Hoofdstuk 12

2.3K 48 5
                                    

We rijden een poort door en komen bij een enorm groot kasteel. Ik wist niet eens dat dit in mijn dorp was. Ik kijk met open mond naar het gebouw en het terrein. Het is zo immens groot dat ik het niet eens in woorden kan omschrijven. We rijden om een grote fontein heen en parkeren voor de ingang van het kasteel. 

Landon kijkt me aan, terwijl hij de mouwen van zijn zwarte overhemd iets opvouwt en op zijn horloge kijkt. 

"We zijn precies op tijd," zegt hij. Ik buig iets voorover en kijk nog een keer naar het kasteel. 

"Het is groot," zeg ik. Landon gniffelt en knikt. 

"Het is groot ja," zegt hij, "maar dat is onderdeel van deze wereld. Groot en duur." 

"Ik vond de McDonald's ook prima hoor," zeg ik. 

"Dat geloof ik graag, maar ik ben inmiddels wat minder van de fastfood. Ik verdien genoeg voor goed eten, om dan bij een fastfoodketen te zitten is niet echt mijn stijl." Hij klinkt verwend, maar hij heeft er waarschijnlijk enorm hard voor gewerkt.

"Ja ik kan niet hetzelfde zeggen," zeg ik lachend. Landon glimlach en stapt uit de auto. 

"Blijf zitten, he," zegt hij. Ik knik en kijk in de autospiegel. Ik fatsoeneer mijn haar. Landon verschijnt naast de deur. Hij kijkt me door het raam aan. Ik haal mijn handen uit mijn haar en kijkt verlegen weg. Landon opent de deur. "Je haar zat al goed," zegt hij. Ik glimlach. 

"Dank je, maar ik ben helemaal niet gekleed op zo'n chique tent." Ik kijk naar mijn werkkleding. 

"Trek je schort uit dan," zegt Landon. Ik knik. Met een t-shirtje een een spijkerbroek ben ik nog steeds niet chique, maar het is wel al een stuk beter. Landon sluit de autodeur achter me en gaat achter me staan. Hij maakt het schort los en tilt hem over mijn hoofd. 

"Dank je wel," zeg ik. 

"Geen probleem." Landon opent de autodeur en gooit mijn schort op de achterbank. Nadat hij de deur heeft dichtgedaan en op slot heeft gezet legt hij zijn hand op mijn rug. We lopen richting de trap, die richting de ingang van het kasteel lijdt. We lopen de trap op. 

"McDowell," groet een man hem hartelijk bij de ingang. 

"Wyatt," groet Landon hem terug. "Is het nog gelukt met de tafel?" 

"Zeker. Rosie?" vraagt de Wyatt aan mij. Ik knik en steek mijn hand uit. 

"Rosie Johanson," groet ik mezelf. 

"Robert Wyatt," stelt de man zich voor. Ik glimlach. "Leuk je te leren kennen," zegt Robert. 

"Insgelijks," zeg ik. 

"Ik heb een prachtplekje in het restaurant voor u en Landon," zegt hij. Ik glimlach. Twee glazen deuren worden opgehouden en we lopen het restaurant in. Het meest opvallende is de enorm grote kristallen kroonluchter. Ik kijk wederom met open mond de zaal rond. 

"Het is echt een prachtig restaurant," zeg ik. 

"Bedankt," zegt Robert. "En daar, onder de kroonluchter, staat jullie tafeltje. Zal ik de Château Lafleur brengen?" 

"Graag," zegt Landon. 

"Dan ben ik zo bij u terug." Landon glimlacht naar Robert en bedankt hem. Dan schuift hij mijn stoel van het tafeltje af en gebaart me te zitten. Ik ga zitten en schuif de stoel aan. Ik kijk omhoog naar de kroonluchter en laat een zachte 'wauw' klinken. 

"Het is echt prachtig," zeg ik. 

"Ik dacht al dat je het hier wel leuk zou vinden. Wacht maar tot je het eten ziet." Landon komt tegenover me zitten. Ik kijk om me heen. Er zitten veel mensen om ons heen. Een vrouw, met een lange goede jurk, kijkt me aan. Ik wrijf nerveus over mijn benen heen. Ik hoor hier niet thuis. Ik ben nooit in rijkdom opgegroeid. Ik weet niks over plekken als deze en ik durf te wedden dat iedereen hier dat kan zien. 

Gimme some sugar, daddyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu