Hoofdstuk 12

529 37 12
                                    

Ik lig in het bed, weer wakker. Ik begreep niet wat er aan de hand was. Ik dacht dat Ryan me naar het ziekenhuis zou brengen maar blijkbaar ben ik nu in de school EHBO. De deur gaat open en ik vraag me af wie het is. Een vrouw met bruine haren in een knot en groene ogen komt naar me toe en strijkt met een bezorgd gezicht over mijn haar. Hoe gaat het lieverd? Vraagt ze. "Mevrouw pelt?" vraag ik. Ze knikt en geeft me dan een knuffel. "Ik dacht dat je overleden was." Snikt ze, toen wist ik dat ze weet wie ik ben. "H-Hoe.." Stotter ik. Ze wijst naar mijn bovenbeen waar een klein littekentje zit in de vorm van een hart, ik kreeg het doordat ik als kind van mijn fiets was gevallen. "Ik had altijd al mijn vermoedens maar toen ik dat litteken zag wist ik het zeker. Jij bent Lucy he?" Ik knik langzaam. Ze knuffelt me weer voorzichtig. "Ik kan niet wachten om dit aan iedereen te vertellen. Iedereen hee-" "alsjeblieft, vertel het aan niemand mevrouw Pelt. Ik heb het tot nu toe een geheim gehouden en ik hoop dat u dit ook doet." Ze knikt alsof ze het begrijpt maar ik weet dat ze het niet doet. "Oké, Lucy." "En noem me alsjeblieft ook niet Lucy. Mijn naam is nu Jade." Er vormde een frons tussen haar wenkbrauwen maar daarna knikte ze. "Oké, dan. Hoe gaat het met je?" vraagt ze dan. Ik blijf even stil, niet echt vaak is me die vraag gesteld. Dennis vraagt het niet, bang voor het antwoord. Mensen in mijn klas vragen het niet, bang voor mij en Tyler vraagt het niet, omdat hij al weet hoe ik me voel zonder het te vragen, plus; hij weet dat ik niet graag over mijn gevoelens praat. "Het gaat." Zeg ik dan zachtjes, bang dat ze anders kon horen dat het een leugen is. Opeens voel ik een hand op mijn arm, ik kijk op naar mevrouw Pelt die mij met een verdrietige glimlach aankijkt. "Je hoeft niet net alsof te doen, lieverd. Ik weet dat je die wonden op je buik zelf heb gemaakt en aan je littekens kan ik zien dat dat niet de eerste keer was." Ugh... mevrouw Pelt, ze heeft me altijd door. In het begin vertelde ik haar altijd smoesjes over hoe ik gewond was geraakt, maar ik wist dat ze het niet geloofde. Hoe vaker ik er kwam, hoe minder ik mijn best deed om de waarheid achter te houden tot ik uiteindelijk gewoon de waarheid vertelde. Ze was niet zoals de andere volwassenen die gelijk de grootste hulpen wilde zoeken, maar ze praatte met me. Alleen als ik wilde... Het was te proberen om te liegen maar ik wist dat het geen zin had. "Lucy?" vraagt ze. Ik zucht zachtjes, omdat ze me aanspreekt met mijn oude naam. "Je hebt gelijk... Ik ben nogal fucked up hierboven he?" lach ik zonder humor terwijl ik zachtjes met mijn vingertoppen langs mijn voorhoofd ga. "Dat is niet waar lieverd." Zegt ze terwijl ze mijn handen vastpakt en er zachtjes in knijpt. "Je hebt het gewoon zwaar, en geen uitweg lijkt goed genoeg, niet waar?" Ik knik zachtjes. "Je bent niet raar als je zoiets doet, er zijn nog veel meer mensen die door hetzelfde gaan en geloof me, het wordt beter." "Dat zeggen ze allemaal!" roep ik gefrustreerd uit. "Je weet niet hoe het voelt!" roep ik dan. Ze glimlacht naar me. "Ik was net zoals jij Lucy." Zegt ze dan. Mijn ogen worden groot... Mevrouw Pelt, de meest zorgende, vrolijke, energievolle vrouw die ik ken was net als ik. "Kijk eens niet zo geschrokken, lieverd." Zegt ze dan. Ze brengt daarna haar linkerarm omhoog en stroopt haar mouw op. Over haar getinte huid lopen lange witte strepen, het waren er veel, sommige vervaagd sommige zo wit dat ik al wist dat ze nooit meer zouden verdwijnen. Ik breng mijn vinger omhoog en ga met mijn vingertop over de dikke witte lijn op haar pols. "Ik heb in mijn middelbare schooljaren ook geprobeerd om er een einde aan te maken, maar ik ben zo blij dat het niet is gelukt. Kijk mij nu, ik ben gelukkig getrouwd en heb deze baan zodat ik elke dag kinderen kan helpen. Geloof me dus, Lucy, het wordt echt beter." Op een of andere manier geloof ik haar. Ik ga nu met mijn vinger over mijn eigen littekens, die op mijn polsen zijn net als die van Mevrouw pelt, dik en wit. Walgelijk... Alsof mevrouw Pelt mijn gedachtes kon lezen begon ze te praten. "Trek niet zo'n lelijk gezicht naar je littekens. Het is een teken dat je iets hebt overleeft niet waar? Telkens als er een litteken bijkwam heb je iets meegemaakt, iets dat je veel pijn hebt gedaan, je hebt dat moment dan overleeft, toch?" Ik kijk op naar mevrouw Pelt. "Dank u wel..." zeg ik dan. Ze glimlacht naar me. "Geen dank lieverd, je kan altijd met me komen praten. Droog nu je tranen en lach eens." Ik wrijf mijn tranen weg en zet een lach op. Wonderbaarlijk genoeg was hij niet nep, ik begin nu zachtjes te grinniken. "Dat lijkt er meer op." Zegt ze terwijl ze de tranen die ik gemist heb weg dept met haar vingers. "Jij komt er wel bovenop, Lucy. Je was jaren geleden al sterk en je bent alleen maar sterker geworden. Ik geloof in je." Ze wrijft met een lieve glimlach haar duim over mijn wang. "Je vriend Tyler wacht op je, zullen we je spullen pakken? Dan kan je lekker naar huis gaan." Ik knik. Ik stap het bed uit en trek het vest dat ik aan heb strakker om me heen. Het is vest van Tyler. Ik loop naar de deur met mevrouw Pelt naast me die mijn tas vasthoudt. Ze opent de deur en op een stoel tegenover de deur zie ik een ingezakte Tyler. Mevrouw Pelt zet mijn tas naast Tyler op een stoel. Zachtjes, Tyler slaapt... Ik grinnik zachtjes om hoe schattig zijn gezicht op het moment is, net als een puppy. Ik draai me naar mevrouw Pelt. "Bedankt voor alles, wat u allemaal tegen mij zei... uh... het heeft me geholpen..." zeg ik met een lichte blos op mijn wangen, ik ben niet gewend om dit soort dingen te zeggen. "Geen dank lieverd, je kan altijd naar me toe komen als er iets is!" Ik knik met een glimlach, waarna mevrouw Pelt terug de EHBO in loopt. Ik ga naast Tyler zitten. Eigenlijk wil ik hem niet wakker maken, hij lag er zo vredig bij. Ik leg mijn hoofd op zijn schouder en prik hem zachtjes in zijn wang. "Ty... word eens wakker..." Hij haalt zij neus op en kreunt zachtjes. Ik kus hem op zijn wang en fluister nog eens in zijn oor om wakker te worden. Hij kreunt weer, maar doet zijn ogen niet op. Ik zucht. "Ty, word wakker!" Hij springt overeind in een soort ninja pose. "Ik bescherm je Jay!" schreeuwt hij. Langzaam gaat hij weer normaal staan en hij wrijft in zijn ogen. "Jade?" vraagt hij. "Hier ben ik." Hij draait zich om en komt met volle vaart naar me toe. Hij slaat zijn armen om me heen, wel voorzichtig gelukkig. "Ik maakte me zo'n zorgen Jade. Toen Dennis belde dat hij jou bewusteloos zag met Ryan werd ik gek! Ik dacht dat die eikel je iets had aangedaan, ik had hem bijna vermoord..." bekent Tyler. "Haha en dat moeten we niet hebben, dan kom je in de gevangenis en laat je mij achter..." zeg ik met een pruillip. "Inderdaad! Maar je bent nu oké? Toch? Je voelt je beter he? Jade?" "Word een rustig, Tyler. Ik ben oké, mijn buik doet nog een beetje zeer en ik ben een beetje moe, maar voor de rest gaat alles goed." "Oh, gelukkig, anders moest ik die knul toch nog het ziekenhuis in slaan." "Ryan, hielp me juist, hij wilde me naar het ziekenhuis brengen, al was dat niet nodig." zeg ik dan. "Dus hij loog toch niet..." mompelt Tyler. "Ty, heb je hem iets aangedaan?" Vraag ik nu serieus. Niet dat ik iets om Ryan geef of zo, ik wil gewoon niet dat Tyler in de problemen komt. "Ik heb hem niks aangedaan... Ik heb hem alleen een soort waarschuwing gegeven." Ik trek mijn wenkbrauw naar hem op. Hij staart terug. "Oké ik geef het op Jade!" Roept hij na een tijdje. Ik grijns. Hij loopt naar me toe en tilt me voorzichtig op. "Doet dat pijn?" Vraagt hij dan. Ik schud mijn hoofd. "Oke dan Jay. Waar is je tas?" Ik wijs ernaar. Hij buigt een stukje en op een of andere manier weet hij zonder mij. Te laten vallen de tas om zijn schouder te krijgen. Ik grinnik zachtjes omdat hij er niet uitziet met de vrouwentas aan zijn arm. "Valt er wat te lachen meid?" Zegt hij met een verwijfde stem en een arrogante blik. Ik begin nog harder te lachen maar mijn lach slaat over in een kreun door de pijn in mijn buik. "Shit! Sorry Jay!" "Maakt niet uit Ty." Zeg ik terwijl ik mijn hoofd tegen zijn borst laat aanvallen. "Oké dan." Zegt hij nadat hij me een kusje op mijn hoofd geeft. Hij loopt nu door de gangen naar de uitgang, ik kan zien dat het buiten donker is. Ik krijg een schuldgevoel als ik nu bedenk dat ik Ty zo lang heb laten wachten en dat mevrouw Pelt op school heeft moeten blijven om voor mij te zorgen, maar het geeft me ook een warm gevoel. Ik realiseer me dat er nog steeds een paar mensen om mijn leven zijn die om me geven.

Een rilling loopt over me heen, we zijn buiten. "Wacht even Jay-Jay." Zegt Tyler terwijl hij me voorzichtig neerzet op een bankje. Tyler doet de tas af en zet deze naast me neer. "Ik ga je jas even voor je halen, heb je je sleutel?" Ik knik ja en geef hem mijn sleutel. "Ik ben zo terug." "Oké." Ik rommel wat in mijn tas tot ik mijn sigaretten vind. Ik steek er een in mijn mond en doe daarna het pakje terug. Nu opzoek naar mijn aansteker. Ik graai door mijn tas. "Waar is dat ding?" Mompel ik. "Vuurtje?" Vraagt iemand naast me. Ik kijk op en zie... Sven? "Uhm, ja. Bedankt." Sven haalt een pakje sigaretten uit zijn tas en een aansteker. Hij steekt die van mij aan en daarna die van hemzelf. Het verbaasde me dat Sven rookt en het maakt me ook bezorgd. Roken is dan nog niet het ergste wat je kan doen maar ik kan me herinneren hoe Sven erover praatte. Hij vertelde me vaak hoe roken je leven kapot maakt en dat het slecht voor je is en zo. Ik neem snel een hijs van mijn sigaret en probeer de gedachtes weg te laten drijven terwijl ik de rook door mijn longen laat gaan en deze daarna langzaam uitblaas. Ik draai me nu naar Sven om hem te vragen waarom hij hier is. "Zeg Sven, wa-" "ik moet gaan." Onderbreekt hij me opeens. Hij staat op en mompelt iets wat ik niet kan verstaan, daarna loopt hij met grote stappen bij mij vandaan. Ik open mijn mond om iets te zeggen maar sluit hem snel weer. Ik moet vergeten dat Sven ooit mijn vriend was... Ik ben Lucy niet meer en Sven... Hij kijkt ook niet meer op de jongen die hij eerst was. Het is beter als ik hem vergeet. Ik zucht diep en masseer met mijn vingertoppen mijn slapen waarna ik nog een hijs van mijn sigaret neem. "Vergeet hem." Fluister ik zachtjes nadat ik mijn rook heb uitgeademd. "Wie?" Ik kijk op en zie Tyler naast me staan. "Niemand." "Uhu, natuurlijk Jay. Hier, je jas. Doe hem aan." Ik pak de jas uit zijn handen en doe hem aan. Tyler pakt mijn tas en doet hen weer om. Ik grinnik weer en hij rolt zijn ogen. Ik sta rustig op en gooi mijn voor de helft opgerookte peuk op de grond waarna ik hem uittrapte. Ik wil Tyler geen brandwonden bezorgen wat zou gebeuren omdat ik niet goed kan oppassen met een peuk in mijn handen. Tyler kijkt tevreden naar de platgetrapte sigaret op grond. Dan richt hij zich naar mij toe. "Klaar voor nog een mini-vakantie?" Vraagt hij dan. "Reken maar van yes!" Zeg ik. We lachen samen. Tyler pakt me dan voorzichtig op en begint naar ons huis te wonen. "Ik hou van je Ty!" Zeg ik dan terwijl ik mijn armen om zijn nek heen doe zonder mezelf pijn doe. "Weet ik toch." Zegt hij met een grijns. Ik sla hem zachtjes tegen zijn schouder. "Ga je het niet terug zeggen?!" "Ik weet niet, moet het?" "Tyler!" "Oké... Oké... Ik hou van je, goed zo?" "Vertel me dat ik het liefste meisje ben in de wereld ben." Zeg ik met een grijns. "Moet dat ik bedoel... Volgens mij is liegen een zonde. Auw!" Roept hij als ik hem nog eens tegen zijn schouder aan mep. "Ty!" Hij grinnikt. "Zeg het Ty." Zeg ik met een dreigende toon. "Ik weet niet Jade..." We plagen elkaar nog wat verder. Ik weet dat Tyler dit doet zodat ik me beter voel, om me op te vrolijken en weet je wat? Het werkt. Ik zou niet weten wat ik zonder deze persoon zou moeten die mij als enigste weet op te vrolijken. Zonder Tyler... Ik weet niet... Mijn leven zonder Tyler... Ik weet niet wat er dan zou gebeuren met me, ik kan het me niet eens voorstellen. Ik denk dat ik me wel ga redden zolang ik Tyler heb. Ja, zolang ik Tyler heb zal ik mijn leven vol kunnen houden. Tyler, mijn beschermengel... bedankt dat je in mijn leven bent gekomen en dat je het zo veel beter voor me hebt gemaakt... "Bedankt." Zeg ik hardop. "Geen dank Jay." Een glimlach verschijnt op mijn gezicht. Ja, samen redden we ons wel.

~o0O•O0o~

Hoe was dat? Het is een beetje kort maar ik had gewoon niet zo heel veel inspiratie. Ah, ik vind het echt kut om Sven zo te schrijven, echt zielig... Maar ja. Vertel me wat je goed en slecht vind en misschien wat je denkt dat er verder gaat gebeuren in dit verhaal. Voor de rest..

COMMENT?

VOTE?

En heel misschien FAN?

Wordt allemaal gewaardeerd ;) bedankt voor het lezen

~veertje102

The Other MeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu