We were best friends

Hoofdstuk 4: Waar gaan we naar toe?

POV Chloë

Ik ben wakker het is 6:45. Ik sta op en pak uit mijn kast ondergoed, een superman T-shirt en een zwarte broek. Ik ben fan van de film ‘Man Of Steel’ dus vandaar een Superman T-shirt oke. Ik ging naar de badkamer en pakte een douche. Toen ik klaar was kamde ik mijn natte haren door en deed mijn outfit aan. Ik ging naar beneden en pakte mijn portemonnee voor een koffie te kopen in Starbucks.

Het was ondertussen 7:15 dus besloot ik mijn oortjes te pakken en nog wat muziek te luisteren. Ik luisterde naar ‘As Your Friend’ van Afrojack toen dat ik iemand hoorde aanbellen.

Ik ging naar de deur en deed open. Ik zag Babs voor me staan en zei amai je bent vroeg. Ja ik weet het, maar je bent klaar dus laten we vertrekken. Ik deed de deur toe en liep met Babs naar de auto.

We zaten heel lang in de auto, maar ze zeiden dat we naar Brussel ergens naar Starbucks gingen. Geen idee waarom zo ver weg, maar ja Starbucks is Starbucks he. Babs keek naar mijn handen, geen idee waarom dus vroeg ik waarom ze keek naar mijn handen. “Je hebt een armbandje aan”zei Babs. Een armbandje? Ik keek naar mijn handen en ze had gelijk ik had een armbandje aan. Ooooh nee dacht ik, dit is het armbandje dat ik van Louis heb gekregen. “Wie heeft de andere helft?”vroeg Babs. Net op het moment dat ze die vraag stelde waren we aangekomen bij Starbucks en ik stapte dus meteen uit.

Ik was een cappuccino gaan halen aan de kassa, want ik wou wachten tot het wat later was dan 8:30. Ik ging naar de kassa en kreeg direct mijn koffie. Ik ging terug aan de tafel bij Babs en de moeder van Babs zitten. We waren nog aan het babbelen en Babs was dus dat van het armbandje vergeten oefff…

Toen we klaar waren gingen we terug naar de auto en reden weg, maar het rare was dat het niet richting mijn huis was. Waar gaan we naartoe vroeg ik. “We gaan ergens naartoe.”zei Babs met een brede grijns op haar gezicht. Oooooh nee die grijns, wat ben je van plan vroeg ik aan Babs. “Dat zul je wel zien.”

De auto stopten en ik zag het koning Boudewijn stadium voor me. Gaan we naar de Rode Duivels zien vroeg ik heel blij. We stapten uit de auto en de moeder van Babs reed weg.