17

270 11 1
                                    

Cassandra,

We gaan wel apart richting het bos aangezien Nathan nog wat wou ophalen, ook omdat ik eigenlijk maar voor twee personen spullen had klaar gemaakt.
'Laika is een leuke hond, heel anders dan je had beschreven' vertelt ze en ik knik.
'Delgado is een goeie broer' vertel ik lachend en parkeer de auto op de parkeerplaats en loop richting het veldje.
'Ga je morgen mee naar het asiel?' vraag ik en ze knikt.
'Absoluut' zegt ze enthousiast.
'Ik wil met de katten knuffelen' zegt ze en glimlacht heel breed.
'Kattenvrouw' lach ik en ze haalt haar schouders op.
'Ik vind honden leuk, maar katten zijn mijn favorieten' zegt ze en ik knik.
'Dat weet ik' en sla mijn arm om haar schouders.
'Waarom neem je niet gewoon een kat, je woont op jezelf in je appartement, je hebt ruimte en tijd zat. Je hoeft hem niet uit te laten ofzo iets' vertel ik haar en ze haalt haar schouders op.
'Opzich, ik kan morgen wel kijken' zegt ze en ik glimlach breed.
'Deze kant op' en we gaan naar de plek waar ik zo'n mooi plekje zag op de rand van de rots en een prachtig uitzicht.
'Je hebt de jongens niet eens vertelt waar we zijn'
'Is ook niet nodig, ze vinden ons nogal snel' vertel ik en we komen aan op de juiste plek, alleen nog een trapje op en dan kunnen we onze spullen neerleggen.
'Wauw dit is echt een geweldig uitzicht' zegt ze en ik wijs in de richting waar je de parkeerplaats kunt zien.
'Daar komen ze net aan' en er parkeert een donkergroene Range Rover naast mijn golfje, vervolgens stappen er twee jongens uit en ik begin uitbundig te zwaaien en niet veel later zwaaien ze terug.

'Ha, die weten dus echt waar we zijn' zegt Tes na een tijdje zodra de jongens naast ons neerploffen.
'Je hebt wel een goede plek uitgekozen, mooi uitzicht en je ziet gelijk wat er met je auto gebeurt' zegt Nathan en plaats nog een mand naast de onze.
'Iemand champagne?' Vraagt hij en ik trek een wenkbrauw op.
'Ik rij' meld ik en Nathan rolt zijn ogen.
'Nee ik rij' zegt hij en vult vier glazen champagne.
'Ehm... oke' zeg ik en bekijk de fles.
'Jezus man' floept eruit zodra ik zie om welke fles het gaat. Nu kijkt Tes mij verbaasd aan en toost al met de twee jongens.
'Wat is er?' Vraagt ze.
'Kan ik je even spreken?' Vraag ik aan Nathan en hij staat op en steekt zijn hand naar mij toe die ik aan neem en hij trekt mij zonder dat ik moeite moet doen, omhoog.

'Ja?' Vraagt hij nadat we de trap afgelopen zijn.
'Kijk ik snap best dat je rijk bent en geld hebt, maar ik wil het eigenlijk niet merken en Tes en mijn ouders die hoeven het al al helemaal niet te weten' zeg ik en hij trekt zijn wenkbrauw op.
'Ik wil niks te maken hebben met je geld' vertel ik hem.
'En... laat maar, je doet toch wel wat jezelf wilt' zeg ik en loop weer naar boven.
'Je bent een lastig persoon weetje' zegt hij en ik haal mijn schouders op en loop gewoon verder.

'Is er iets?' Vraagt Thomas en ik kijk hem flauw aan.
'Niks' zeg ik en pak een aardbei met chocolade.
'Waar is Nathan?' Vraagt Tes en ik kijk achter me, maar hij is er niet. Dus sta ik weer op en zie hem beneden staan.
'Ben je nu boos?' Vraag ik en hij kijkt op.
'Nee, ik kom zo' zegt hij en ik loop naar beneden en ga voor hem staan.
'Ik ben niet boos' herhaalt hij en ik zie hem gewoon neutraal staan.
'Wat is er dan?' Vraag ik en steek nu mijn handen uit.
'Ik ben aan het mindlinken' zegt hij en ik trek een wenkbrauw op.
'Met wie?' Vraag ik en hij antwoordt niet direct.
'Mijn ouders en de roedel' ik knik en wil weglopen, maar hij houdt mij tegen en trekt mij naar hem toe.
'Ik hou van je' fluistert hij en knuffelt met sterk.
'Ik ben nog steeds breekbaar' zeg ik pijnlijk en hij veslapt wat.
'Sorry' fluistert hij en klaagt niet over het feitje dat ik niks heb terug geantwoord, angezien hij weet dat ik het nog moeilijk heb met dat idee.
'Nathan' hoor ik van boven en niet veel later een gil.
'Tes!' Roep ik en ze staat achter Thomas die haar beschermt.
'Tes, kom' zeg ik en zodra ze beneden is springt Thomas naar beneden gevolgd door drie wolven.
'Waarom zijn ze zo groot?' Vraagt ze in paniek en Delgado en Laika die staan naast ons aangezien ze mij gevolgd waren.
'Delgado nee, dit kun je niet aan' zeg ik en hij blijft nog steeds in een beschermende houding staan.
'Waarom ben jij niet zo in paniek?' Vraagt ze en ik kijk haar aan.
'Omdat ik weet hoe het intussen en elkaar zit' zeg ik en Nathan is intussen ook veranderd in een wolf.
'Waar is Nathan?' Vraagt ze.
'Daar' en wijs naar de nog grotere zwarte wolf.
'Hij...' en ik zie dat ze een paniek aanval krijgt, dus ik zoen haar een keer en ze is direct een stuk rustiger. Waarom ik dat deed, nou omdat je dan onbewust stopt met ademhalen en uit de paniekaanval komt.
'Rustig blijven' zeg ik en ze ziet nog net hoe Thomas veranderd.
'Er gebeurd niks' zeg ik.
'Ze beschermen ons' vertel ik en hou Tes achter mij en de honden probeer ik rustig te houden en aan mijn zijde.
'Alex?' Hoor ik achter mij en er komen nog twee wolven aan die ons voorbij lopen.
'Die zijn denk ik onderdeel van de groep van Nathan' zeg ik en ze gaan achter één wolf aan die weg rent. Maar uit het niets komt er een wolf vanuit de struiken.
'Nathan!' Roep ik en hij vliegt tegen de wolf aan die naar ons gesprongen is. Ze vechten, bijten, krabben, slaan en nog veel meer om elkaar maar te verwonden.
'Hoelang weet je dit al?' Vraagt Tes.
'Sinds dinsdag' antwoord ik en ze houdt mijn hand vast. Totdat de wolven plat liggen die vijandelijk zijn.
'Hoe wist je dat die twee niet gevaarlijk zijn en waarom vallen ze perse jou aan?' Vraagt ze nu weer.
'Ik deed gwn een gok en ik ben een toekomstige Luna dus ze willen dat voorkomen en dus beschermen ze mij met hun leven' en nu kijkt ze verbaasd.
'Voor dat soort vragen moet je bij hun zijn' en wijs naar de heren die nu naakt staan. Ik doe mijn jas uit en geef hem mijn vest.
'Dankje' glimlacht hij en zijn lichaam is gewoon onbeschadigd.
'Hoe?' En laat mijn handen gaan over zijn armen en bekijk hem volledig.
'We genezen heel snel' lacht hij en ik zie dat Tes met haar handen voor haar ogen staat.
'Als jij nou de kleed van boven pakt' zeg ik en hou mijn hand voor het beeld van hem.
'Ja, strak plan' en niet veel later zakt Tes tegen de boom aan.
'Tes, shit, Thomas neem appelsap ofzo mee' en nog geen seconde later houdt hij de fles naast me.
'Tes' en ik voel haar wegzakken, maar ze blijft rustig ademhalen en dus leg ik haar op haar zij in de vrije adempositie.
'Ik denk dat we maar naar huis moeten' zeg ik en kijk naar de lichamen van de wolven die hier nog liggen.
'Wie zijn dat dan?' Vraag ik zodra ik de twee bruine wolven er weer staan.
'Mijn beta en gamma' zegt hij en de wolven buigen.

Zou dit de droom zijn die Cassandra heeft gehad? Of nog weer een ander moment...?

He's my protectorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu