kwade ogen' de geschrevening genoemd. Het is als een tatoeage, eenmaal gekregen, kom je er niet meer van af. Fiona slaat de dekens van zich af, en tilt haar benen over de rand van het bed. ''Ik ga naar Sorana.''

'Dadin zal speciaal worden,' denkt Fióna. Ze loopt door de gangen van het kasteel, en praat ondertussen wat met engelen die ze tegenkomt. Ze klopt op de deur van één van de kamers.

Onmacht {Het Oog der Engelen}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu